De topmannen van de twee grootste onderwijskoepels, het GO! en Katholiek Onderwijs Vlaanderen, halen in een opiniestuk in ‘De Standaard’ uit naar Vlaams minister Ben Weyts (N-VA). “Zijn beleid mist alle urgentie om iets aan het lerarentekort te doen”, vinden ze. In ‘De ochtend’ op Radio 1 ontkende Weyts dat met klem. “Drie jaar geleden was er nul jaar anciënniteit voor nul vakken, vandaag is er tien jaar anciënniteit voor twintig knelpuntvakken en twee ambten”, aldus de minister.

Koen Pelleriaux, afgevaardigd bestuurder van het GO!, en Lieven Boeve, directeur-­generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, pleiten voor een nooddecreet. De maatregelen die Weyts de afgelopen maanden nam, zijn voor hen “hoogst onvoldoende”. De minister legt de prioriteiten bovendien “volledig verkeerd”, klinkt het.

De twee doen zelf zes voorstellen om het probleem aan te pakken. Zo moet de anciënniteit voor zij-­instromers, dat zijn werknemers uit de privésector of zelfstandigen die voor het onderwijs kiezen, volgens hen opgetrokken worden naar twintig jaar. “De meeste zij-instromers zijn veertigers en boeten financieel te veel in als ze voor het onderwijs kiezen”, schrijven ze. 

Daarnaast zouden alle lesuren waarvoor vandaag geen leerkracht wordt gevonden, moeten kunnen worden omgezet in werkingsmiddelen. De onderwijstopmannen denken dat scholen pas dan een echt beleid zullen kunnen voeren om de gevolgen van het lerarentekort te verzachten. “Ook paramedici zoals logopedisten en audiologen moeten in het gewoon onderwijs ingezet worden.”

Mensen met een masterdiploma die voor de klas staan in het basisonderwijs of in de eerste graad van het secundair onderwijs, zouden bovendien als master vergoed moeten worden. 

Uitval startende leerkrachten

Niet alleen zij-instroom is belangrijk om het lerarentekort op te vangen, ook het uitvallen van jonge en gemotiveerde leerkrachten moet een halt toegeroepen worden, vinden Boeve en Pelleriaux. Ze pleiten voor lerarenteams die zijn samengesteld uit “bachelors en masters met een passend pedagogisch diploma, met complementaire profielen”. 

Ook de vaste benoeming van leraren dient hervormd te worden, en leraren zouden bij een scholengroep benoemd moeten worden in plaats van bij een individuele school. “Een leraar die verandering wenst, of elders een interessante functie ziet vrijkomen, zit dan niet langer gevangen in zijn benoeming en kan iets doen aan zijn vlakke loopbaan”, schrijven de onderwijstopmannen. 

Ten slotte moet ook de ‘prestatienoemer’, die een vast aantal lesuren aangeeft, op de schop. “Gedreven leraren werken al snel meer dan 38 uur. Een hedendaags personeelsstatuut, met aandacht voor alle taken van leraren, continue professionalisering, teamwerking, gevat in een jaaropdracht, is daarom broodnodig”, vinden ze. De prestatienoemer schiet tekort, aangezien die geen rekening houdt met de uren die besteed worden aan het voorbereiden van lessen, aan het opstellen van taken en toetsen, overleg met collega’s, oudercontacten en meer. 

Minister Weyts reageert op open brief onderwijskoepels

“Stap voor stap”

In het gesprek op Radio 1 merkte minister Weyts op dat hij niet enkel werkt aan het lerarentekort, maar ook aan de onderwijskwaliteit. “We moeten stap voor stap vooruitgaan in beide”, benadrukte hij. Weyts pleit ervoor om aan de slag te gaan met de doorbraken om zo mensen aan te trekken. Op het voorstel om de anciënniteit tot twintig jaar op te trekken, reageert hij met te verwijzen naar het feit dat de Raad van State tien jaar geleden een gelijkaardig voorstel heeft afgeschoten.

“We moeten de positieve aspecten accentueren”, aldus Weyts, die nog verwijst naar de loonsverhoging voor de directies en de 85 miljoen voor digitale uitrusting. Daarnaast zijn er nog de pilootprojecten waarbij onder meer kan worden nagegaan hoe in de praktijk het inzetten van masters in het lager onderwijs verloopt. Ook de vragen naar meer autonomie kunnen in de pilootprojecten uitgetest worden, zei de minister nog. 

Brussel

In Brussel bundelen Odisee Hogeschool, KU Leuven Campus Brussel, LUCA School of Arts Campus Brussel en Katholiek Onderwijs Vlaanderen intussen de krachten in de strijd tegen het lerarentekort. Door in te spelen op de lerarenopleidingen, de scholen zelf en de pedagogische begeleiding willen ze de instroom in de lerarenopleidingen versterken en de kwaliteit van de opleiding verhogen. 

“Uit internationaal onderzoek blijkt dat Vlaamse en Brusselse leraren het minst van hun collega’s professionalisering volgen, wat hen nochtans kan helpen om sterker te worden in hun job. Daarom hebben we bijkomend aandacht voor startende leraren”, zegt Boeve.