Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz.
Hierbij een kort overzicht.
Vanaf 1 januari 2023 wijzigen enkele premies en treden ook enkele verplichtingen in voege. We lijsten het voor u op.

Lonen van meer dan miljoen werknemers stijgen 11%
De grootste groep van werknemers die hun lonen zien stijgen op 1 januari, met 11,08%, valt onder het paritair comité 200. Ze zijn met een half miljoen. Onder meer IT’ers, maar ook werknemers van callcenters of bedienden in uitzendkantoren of in de grafische nijverheid behoren tot dat paritair comité.
Er zijn nog wel meer werknemers die hun loon vanaf januari aangepast zien aan de index. Dat is bijvoorbeeld het geval voor werknemers uit de voedingsnijverheid (10,96%), de handel in voedingswaren (11,08%), het goederenvervoer voor derden (10,96%), de bedienden van de internationale handel (11,19%), de horeca (10,964%), de verzekeringen (11,1905%) of het beheer van gebouwen en vastgoedmakelaars (11,08%). Alles samen gaat het om meer dan een miljoen werknemers. Hun lonen worden aangepast aan de stijgende inflatie. In heel wat sectoren gebeurt dat een keer per jaar, vaak op 1 januari.

• Tarief drinkwater wordt iets duurder
In 2023 zal een gemiddeld gezin met een gemiddeld verbruik op jaarbasis ongeveer 17 euro meer betalen voor de component drinkwater op de waterfactuur in vergelijking met 2022. Dat berekende de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De lichte stijging is het gevolg van de nieuwe tarieven voor drinkwater die de WaterRegulator, die deel uitmaakt van de VMM, eind december goedkeurde.
Elke zes jaar moeten de verschillende watermaatschappijen een tariefplan indienen bij de WaterRegulator. Dat was afgelopen zomer het geval voor Aquaduin, AGSO Knokke-Heist, De Watergroep en Farys voor de periode 2023-2028. De Antwerpse drinkwaterbedrijven Pidpa en Water-link kregen een jaar uitstel wegens hun fusie. Met uitzondering van Aquaduin, dat actief is in de Westhoek, vroegen alle watermaatschappijen toen een verhoging van het tarief voor drinkwater. Ze moesten daarbij hun prijswijziging staven met investeringsplannen, economische vooruitzichten of verwachtingen rond het verbruikspatroon.
Het tarief voor drinkwater het laagst ligt bij AGSO Knokke-Heist. Daar betalen verbruikers 2,1 euro per 1.000 liter water. Farys, dat vooral actief is in Oost-Vlaanderen, mag een maximumtarief van 2,53 euro per 1.000 liter aanrekenen. Drinkwaterbedrijf Aquaduin laat weten dat het, zoals verwacht, naast de indexering geen verdere prijsverhoging voorziet in 2023. Gebruikers betalen er 2,13 euro per 1.000 liter. De Watergroep tot slot, dat buiten Antwerpen in alle provincies actief is, mag op 2,26 euro per kubieke meter rekenen.
De prijswijziging van het drinkwater is slechts een component uit de waterfactuur. Naast kosten voor de productie en levering van drinkwater zijn er ook kosten voor waterzuivering en afvoer. Via de tariefregulering oordeelt de WaterRegulator enkel over de variabele prijzen die waterbedrijven de komende zes jaar mogen aanrekenen voor het verbruik per 1.000 liter. Die maximumtarieven worden elk jaar geïndexeerd.
In 2022 bedroeg de waterfactuur voor een gemiddeld gezin met een gemiddeld verbruik 400 euro. Het is nog onduidelijk hoeveel dat gemiddelde in 2023 zal bedragen, omdat de VMM pas in februari zicht heeft op de gemeentelijke saneringsvergoeding (kosten voor afvoer, red.). De WaterRegulator onderzoekt nu verder de “redelijkheid” van de vergoedingen die de waterbedrijven aanrekenen aan de gemeenten. Voor Farys, dat vooral actief is in Oost-Vlaanderen, keurde de WaterRegulator daarom een “voorwaardelijk” tarief goed.

