Michelle Ginée – Column

Fan van de vakbond

Ik ben een grote fan van de vakbond, de kleur maakt me niet uit. Vakbonden zijn nodig om de belangen van werknemers te verdedigen. Zeker nu kortgeschoolden hun loon niet onmiddellijk zien stijgen. Daar moet dringend iets aan veranderen en dat kan enkel met sterke vakbonden. Het is een strijd die ze hevig voeren.

Maar die strijd staat in schril contrast met een ondertussen steeds groter wordende steek die ze laten vallen: het tijdig uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen.

Het probleem bestaat al langer, maar werd tijdens de coronacrisis heel groot toen werknemers massaal in de tijdelijke werkloosheid terechtkwamen. Zowel de RVA als de uitbetalingsinstanties – waaronder de vakbonden – konden de grote toestroom niet aan. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden was dat zeker te begrijpen.

Ondertussen zijn we drie jaar verder, corona is niet langer pretbederver, maar toch is de situatie kritieker dan ooit. Drie tot zes maanden wachten op een uitbetaling is schering en inslag, met af en toe een uitschuiver tot een jaar. Jawel, je hebt het niet verkeerd gelezen: sommige mensen wachten een jaar lang op hun werkloosheidsuitkering. Ik vind dat niet normaal.

Hallucinant ingewikkeld

Laten we eerlijk zijn: er komt natuurlijk wel wat kijken bij zo’n uitkering.

Om te beginnen is het aanvragen van een werkloosheidsuitkering vergelijkbaar met het invullen van je belastingaangifte. Er zijn quasi evenveel verschillende aanvraagformulieren als dat er nummertjes zijn op het belastingformulier. Bovendien hoor je het na het lezen van de titels van de formulieren gegarandeerd donderen in Keulen.

Die hallucinant ingewikkelde aanvraagprocedure is niet de schuld van de vakbonden. Dat weet ik. Maar mensen die zowat 18 euro per maand betalen om lid te zijn van hun bond, mogen toch verwachten dat ze met raad en daad worden bijgestaan bij het invullen van al die documenten.

En jawel, dat doen vakbonden ook, alleen moet je gemiddeld een drietal weken wachten op een afspraak, toch als je een computer hebt. Anders moet je telefoneren en met schietgebedjes hopen dat iemand je telefoon binnen een realistische tijdspanne opneemt. Een unicum, leert de ervaring.

Op eigen houtje

Veel mensen proberen het dan maar op eigen houtje. Ze vullen de documenten zelf in en versturen ze aan hun vakbond. Om vervolgens soms weken niks te vernemen tot er plots een mail of brief komt met de vraag om bijkomende documenten te verzamelen. Bij sommige mensen gaat dat zo een paar keer over en weer. Vanop afstand of na een afspraak drie weken later.

Als het dossier dan eindelijk volledig is en naar de RVA wordt doorgestuurd, heeft die dertig dagen tijd om te beslissen. Waarna mensen soms nog wekenlang moeten wachten op de effectieve uitbetaling. Waarom? Dat weet ik zelf ook niet, want de informatie daarover is erg karig.

Diep in de shit

Tijdens die wachtperiode geraken mensen echt belachelijk diep in de shit. Het spaargeld wordt opgesoupeerd, mensen krijgen betalingsmoeilijkheden, kopzorgen en mentale problemen.

Allemaal zaken die je kan missen als kiespijn, zeker als je op zoek bent naar een nieuwe job. Geen wonder dat mensen langdurig werkloos worden of door de miserie soms zelfs werkonbekwaam.

Naar het OCMW

Sommige mensen verzamelen de moed om naar het OCMW te stappen voor hulp. Of krijgen dat vriendelijk advies vanuit de vakbonden zelf, jawel.

Het OCMW kan namelijk, in afwachting van de uitbetaling van de werkloosheidsuitkering, een voorschot verlenen. Alleen kan dat enkel als het totale gezinsbudget niet meer is dan wat het gezin als leefloon zou krijgen. Het OCMW betaalt ook enkel het barema leefloon uit, niets meer.

Dat dit bedrag vaak lager ligt dan de werkloosheidsuitkering waarop mensen recht hebben, mogen wij, OCMW-maatschappelijk werkers, uitleggen. Heel plezant allemaal.

Ondertussen kunnen we wel uitstel van betaling vragen aan schuldeisers. Gelukkig wordt dat meestal ook wel gerespecteerd. Kleine anekdote: die blijken ook in dit verhaal veel bereikbaarder te zijn dan de vakbonden.

We creëren problemen

Maar je voelt toch ergens dat het niet klopt? Een hoofdmaatschappelijk werker van een OCMW vertelde me onlangs dat de helft van de hulpvragen voor zijn team dit soort voorschotten op werkloosheid zijn. De haren rijzen me te berge.

Tijdens mijn bemiddelingen rond huurachterstallen zie ik ook steeds vaker mensen die huurschuld opbouwen omdat ze wachten op de uitbetaling van hun werkloosheidsvergoeding. Waar zijn we mee bezig? We creëren problemen. We veroorzaken schulden. We zien gezinnen wegzakken. En dat terwijl een werkloosheidsuitkering een recht is dat werd opgebouwd, geen cadeau dat je verdient.

Grootste teleurstelling

Ongetwijfeld kunnen voor dit euvel veel redenen ingeroepen worden. Administratieve rompslomp bijvoorbeeld, of het kluwen aan regeltjes waar een kat zijn jongen niet meer in terugvindt. Dat onze overheid het je liefst zo lastig mogelijk maakt om gewoon je rechten uit te putten, dat zijn we ondertussen al gewend. Er zou zomaar eens iemand willen profiteren, weet je wel?

Alleen had ik van de vakbonden een meer activistische houding verwacht. Waarom staan ze hiervoor niet op de barricades? Waarom kaarten ze tot vervelens toe dit probleem niet aan in de media? Opkomen voor de gewone mens, is dat zo moeilijk?

Ter aanvulling: ook bij de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen loopt de wachttijd op, wellicht veroorzaakt door dezelfde problemen en het gebrek aan middelen en personeel om hun opdracht deftig te vervullen. Maar het verschil zit hem toch vooral in de aard en de rol van de uitbetaler.

Vakbonden hullen zich in doodse stilte en verstoppen zich achter gesloten deuren en onbereikbare telefoons. Dat de gewone werkmens na een corona- en energiecrisis zo aan zijn lot wordt overgelaten door zij die net voor hen zouden moeten zorgen, is wellicht de grootste teleurstelling in mijn loopbaan.

Bron: Sociaal.net