Oppositie wil dat Ben Weyts verantwoordelijkheid neemt na slechte onderwijsresultaten
In het Vlaams Parlement is deze namiddag gedebatteerd over de neergang van het leesniveau van Vlaamse leerlingen. De partijen wijzen elk andere schuldigen aan voor de problemen in het onderwijs. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) riep het parlement op één front te vormen om het tij te keren.
Over één ding was iedereen het eens in het Vlaamse halfrond: de resultaten van het laatste PIRLS-onderzoek zijn dramatisch. Daaruit blijkt dat het niveau begrijpend lezen van kinderen in het vierde leerjaar opnieuw sterk is achteruitgegaan. België bengelt helemaal onderaan in vergelijking met andere Europese landen.
“Laten we de spons vegen over al onze vorige dispuutjes. Laat ons één front vormen om het niveau van het Nederlands weer te verhogen”, riep Weyts het parlement op. De minister somde alle maatregelen op die hij deze legislatuur heeft genomen om het niveau van het Nederlands te verhogen.
Hij herhaalde dat ook richting de ouders gekeken moet worden als het over het niveau van het Nederlands gaat en dat repressieve maatregelen geen taboe mogen zijn.
Lerarentekort en koepels
De oproep tot frontvorming maakte weinig indruk op de oppositie. Vooruit-parlementslid Hannelore Goeman vindt dat de regering nog steeds niet genoeg doet aan het lerarentekort: “De minister moet meer doen dan benadrukken hoe belangrijk het Nederlands is. We steunen hem, Nederlands is belangrijk. Maar wat telt zijn de daden en niet de woorden. Leerkrachten wachten op extra ondersteuning, ze weten niet waar ze moeten beginnen.”
De liberalen wijzen met een beschuldigende vinger richting de koepels. “Het probleem zit hem in hoe het Nederlands wordt aangeleerd. Dat bepalen de koepels in hun leerplannen. Het wordt tijd dat de onderwijskoepels hun verdomde verantwoordelijkheid nemen,” vindt Gwendolyn Rutten (Open VLD). Ze vraagt om de PIRLS-resultaten per koepel bekend te maken zodat kan nagegaan worden welke koepels de beste leermethodes hanteren.
Koen Daniëls (N-VA) verdedigde het beleid van zijn minister: “Niet alles kan in de klas worden opgelost. Op die manier geven leerkrachten er de brui aan. We moeten inzetten op de didactische methodes die werken en inzetten op Nederlands thuis.”
Bron: VRT NWS