Algemeen rookverbod op het perron
Vanaf 1 januari geldt er aan algemeen rookverbod in alle 550 treinstations in België. Dat verbod geldt ook in open lucht: roken en vapen mag dus ook niet meer op het perron.
Het volledige rookverbod is de laatste stap in het rookvrij maken van het spoorwegdomein. Sinds 2004 mag er niet meer gerookt worden in de trein, en later kwam er ook een rookverbod in de stations en op overdekte perrons. Concreet zullen alle asbakken van de perrons worden verwijderd en zullen er verbodsborden worden opgehangen. Wie het verbod overtreedt, riskeert een boete van minstens 50 euro.

Terugkeer naar normale procedure voor invoeren tijdelijke werkloosheid
Op 1 januari komt er een einde aan de vereenvoudigde regeling voor tijdelijke werkloosheid. Vanaf dan gelden opnieuw de normale procedures om tijdelijke werkloosheid in te voeren, wat betekent dat werkgevers en werknemers vanaf 1 januari opnieuw aan een aantal administratieve verplichtingen zullen moeten voldoen.
Zo zullen de werkgevers opnieuw genummerde controlekaarten C3.2A moeten afleveren aan elke werknemer die tijdelijk werkloos is, ongeacht de reden is van die tijdelijke werkloosheid. De werkgever moet daarnaast ook opnieuw een papieren of elektronisch validatieboek bijhouden, als het gaat om tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken en slecht weer.
Samen met het einde van de vereenvoudigde regeling komt er ook een einde aan de vereenvoudigde uitkeringsaanvraag. Naast de klassieke regeling voor arbeiders en bedienden kunnen energie-intensieve bedrijven nog tot eind maart het bijzondere stelsel tijdelijke werkloosheid voor de energiecrisis inroepen.

Capaciteitstarief doet intrede op stroomfactuur van Vlaamse gezinnen
Op 1 januari doet het capaciteitstarief zijn intrede op de stroomfactuur van de Vlaamse gezinnen. Een deel van de factuur wordt voortaan bepaald door ons piekverbruik. “Voor de meeste gezinnen zal dat niet zo heel veel veranderen”, verzekert de Vlaamse energieregulator Vreg. Mensen hoeven hun dagelijkse dus routine niet om te gooien en het nieuwe tarief zal niet leiden tot een torenhoge stroomfactuur. Wie zijn verbruik spreidt, zal minder betalen dan wie dat niet doet. Concreet zal 7% van de factuur worden bepaald door het piekverbruik of hoe zwaar het stroomnet wordt belast. Het overgrote deel van de factuur blijft dus afhankelijk van het verbruik.
De berekening gebeurt op basis van gemeten maandpieken. Dat kan enkel voor wie een digitale meter heeft. Wie nog een klassieke meter hangen heeft, betaalt een vast bedrag. Er is overigens ook een minimumbedrag voor het gebruik van het net. Het nettarief is ook op elk moment hetzelfde: het verschil tussen dag- en nachturen verdwijnt op die manier voor het netgebruik.
16% van de Vlaamse gezinnen heeft een sociaal tarief. Voor hen verandert er niets en is het capaciteitstarief niet van toepassing.
Bedoeling is om gezinnen en bedrijven ertoe aan te zetten om het verbruik van vooral zware toestellen, denk aan een warmtepomp of een elektrische wagen, te spreiden. Door de energietransitie zullen we immers steeds minder fossiele brandstoffen gebruiken, en meer elektriciteit. Dat zorgt voor een hogere belasting van het stroomnet. Door het net efficiënt te gebruiken en het verbruik te spreiden, kunnen miljarden zware investeringen in dat net worden vermeden. Op die manier blijven de nettarieven in de toekomst voor iedereen betaalbaar, argumenteert de regulator.

Maximale aantal uren studentenarbeid stijgt naar 600
Het maximale aantal uren dat studenten kunnen werken aan een voordelig tarief zonder het kindergeld te verliezen stijgt op 1 januari van 475 naar 600 uur per jaar. Dat staat in de meerjarenbegroting voor 2023-2024 van de federale regering. De maatregel duurt zeker tot en met 2024. Daarnaast wordt het systeem van de flexi-jobs uitgebreid naar de landbouw, de evenementen- en cultuursector, de zorg en de sport.
Het voorstel voor de maatregel rond studentenarbeid kwam uit de koker van Open Vld-vicepremier Vincent Van Quickenborne. Ook Horeca Vlaanderen en Unizo zijn voorstander. “Het zijn zeer nuttige maatregelen waar we al lang voor pleiten. Deze uitbreiding van de uren verstoort de markt dus niet, maar is wel cruciaal voor die bedrijven die er een beroep op doen.”
Toch klinkt er ook kritiek. Volgens de christelijke vakbond ACV is de maatregel vooral goed nieuws voor de werkgevers. De studenten zullen langer werken aan een lager loon, luidt het. “Je betaalt na je 475 uren namelijk wel een hogere sociale zekerheidsbijdrage, maar krijgt er een werkbonus en vakantiegeld voor in de plaats.”

