De Vlaamse regering trekt 577 miljoen euro extra uit voor de zorgsector, boven op de 525 miljoen euro die eerder al voorzien was. Dat geld wordt al in januari voorzien, waardoor het personeel een snelle koopkrachtverhoging krijgt. Een duidelijk opgeluchte minister-president Jambon sprak op de persconferentie over ‘een nooit geziene inspanning’.

De Vlaamse regering bereikte dan toch een akkoord met de sociale partners in de zorgsector over de loon- en arbeidsvoorwaarden en het verminderen van de werkdruk. ‘Vlaanderen doet een nooit geziene inspanning voor het personeel in de zorg- en welzijnssector’, stak minister-president Jan Jambon (N-VA) van wal. Hij had het over een ‘stevig en uitgebalanceerd sociaal akkoord voor de periode 2021 tot 2025’.

De Vlaamse regering doet een extra inspanning van 577 miljoen euro per jaar, boven op de 525 miljoen euro per jaar die al voorzien was in het uitbreidingsbeleid. Van dat bijkomend budget gaat 412 miljoen euro naar het verhogen van de koopkracht van het personeel en 165 miljoen euro naar structurele maatregelen om de werkdruk te verlichten.

De totale injectie voor de Vlaamse zorgsector komt dus op 1,1 miljard euro per jaar. Minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) wees erop dat ook het geld dat door de vorige Vlaamse regering werd vrijgemaakt, daar nog bij opgeteld moet worden. Daardoor zou het extra budget in totaal 1,3 miljard euro bedragen.

Het akkoord zal ingaan op 1 januari 2021 en niet op 1 juli 2021, zoals eerder voorzien. Het personeel uit de zorgsector zal de koopkrachtverhoging daardoor zes maanden sneller krijgen. Een verpleegkundige met tien jaar ervaring zal zo’n 1.500 euro bruto extra (zes keer 250 euro bruto per maand) krijgen. Ook daarna loopt die 250 euro bruto per maand uiteraard nog door.

Voor het personeel van de woonzorgcentra zal het loon gemiddeld met zes procent stijgen, voor werknemers uit de gehandicaptenzorg, thuiszorg en kinderopvang gemiddeld met 4,5 procent.

De Vlaamse regering en de sociale partners onderhandelen al maanden over de loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector en over het verlichten van de werkdruk voor het personeel in de sector.

Nadat de federale regering een premie had beloofd voor het zorgpersoneel, werd de druk op Vlaanderen groter om ook met extra geld te komen. Daarover is nu eindelijk een akkoord. Bron: De Standaard

De vakbonden spreken van een mooi resultaat na moeizame onderhandelingen.

Voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden en voor extra jobs wordt 165 miljoen euro vrijgemaakt. Vakbonden en werkgevers werken de concrete maatregelen verder uit tegen 31 januari 2021. Bijkomend wordt er voor de woonzorgcentra 100 miljoen euro geïnvesteerd. Met dat bedrag kunnen in 2021 ongeveer 2.000 extra personeelsleden aangeworven worden. ‘Dit is een eerste stap om het personeelstekort aan te pakken’, vertelt Mark Selleslach van de christelijke vakbond ACV Puls. ‘Maar de komende jaren zal er nog veel meer in extra personeel geïnvesteerd moeten worden, ook in de andere sectoren. Ook voor de covid-crisis was dat al duidelijk.’

Van de 577 miljoen gaat er jaarlijks 411 miljoen naar loonsverhoging. De concrete verhogingen worden de komende weken verder uitgewerkt door de vakbonden en werkgevers. ‘Deze waardering van de bijzondere inspanningen tijdens de coronacrisis is écht noodzakelijk. Het voorakkoord is ook een erkenning van de dagelijkse inzet van tienduizenden werknemers in de non-profitsector’, aldus Selleslach.

Ook de socialistische vakbond BBTK spreekt van een mooi akkoord en is ervan overtuigd de steun van de achterban te krijgen. ‘De BBTK pleit al geruime tijd in zijn Zorgpact voor drie zaken: meer handen op de werkvloer, betere loon-en arbeidsvoorwaarden, meer opleiding en vorming. Dit akkoord bevat de financiële middelen om dit te realiseren. Deze elementen vinden we hierin terug’, vertelt federaal secretaris Johan Van Eeghem.

ACLVB, de liberale vakbond, noemt het akkoord een eerste stap in de goede richting, maar is nog voorzichtig. ‘De ACLVB ziet budgettaire duidelijkheid als een eerste stap naar een globaal inhoudelijk akkoord. De echte evaluatie zal pas kunnen gebeuren wanneer alle maatregelen geconcretiseerd zijn in een definitieve tekst’, aldus Gert Van Hees en Tommy Jonckheere, nationaal sectorverantwoordelijken non-profit.