Vakcentrales waarschuwen regering: Een ‘opgesmukte’ 0,4%  is niet het respect dat werknemers verdienen.

Na het overleg tussen premier De Croo, minister Dermagne en de Groep Van Tien, en na te hebben vastgesteld dat het onmogelijk was een akkoord te bereiken tussen de sociale partners over de evolutie van de lonen voor de komende twee jaar, besloot de premier op 29 april jl. dat de regering zelf een beslissing zal nemen omtrent de koopkrachtmarge. Vakbonden en werkgevers engageren zich in een zoektocht naar oplossingen voor andere dossiers uit het IPA overleg (o.a. het luik eindeloopbaan).

De centrales van het ACV en het ABVV waarschuwen de regering. Een regeringsbeslissing van 0,4 procent, gebaseerd op een voorbijgestreefde en slechte loonwet, zal blijvend op verzet stuiten van de vakbonden.

Sinds de start van het IPA-overleg en tijdens de drie afgelopen actiedagen gaven de vakbonden een signaal door te wijzen op het belang van echte en faire loononderhandelingen voor 2021-2022. Om redenen van sociale rechtvaardigheid, economisch herstel en een eerlijke verdeling van de geproduceerde rijkdom.

Onze leden bleven zich tijdens de crisis volop inzetten en bleven doorwerken ondanks de pandemie en ondanks het feit dat er zich regelmatig clusterbesmettingen op de werkplek voordeden. Loonsverhogingen maken deel uit van het respect dat voor deze inspanning moet worden getoond. Bovendien moeten vrije onderhandelingen een sleutelelement zijn in de post-corona herstelaanpak. Onze lonen zijn geen probleem, maar een deel van de oplossing om de reële economie weer zuurstof te geven.

Dit geldt misschien nog het meest voor de minimumlonen: opnieuw een interprofessioneel akkoord afsluiten zonder een substantiële verhoging van het minimumloon is ondenkbaar.

Sinds het begin van de onderhandelingen in de G10 houden de werkgevers zich onvermurwbaar vast aan een maximummarge van 0,4 procent voor alle werknemers. Ze worden in deze houding geholpen door een dreigende beslissing van de regering om te onderhandelen binnen het kader van de nog verstrengde loonwet door de regering Michel. Dit standpunt is onaanvaardbaar. Het getuigt van minachting voor de werknemers die de bedrijven tijdens de gezondheidscrisis de hele tijd draaiende hebben gehouden.

Temeer omdat de ongebreidelde uitkeringen van dividenden de schamele loonmarge van 0,4 procent nog bespottelijker maakt. De dwang tot uitkeringen aan aandeelhouders leidt vaak tot collectieve ontslagen van werknemers. De loonwet is alleen een dwangbuis voor werknemers terwijl diezelfde wet voorziet dat ook andere inkomens door spelregels gevat kunnen worden. Alleen is dit laatste decennialang dode letter gebleven. Inkomens uit verhuur van immobiliën, dividenden, bonussen, inkomsten uit vrije beroepen … Allemaal dode letter in diezelfde loonwet. Deze wet is fundamenteel onrechtvaardig en het is onbegrijpelijk dat de Vivaldi-regering dit als onaantastbaar heeft opgenomen in haar regeerakkoord.

Al onze leden blijven respect eisen. Zowel in grote als in kleine bedrijven. Daarom pleiten wij voor sterke loonakkoorden op sectoraal niveau op basis van een interprofessionele indicatieve marge. Dit is een kwestie van solidariteit. De sectorale vertegenwoordigers zijn het best in staat om de situatie in hun bedrijfssectoren te analyseren en te bepalen hoe de loonsverhogingen het best aan de realiteit kunnen worden aangepast. Een sterk kader voor loopbaankansen en eindeloopbaanregelingen is noodzakelijk om jong en oud jobzekerheid en kwaliteit van arbeid te garanderen. We hebben nood aan een faciliterend kader voor vormen van arbeidsduurvermindering en verder ook nood aan uitzonderlijke maatregelen (op vlak van eindeloopbanen) om tegemoet te komen aan de moeilijkheden van de sectoren die het zwaarst door de economische crisis worden geraakt.

Daarom aanvaarden wij in geen geval de strategie van sommigen die de sectorale akkoorden willen overslaan en rechtstreeks in de ondernemingen willen onderhandelen over eenmalige bonussen zonder bijdrage aan de sociale zekerheid. Wij aanvaarden deze strategie, die de solidariteit breekt, niet. Dit is niet hoe wij de sociale dialoog in onze sectoren zien.

De werkgevers spelen met vuur. Zij zijn de eerste en grootste verantwoordelijke voor de patsituatie waarin de interprofessionele onderhandelingen beland zijn. Wij willen een echt sociaal dialoog en eisen daarom een speelveld waarin vrije onderhandelingen mogelijk zijn. Wij vragen aan de werkgevers om sociaal overleg te herstellen op basis van respect en verantwoordelijkheid. Er moet een ander kader bepaald worden met een structurele aanpassing van de loonwet dat ernstig sociaal overleg mogelijk maakt. Een kader dat echte loonsverhogingen toelaat in de sectoren en dat een geloofwaardige oplossing biedt in het eindeloopbaandossier, verhoging van de minimumlonen en de bescherming van tewerkstelling. Wij willen blijven de hand reiken om oplossingen te vinden. Maar we zijn ook bereid om opnieuw te mobiliseren op alle niveaus als er geen vooruitgang geboekt wordt. De wil van werknemers om gerespecteerd te worden, is door de verschillende actiedagen versterkt.

Wij hopen dat de regering én de werkgevers dit begrepen hebben. De vakcentrales beraden zich over verdere acties in de sectoren om hun eisen kracht bij te zetten.

Bron: De Wereldmorgen

De Liberale Vakbond zwijgt in alle toonaarden,  Neutr-On wil een ernstige loonsverhoging en steunt de acties van de grote vakbonden.