Nieuwe huiseigenaars krijgen vijf jaar tijd voor energiezuinige renovaties
Wie in 2023 een huis of appartement koopt, krijgt vijf jaar de tijd om de woning EPC-label D te doen behalen. De renovatieplicht is een eerste stap in het plan van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) om uiteindelijk alle residentiële gebouwen energiezuinig te maken. Voor niet-residentiële gebouwen bestond zo’n verplichting al, en die wordt nu uitgebreid.

Koffiecapsules mogen voortaan in pmd-zak
Vanaf 1 januari mogen alle koffiecapsules in de blauwe pmd-zak. Fost Plus, het bedrijf achter de pmd-zakken, heeft daarvoor een akkoord gesloten met de producenten Nespresso, Nestlé (voor de Starbucks by Nespresso, Nescafé Farmers Origins en Nescafé Dolce Gusto) en JDE Peet’s (L’Or en Douwe Egberts).

Sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas gaan omhoog
De sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas gaan op 1 januari omhoog. Het elektriciteitstarief stijgt gemiddeld met 7,8% en dat van aardgas met 9,7%. Dat blijkt uit gegevens van de federale energieregulator CREG.
Het sociaal tarief enkelvoudig voor elektriciteit gaat naar 28,579 cent per kilowattuur inclusief btw. Het sociaal tarief voor aardgas zal 3,729 cent per kilowattuur bedragen, inclusief btw.
Het sociaal tarief is een verminderd tarief voor bepaalde categorieën personen of huishoudens, bijvoorbeeld mensen die recht hebben op een leefloon, bewoners van een sociale woning of ouderen met inkomensgarantie. Naar schatting 2 miljoen mensen hebben er recht op. Het tarief is bij alle energieleveranciers hetzelfde, en wordt elke drie maanden vastgelegd door de CREG.

Zowat 17.000 meewerkende echtgenoten krijgen toegang tot minimumpensioen
Partners – gehuwd of wettelijk samenwonend – van zelfstandigen die minstens 90 dagen per jaar meewerken in de zaak en geen andere inkomsten hebben, krijgen het statuut van meewerkende echtgenoten. Al meer dan 15 jaar kunnen zij ook pensioenrechten opbouwen, maar voor veel oudere meewerkende partners kwam dat te laat, omdat ze niet voldoende loopbaanjaren op de teller hebben staan om een minimumpensioen te kunnen krijgen.

Premie voor zonnepanelen halveert
De premie voor wie zonnepanelen op een dak installeert in Vlaanderen, wordt in 2023 gehalveerd tot maximaal 750 euro. De premie wordt berekend op basis van het vermogen van de zonnepanelen zelf (en dus niet het vermogen van de omvormer). Ze bedraagt 150 euro per kilowattpiek (kWp) voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 75 euro per kWp van 4 tot 6 kWp. Dat komt overeen met maximaal 750 euro. De premie is bovendien begrensd tot 40% van de investeringskosten inclusief btw, vermeld op de facturen.
In 2024 zal de premie normaal gezien nog eens halveren, vanaf 2025 zal ze verdwijnen. Het is de datum van de keuring van de installatie die telt voor de premie. Zij moet worden aangevraagd bij netbeheerder Fluvius. Onder meer Nelectra, de federatie voor de elektrosector, had erop aangedrongen om het premiebedrag van 2022 – maximaal 1.500 euro – te verlengen. Veel mensen die dit jaar zonnepanelen hebben besteld en dus rekenden op een hogere premie, wachten er al maanden tevergeefs op omdat de installateurs door leveringsproblemen grote achterstand hebben opgelopen.

