Ook mensen die voltijds werken hebben steeds vaker hulp nodig van het OCMW. Dat blijkt uit een onderzoek van de federatie van OCMW’s van Wallonië, die valkuilen laakt binnen de tewerkstelling. De federatie stelt vier maatregelen voor om een einde te maken «aan het pervers mechanisme» van het systeem.

«Werk beschermt niet per se tegen de armoede, dat is een trieste vaststelling die wordt ondersteund door verschillende studies», aldus onderzoekster Marie Castaigne. Zo werd een aanvullend inkomen volgens de onderzoekster tot voor kort steeds gegeven aan mensen die halftijds werken, maar nu worden ook mensen die voltijds werken geholpen door het OCMW. De reden is een te trage stijging van de lage lonen. Ze benadrukt dat «de kloof tussen het minimumloon en de sociale uitkeringen al jaren kleiner wordt».

«Het verschil tussen de lonen en de uitkeringen wordt zelfs zo klein dat het in heel wat situaties, vooral bij eenoudergezinnen, meer kost voor een huishouden om wel te werken dan niet te werken. Erger nog, voltijds werken beschermt niet meer noodzakelijkerwijs tegen armoede», aldus de onderzoekster. De federatie stelt dan ook vier maatregelen voor om deze situatie tegen te gaan: de lonen verhogen, steun verlenen op basis van het inkomen en niet meer op basis van een statuut, de steun zoveel mogelijk automatisch verlenen en zo goed mogelijk communiceren over de mogelijkheden, zodat iedereen die nood heeft aan steun die ook kan krijgen. 

Bron: Metro