Het Vlaamse onderwijs staat op de rand van een diepe afgrond. Maar niet om de reden die u denkt. Jarenlang is het publieke debat over ons onderricht gedomineerd door discussies over pretpedagogie, PISA-scores en dalende onderwijskwaliteit. Niet dat die onbelangrijk waren, maar intussen is er nagenoeg niks gedaan om ervoor te zorgen dat leerlingen niet naar een leeg bord hoeven te staren. Erg onverwacht is dat nochtans niet: men moest maar naar de geboortecijfers en personeelstabellen kijken om te zien dat er problemen aan de horizon stonden.
Het lerarentekort is geen verre toekomstmuziek. Het is een crisis die vandaag al iedere dag in volle hevigheid woedt. Steeds meer schooldirecteurs zitten met de handen in het haar in de zoektocht naar iemand om voor de klas te zetten – of die persoon het juiste diploma heeft, is steeds vaker bijzaak.
De problemen zullen de komende jaren enkel groter worden. In het huidige tempo zijn in het basisonderwijs en het secundair de komende jaren 8.000 extra leerkrachten nodig. Per jaar. Als dat cijfer al doet duizelen, bedenk dan dat een leerkracht lesgeeft aan klassen van pakweg twintig leerlingen. Raken de vacatures niet ingevuld, dan blijven iedere dag tienduizenden leerlingen verstoken van de lessen die ze nodig hebben. De problemen doen zich overal voor, van taalvakken in het aso tot technische lessen voor elektriciens in wording.
In feite is de crisis vandaag al totaal. Alle alarmbellen gaan tegelijk af. En in de Wetstraat lijkt vooral gelatenheid te heersen. Het lerarentekort staat eenvoudigweg niet bovenaan de agenda. Bevoegd minister Ben Weyts (N-VA) heeft het lerarentekort geërfd en kan dan ook moeilijk als schuldige worden aangewezen, maar de vaststelling is dat ook Weyts geen afdoend plan heeft om de problemen het hoofd te bieden.
Er zijn wel allerhande plannen om mensen naar het beroep te lokken, zoals anciënniteit die meegenomen kan worden uit de privésector. Maar er is geen serieuze expert of beleidsmaker die werkelijk gelooft dat het lerarentekort daarmee opgelost kan worden. Er lijkt weinig anders op te zitten dan stopmiddeltjes te bedenken. Zoals blended learning, waarbij leerlingen deels de leerstof aangereikt krijgen door vooraf opgenomen videolessen.
Het is weliswaar een illusie om te denken dat daarmee de crisis afgewend kan worden. Het belang van een goede leerkracht valt nauwelijks te overschatten. Zij houden leerlingen bij de les, motiveren hen om door te zetten, prikkelen hun nieuwsgierigheid en geven getalenteerde leerlingen een zetje in de rug. Een video is geen onderwijzer.
Die vaststelling heeft ook een economische vertaling. Onderzoek heeft aangetoond dat wie betere leerkrachten heeft, later ook meer zal verdienen – en dus ook meer belastingen zal betalen, wat op zijn beurt de hele samenleving ten goede kan komen. Het lerarentekort is zo bekeken een directe bedreiging voor de welvaart en economische groei van de regio Vlaanderen. De Wetstraat staat erbij en kijkt ernaar. Bron: DM