Bijkomende RSZ-bijdrage moet overmatig gebruik van dagcontracten in interimsector beperken
Vanaf 1 januari 2023 moeten bedrijven een bijkomende RSZ-bijdrage per uitzendkracht per dag betalen vanaf ze per semester meer dan 40 opeenvolgende dagcontracten toekennen. Dat moet het overmatige gebruik van dagcontracten in de interimsector aan banden leggen. In juli werd daarover een akkoord bereikt in de Nationale Arbeidsraad, dat ook van toepassing is op jobstudenten.
Tussen 2015 en 2020 was de helft van alle interimcontracten dagcontracten. Die worden lang niet alleen gebruikt om onvoorspelbare piekmomenten op te vangen, laakten de vakbonden in juli. “Door te werken met opeenvolgende dagcontracten schuiven bedrijven de kost voor superflexibele arbeid af op de sociale zekerheid. Mensen die met dagcontracten werken, zijn vaker werkloos en kunnen bij ziekte niet terugvallen op gewaarborgd loon betaald door de werkgever”, klonk het bij de vakbonden. “Dagcontracten resulteren ook in zeer veel onzekerheid voor de betrokken interimmers, zowel financieel als in de planning van hun privéleven.”
“Tienduizenden uitzendkrachten worden, soms zelfs weken of maanden aan een stuk, tewerkgesteld met opeenvolgende dagcontracten. Ze bevinden zich daardoor in een precaire situatie, waarin het combineren van werk en privéleven allerminst evident is”, erkent ook federaal minister van Economie en Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS).
Volgens het akkoord stijgt de bijzondere RSZ-bijdrage die bedrijven moeten betalen naarmate het aantal opeenvolgende dagcontracten stijgt: bij 40 tot 59 opeenvolgende dagcontracten gaat het om 10 euro per uitzendkracht per dag, bij meer dan 100 opeenvolgende dagcontracten loopt het bedrag op tot 40 euro per uitzendkracht per dag. Naast het ontraden van dagcontracten door de bijkomende bijdrage blijft het principe overeind dat dagcontracten enkel gebruikt kunnen worden wanneer daarvoor een noodzaak is, zonder dat dat een businessmodel mag worden, werd bevestigd in de Nationale Arbeidsraad.

Leerkrachten kunnen eenvoudiger terug naar de klas na lange ziekte
Leerkrachten kunnen vanaf 1 januari na een langdurige ziekte eenvoudiger terugkeren naar de klas. Voorheen moesten ze minstens de helft van hun opdracht weer opnemen, maar nu wordt tewerkstelling vanaf 20% mogelijk.
“Op dit moment zien we dat veel langdurig zieken volledig in ziekteverlof blijven omdat halftijds starten te zwaar is. De regelgeving stond een stapsgewijze en menselijke terugkeer al lang in de weg”, legt Weyts uit. Zo kan je na een periode van ziekteverlof deeltijds gaan lesgeven via het stelsel van verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte. Dat moet dan wel meteen halftijds en bovendien kunnen jonge leerkrachten vaak geen beroep doen op dat stelsel.
Nu zullen leerkrachten na een langdurige ziekte aan 20% tewerkstelling kunnen herstarten. Tijdens het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte zou wie kan, dus al één dag per week kunnen terugkeren of enkele uren per dag opnemen. Het loon zou dan worden aangevuld met een ziekte-uitkering.
De nieuwe regelgeving zorgt er ook voor dat een gewoon doktersbriefje volstaat om ziekte te verantwoorden. Vroeger was een speciaal medisch attest verreist dat enkel voor leerkrachten bestond, maar minister Weyts schrapt dat attest nu volledig.

Tolken bij theoretische rijexamens voortaan vervangen door hoofdtelefoon
In plaats van tolken, krijgen niet-Nederlandstaligen vanaf 1 januari 2023 bijstand van een audiovertaling bij het afleggen van hun theoretisch rijexamen. Die is beschikbaar in het Frans, Duits of Engels.
Bij het afleggen kan iemand kiezen om met een hoofdtelefoon de vragen op het blad ook voorgelezen te krijgen. Dat gebeurt dan eerst in het Nederlands en dan in de gekozen taal. Wettelijk is voorzien dat de kandidaat het examen kan afleggen in vier talen, voor andere talen zijn dus geen vertalingen beschikbaar.
De maatregel kadert in een breder traject om fraude bij rijexamens tegen te gaan. Ook is het bijbehorende prijskaartje een stuk kleiner. De retributie voor het inschakelen van een beëdigd tolk, die de kandidaat zelf bijlegt, bedraagt vandaag 55 euro, ten opzichte van 35 euro voor de audiovertaling. Dit tarief wordt wel nog geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van eind december 2022.

