Opinie van Wouter Hillaert

Onze democratie heeft het lastig. Of liever: mensen hebben het steeds lastiger met ‘de politiek’. De kloof gaapt en de burger erbij. “Het is meer dan wat ruis op de lijn”, zo analyseerde minister Annelies Verlinden onlangs nog zelf. “Het gaat om geknakte verbindingen.”

Om de lijn te herstellen zet de regering extra in op burgerparticipatie. Vivaldi wil graag onze ideeën horen, en niet enkel in het stemhokje. Zo loopt nu voor het eerst een grootse burgerbevraging over de Belgische staatsstructuur: ‘Een land van de toekomst’. Elke burger vanaf zestien mag zijn zegje doen, zeker ‘wie zich niet gehoord voelt’. Alleen blijkt de bevraging nog ingewikkelder dan onze staatsstructuur zelf. Verhoogt ze de participatie of de irritatie?

Veel minder promotie (dan de 1,1 miljoen voor het reclamebureau achter deze bevraging) is er voor die andere burgerparticipatieve regeling die al in 2019 gelanceerd werd: het burgerinitiatief. Dat nodigt burgers uit om zelf een wetsvoorstel in te dienen. Je post het gewoon op de website van de Kamer. En als er ook 25.000 andere Belgen hun handtekening mee onder zetten, wordt het besproken in het parlement.

Na precies drie jaar oogt de oogst opvallend mager. Zo’n honderd burgerwetsvoorstellen werden al ingediend, slechts één haalde de eindmeet: een voorstel van de vakbonden voor automatische indexering van lonen en uitkeringen. Tot afgelopen week. Toen haalden wij als ongebonden burgers met en zonder papieren, verenigd als In My Name, de 35.000 handtekeningen voor ons burgerwetsvoorstel voor een transparanter regularisatiebeleid. Een cadeau voor de democratie, vonden we zelf: 35.000 Belgen van over het hele land die toch nog blijken te geloven in de politiek. Feestelijk gingen we dat geschenk op 17 mei zelf overhandigen aan het parlement.

De reactie van de Kamer? Kafka in het kwadraat. De maandenlang verzamelde handtekeningen worden niet aanvaard omdat de tien bevoegde ambtenaren zich geen weg weten om de mogelijke dubbels te checken tussen 13.000 digitale en 22.000 papieren namen. “Te veel werk.” Nochtans stemde men nog geen maand geleden wel met die combinatie in, en voorziet ook het koninklijk besluit van 2019 in die dubbele optie. Is men dan in het parlement zo verschoten dat er ineens toch een succesvol burgerinitiatief in de bus viel? Willekeur kleurt niet alleen ons regularisatie-, maar ook ons participatiebeleid. Laat graag je stem horen, maar luisteren doen we niet?

Deze bureaucratische scherts komt bovenop alle technische manco’s van de federale website waar burgers met hun eID-kaart of via Itsme digitaal moeten tekenen. Eén op de twee keren lukt het niet in één keer. Voor één op de vijf enthousiastelingen lukt het ook niet na meerdere keren. Verhoogt dit de participatie of de irritatie? Anno 2022 bleek teruggrijpen naar het klassieke papier de enige keus.

Intussen is er zelfs al een burgerwetsvoorstel ingediend rond het burgerwetsvoorstel zelf, om het drastisch te vereenvoudigen. Reactie van minister Verlinden van Democratische Vernieuwing onder dat voorstel: “Er is op dit moment geen intentie om het burgerinitiatief (wet van 2 mei 2019) te wijzigen.” Aha. Dus we mogen als burger eigenlijk enkel wetsvoorstellen indienen die passen binnen de politieke plannen? België op zijn best.

Niet toevallig blijken gelijkaardige regelingen in onze buurlanden zoveel laagdrempeliger én succesvoller. In NederlandDuitsland en Groot-Brittannië heb je respectievelijk 40.000, 50.000 en 100.000 handtekeningen nodig om een voorstel in het parlement te krijgen, maar volstaan je naam en enkele identificatiegegevens. Daarna voeren de parlementaire diensten gewoon een simpele steekproef uit om alle handtekeningen te controleren op hun rechtsgeldigheid. Burgerparticipatie gaat er voor op staatsbureaucratie. In België geldt blijkbaar het omgekeerde.

Kinderziektes? Voor ongedocumenteerde medeburgers komt deze surreële toestand bovenop jarenlange uitbuiting, niet-erkenning van hun grondrechten én een hongerstaking met uiteindelijk gebroken beloftes. Voor tientallen vrijwilligers die zich maanden uit de naad hebben gewerkt voor democratie en basisrechten, van de zondagse markt tot de sportclub, is dit het zoveelste bewijs dat je maar beter niets kan doen. Dat er toch niet geluisterd wordt.

De grootste verliezer zal evenwel de politiek zelf zijn. Zo onhandig en zelfs onvermogend poogt ze telkens weer de kloof te dichten dat ze die net eigenhandig vergroot. Van lokale burgerraden ná de politieke beslissing tot partijen die zogenaamd vervellen tot ‘beweging’: zolang de politiek haar participatieve deuntje vals blijf spelen, moet ze echt niet verrast zijn dat de verbinding knakt.

Beste Kamerleden, u wilde zo graag onze mening horen? Hier dan: geef alsnog het signaal dat jullie dat volgehouden geloof van 35.000 Belgen in de democratie niet willen beschamen, maar net toejuichen. En dat jullie het allereerste succesvolle wetsvoorstel van ongebonden burgers in België toch parlementair wensen te bespreken. Wij deden ons werk. Doe nu eindelijk het uwe.

Intussen zal elke extra burger die ons burgerwetsvoorstel hier nog tekent, ons verhaal enkel sterker maken.

Wouter Hillaert is docent, freelance cultuurjournalist en vrijwilliger bij In My Name.

Bron: De Morgen