Peter Mertens stopt eind dit jaar als voorzitter van de uiterst linkse PVDA. Dat heeft hij binnen de partij aangekondigd. Eind dit jaar loopt Mertens’ mandaat af. De verwachting was dat hij zich kandidaat zou stellen voor een nieuwe termijn, maar dat doet hij dus niet. “Het is nu tijd voor een andere kapitein op het schip”, zegt hij.
Peter Mertens is sinds 2008 voorzitter van de PVDA. Onder zijn voorzitterschap groeide de PVDA uit tot een partij met 400 afdelingen en 24.000 leden. Momenteel heeft de partij 43 parlementsleden in de verschillende parlementen van ons land. “Het parcours is mooi geweest”, zegt Mertens.
Hij blijft wel actief in de partij en blijft ook Kamerlid voor PVDA. “Het is tijd dat een andere kapitein het stuur neemt”, zegt hij. “Maar ik ga door met mijn engagement.”
En in het geval van Mertens betekent dat zeker ook: boeken schrijven. Hij schreef er al enkele, en met succes. “Hoe durven ze” uit 2011 stond een jaar lang in de top tien van non-fictieboeken. “Ik ben er best wel fier op dat dat boek onze partij mee op de kaart heeft gezet.
Mertens gaf de partij een vriendelijk gezicht en een modernere ideologische ondergrond met bestsellers als ‘Hoe durven ze’. Maar hij miste in 2014 de afspraak met de geschiedenis door in Vlaanderen nergens de kiesdrempel te halen. Met Hedebouw stond wel een nieuwe tweetalige ster op in de Kamer, met dank aan het centrumrechtse beleid van de regering-Michel. In 2019 volgde de grote doorbraak: 12 verkozenen in de Kamer, 11 in het Brussels Parlement, 10 in Wallonië en 4 in het Vlaams Parlement, onder wie het jonge talent Jos D’Haese. Het maakt de PVDA tot een aanvalsmachine met impact, zeker nu het overheidsgeld voor in boosheid gedrenkte Facebook-campagnes binnenstroomt.
Op 5 december, tijdens de slotzitting van het vijfjaarlijkse statutaire congres, zal de PVDA een nieuwe voorzitter kiezen. Er is maar één kandidatuur: Hedebouw.
Met de Vlaamse Waal Raoul Hedebouw als voorzitter trekt de PVDA resoluut de unitair-Belgische kaart met het oog op de verkiezingen van 2024. Maar zelfs als de marxisten zich afzetten tegen de N-VA en het Vlaams Belang, doen ze dat om de socialisten te treffen. ‘De PS vervangen is hun doel.’
Raoul Hedebouw (44) is een bioloog. Hij groeide op in een arbeiderswijk in Herstal als kind van uitgeweken Vlamingen.
Zijn vader was betrokken bij de oprichting van de PVDA.
Sinds 2014 is Hedebouw Kamerlid en vanaf zondag voorzitter van de PVDA.
De voorzitter in spe verwijst zelf graag naar de succesvolle strijd tegen de Turteltaks, het pleidooi voor een minimumpensioen van 1.500 euro en de goedkeuring van een noodfonds voor de zorgsector als belangrijkste overwinningen. Maar hoe zwaar de PVDA weegt, is voortdurend vast te stellen in de Vivaldi-coalitie, waar de ooit zo stabiele PS zich met de dag meer gedraagt als een kalkoen voor Kerstmis. Als voorzitter Paul Magnette de regering terugfluit over de verplichte vaccinatie in de zorgsector of de activering van langdurig zieken, weet je dat de PVDA in dat potje heeft zitten te roeren. ‘Ik sta er zelf soms van te kijken’, geeft Hedebouw toe. ‘Het lijkt soms alsof de socialisten hun voelsprieten op de werkvloer kwijt zijn.’
Vooral sinds de PVDA deze zomer 2.000 vrijwilligers naar het rampgebied van de overstromingen in Wallonië stuurde en daar rondstrooide dat de PS de regio in de steek had gelaten, is het oorlog met de PS die maar kiezers blijft verliezen aan de PTB/PVBA.
Dat de PVDA de unitair-Belgische kaart trekt, is niet zo idealistisch als het lijkt. Het is weer een manier om de PS te treffen, die in 2019 met de N-VA onderhandelde over een verdere regionalisering en dus ‘bezoedeld’ is. ‘Ook Conner Rousseau (Vooruit) blijf ik aanspreken over zijn geflirt met de N-VA. Hij negeert ons, maar kan dat niet volhouden. De Vooruit-militanten die komen aankloppen omdat ze zich niet meer kunnen vinden in zijn koers zijn met veel.’
Dat de revival van Vooruit na een snel Conner-effect wat is stilgevallen in de peilingen, schrijft Hedebouw toe aan de PVDA. Toch blijft Vlaanderen achteroplopen bij Wallonië en Brussel, waar de PVDA de PS op de hielen zit. Het maakt dat de partij voorzichtig blijft over de ambities in 2024. ‘We hebben 24.000 leden, maar in de feiten zijn wij nog altijd een kleine partij’, zegt Hedebouw.
‘De komende jaren willen we ons versterken. Dat wil zeggen: lokale verankering, de studiedienst uitbouwen en meer arbeiders en meer diversiteit in de top van de partij. Dat we in Vlaanderen minder hoog scoren komt omdat de politieke partijen in Vlaanderen rechtser zijn, waardoor wij harder tegen de stroom in moeten zwemmen. Bovendien capteert het Vlaams Belang al 30 jaar de proteststem. Organisatorisch staan we heel sterk in Vlaanderen, maar we moeten meer in de politieke match komen. Dat wordt mijn taak.’ Met het Belang wil de PVDA niet in een zak gestoken worden. ‘Wij zijn voor wetenschap en voor feiten.’
‘Lokaal zie ik ons na 2024 op meerdere plaatsen in het college komen. De ervaringen in Borgerhout en Zelzate zijn positief.
Volgens een vakbondsbron hindert de PVDA vaak het syndicale werk in de bedrijven. ‘Elke keer als ergens een piket wordt opgesteld, kapen ze onze actie en bemoeilijken ze onze onderhandelingspositie. Veel werkgevers willen niks met hen te maken hebben.’
Hedebouw zelf spreekt over een complottheorie. ‘Uiteraard is er een discussie tussen onze politieke strijd en een radicalisering bij de werkende klasse. Maar in de structuren van het ABVV vind je nog altijd meer mensen van PS-signatuur. Mijn roots liggen trouwens niet in de socialistische maar in de christelijke vakbond. Mijn ouders zijn ACV’ers uit Ruddervoorde en Hasselt, die naar Luik verhuisden om in het staal en de chemie te werken. In 1992 is mijn moeder ontslagen wegens haar vakbondswerk. Toen is bij mij het besef gegroeid dat mensenrechten gelimiteerd zijn op de werkvloer.’