Diesel op basis van palm- en sojaolie wordt gebannen
De federale regering doet het gebruik van palm- en sojaolie voor transport in de ban. Voor palmolie is dat op 1 januari, voor sojaolie op 1 juli 2023. De zogenaamde biobrandstoffen hebben vanuit klimaatoogpunt geen voordeel ten opzichte van fossiele brandstoffen, zei minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen).
Palm- en sojaolie worden soms bijgemengd in diesel. Het gaat in principe om biobrandstoffen, maar ze veroorzaken wel ontbossing op grote schaal. “Ze kosten de consument geld aan de pomp en in plaats van minder veroorzaken ze méér uitstoot door de massale ontbossing om deze gewassen te telen. Gekker dan dit moet het niet worden”, aldus Van der Straeten.

Motorfietsen ook verplicht naar de keuring
Motorfietsen moeten voortaan na een ongeval of bij een doorverkoop verplicht naar de keuring. Dat heeft het Departement Mobiliteit en Openbare Werken gemeld. Eigenaars kunnen terecht bij vijftien van de huidige Vlaamse keuringscentra.
Op basis van een Europese richtlijn voert de Vlaamse regering vanaf 1 januari 2023 voor motorfietsen, net als voor auto’s, een keuring in. Die zal niet periodiek gebeuren, maar wel bij een tweedehandsverkoop of als de motoren betrokken waren bij een ongeval. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) schat dat het in het eerste geval om jaarlijks 300.000 keuringen zal gaan en ongeveer 200 in het tweede. Voor een afspraak bij de technische keuring betalen eigenaars 48,10 euro. De nadruk zal liggen op de verkeersveiligheid en de milieu- en consumentenbescherming.
De keuring wordt verplicht voor motorfietsen, driewielers en vierwielers met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van meer dan 125 cc. Ook elektrische en hybride motorfietsen zijn onderhevig, als ze een maximumvermogen hebben van meer dan 11 kilowatt en een maximumsnelheid hoger dan 45 km/ uur.

Langdurig werklozen moeten gemeenschapsdienst doen
Wie langer dan twee jaar werkloos is, moet vanaf begin 2023 gemeenschapsdienst doen. Dat heeft de Vlaamse regering beslist. Weigeraars dreigen hun uitkering te verliezen. De beslissing voor de invoering van de verplichte gemeenschapsdienst, maakte deel uit van het Vlaamse regeerakkoord.
Een langdurig werkloze zal een taak krijgen bij een lokaal bestuur, zoals straatveger, begeleider op de schoolbus of bij de groendienst. Dat kan voor maximaal 64 uur per maand. De werk¬loze behoudt zijn uitkering, die wordt aangevuld met een vergoeding van 1,30 euro per uur. Het is aan de arbeidsbemiddelaar VDAB om samen met de werkloze te bepalen of die verplicht aan de slag moet.
In Vlaanderen zijn 70.000 mensen langer dan twee jaar werkloos. Voormalig Vlaams minister van Werk Hilde Crevits, die de drijvende kracht is achter de invoering van de gemeenschapsdienst, redeneerde dat de gemeenschapsdienst de arbeidsattitude, zoals stiptheid of samenwerken met collega’s, kan aanscherpen. “Mensen die meer dan twee jaar op zoek zijn, staan erg ver van de arbeidsmarkt. Ik wil hen weer zin geven om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten”, zei ze daarover. Zieken zijn vrijgesteld van de plicht, net als werklozen van wie de VDAB meent dat het niet past in hun traject naar een baan.
Deze maatregel is bedoeld als een positief traject voor langdurig werkzoekenden, niet als straf. De werkzoekende krijgt de kans enkele competenties aan te scherpen, krijgt een laagdrempelige opstart en levert een maatschappelijke bijdrage.

Pony’s, paarden of paardachtigen mogen niet meer gebruikt worden in kermiscarrousels
Vanaf 1 januari 2023 mogen pony’s, paarden of paardachtigen niet langer gebruikt worden op kermissen, jaarmarkten en aanverwante evenementen. Dat besliste minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA).
Het zal vanaf nu dus afgelopen zijn met een ritje op een paard of pony die rondjes draait in een carrousel op een kermis of jaarmarkt. Om een einde te maken aan deze achterhaalde praktijk werkte Weyts in 2020 een uitdoofbeleid uit.
Kermisponyhouders kregen een overgangsperiode tot en met 31 december 2022 en er werd een compensatieregeling voorzien waarbij het welzijn van de dieren gegarandeerd zal worden.

Responsabilisering langdurig zieken gaat van start
Bedrijven met relatief veel langdurige werknemers kunnen vanaf 1 januari een financiële sanctie krijgen. De langdurig zieken zelf verliezen 2,5% van hun uitkering als ze na lang aandringen blijven weigeren om mee te werken aan het re-integratieproces. De nieuwe maatregelen maken deel uit van het ‘Terug naar Werk’-plan van federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).
De regering kondigde in oktober vorig jaar al aan dat er werk gemaakt werd van de responsabilisering van langdurig zieken, maar ook van bedrijven, mutualiteiten en artsen. De plannen maken deel uit van het voornemen van de regering om de werkzaamheidsgraad op te krikken tot 80%.
De wet roept een mechanisme in het leven om zowel langdurig zieke werknemers als hun werkgevers financieel te sanctioneren, zij het na een hele cascade aan verwittigingen. Langdurig zieken kunnen zo 2,5% van hun uitkering verliezen als ze na lang aandringen blijven weigeren om mee te werken aan hun re-integratie op de werkvloer. Bedrijven waar in de laatste vier kwartalen zeker drie werknemers zijn uitgevallen voor minstens twaalf maanden én waarbij het aantal langdurig zieken drie keer hoger ligt dan het gemiddelde in de privé en twee keer hoger dan het gemiddelde in de eigen sector, betalen per kwartaal een bijdrage van 0,635% op de lonen, wat neerkomt op 2,5% op jaarbasis.
Vanuit het middenveld komt kritiek op het ontwerp. Volgens de christelijke vakbond ACV en het christelijke ziekenfonds CM gaat het om maatregelen die niet effectief zijn, duwen ze zieken verder in de miserie en leiden ze de aandacht af van de hoofdoorzaak van een half miljoen langdurig zieken: het niet aanpakken van ziekmakend werk.

Fiscaal voordeel voor installeren van laadpalen wordt verlaagd
Het fiscaal voordeel voor het installeren van laadpalen vermindert, zowel voor particulieren als bedrijven. De regeling werd in september 2021 door de federale regering ingevoerd om een versnelde aangroei van de laadinfrastructuur voor elektrische wagens mogelijk maken in ons land.
Het fiscaal voordeel voor particulieren, zowel eigenaars als huurders, zakt op 1 januari 2023 van 45 naar 30%, op 1 januari 2024 naar 15%. Het voordeel wordt volgens federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) stelselmatig afgebouwd om mensen aan te zetten tot een snelle investering. Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend is wel beperkt tot 1.500 euro per laadpaal en per belastingplichtige. Het laadstation moet bovendien “intelligent” zijn en mag enkel gebruikmaken van groene stroom.

Brieven en pakjes verzenden wordt duurder
Postbedrijf Bpost verhoogt vanaf 1 januari een aantal posttarieven fors. Het bedrijf verwijst naar stijgende kosten door de inflatie, loonindexeringen en dalende postvolumes.
Voor een non-priorzegel betaal je vandaag 1,19 euro per stuk en vanaf 1 januari betaal je 1,39 euro. Wie een vel van tien stuks koopt, betaalt 1,36 euro per non-priorzegel. Tegenover 2019, toen deze postzegel werd ingevoerd, steeg de prijs al met bijna de helft.
Het priortarief stijgt begin volgend jaar met tot 2,17 euro per stuk. Nu kost een priorzegel 1,89 euro. Wie een vel met tien priorzegels koopt, betaalt 2,14 euro per stuk. Tegenover 2017 verdrievoudigde de prijs.
Ook de prijs om een pakje te verzenden, stijgt begin volgend jaar. Zo zal de Mini Colis Small-eenheidsprijs (max. 1 kilo) van 4,60 euro naar 5,60 euro gaan. Internationale zendingen worden tot 21% duurder. “Met deze prijsaanpassing kunnen we elke burger een hoogwaardige universele postdienst blijven garanderen zonder subsidie van de Belgische staat”, zegt Bpost.

Dienstencheques worden een euro duurder in Brussel
Een dienstencheque kost vanaf 1 januari 10 in plaats van 9 euro in Brussel. Voor frequente gebruikers zal de prijs zelfs oplopen tot 12 euro.
De belastingaftrek blijft echter op 15% op de eerste 163 gekochte dienstencheques per persoon per belastingjaar. De belastingvermindering zal dus 1,50 euro per dienstencheque bedragen, aldus het kabinet van Brussels minister van Werkgelegenheid, Bernard Clerfayt.
Brusselaars kunnen maximaal 500 dienstencheques per kalenderjaar bestellen. De eerste 300 kosten 10 euro per stuk, de volgende 200 gaan voor 12 euro per stuk over de toonbank. Vroeger was dat respectievelijk 9 en 10 euro per dienstencheque.

Premie zonnepanelen Fluvius halveert
De premie wordt berekend op basis van het vermogen van de zonnepanelen zelf (dus niet het vermogen van de omvormer).
Vanaf 1 januari 2023 zal de premie 150 euro/kWp bedragen voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 75 euro/kWp van 4kWp tot 6 kWp, wat overeenkomt met maximaal 750 euro (dus bij ingebruikname/keuring vanaf 1 jan 2023).
Vanaf 2024 daalt de premie verder. In 2021 en 2022 bedroeg de premie 300 euro/kWp voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 150 euro/kWp van 4kWp tot 6 kWp, wat overeenkomt met maximaal 1.500 euro. Meer info

Premie thuisbatterij daalt vanaf 1 januari 2023 en wordt stopgezet op 1 april 2023
Natuurlijke personen die een thuisbatterij plaatsen en deze laten keuren/in gebruik nemen vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 maart 2023, komen in aanmerking voor volgende premie:
0 tot 4 kWh: 150 euro per kWh
4 tot 6 kWh: 125 euro per kWh
De maximale premie wordt bereikt bij 6 kWh en bedraagt 850 euro.
Voor ingebruikname/keuring vanaf 1 april 2023 stopt de premie volledig. Meer info

Mijn VerbouwPremie
Een aantal overgangsmaatregelen stopt vanaf 1 januari 2023 (heeft vooral te maken met een aantal doe het zelf werken, met factuur tot 30/6/22, die enkel nog tot eind 2022 kunnen aangevraagd worden en de premie voor gascondensatieketel voor de middelste inkomensgroep eigenaar-bewoner met factuur voor 1/7/22).
Inkomensgrenzen worden jaarlijkse aangepast. (volgens gezondheidsindex). De geïndexeerde bedragen voor aanvragen vanaf 1 januari 2023 zijn zopas bekendgemaakt. Zie ook nieuwsbericht hierover.
De nieuwe inkomensgrenzen voor aanvragen Mijn VerbouwPremie vanaf 2023 zijn:
U behoort als eigenaar-bewoner tot de laagste inkomenscategorie en komt in aanmerking voor de hoogste premiebedragen voor alle categorieën van werken, als uw jaarlijks inkomen gelijk aan of lager is dan:
40.730 euro voor alleenstaande persoon
57.020 euro voor een alleenstaande persoon met 1 iemand ten laste, te verhogen met 4.160 euro per bijkomende persoon ten laste
57.020 euro voor een koppel, te verhogen met 4.160 euro per bijkomend persoon ten laste.
U behoort als eigenaar-bewoner tot de middelste inkomenscategorie en komt in aanmerking voor aanzienlijke premies voor alle categorieën van werken (behalve gascondensatieketel), als uw jaarlijks inkomen tussen volgende inkomensgrenzen ligt:
40.730 euro – 51.840 euro voor een alleenstaande persoon
57.020 euro – 74.060 euro voor een persoon met 1 iemand ten laste, te verhogen met 4.160 euro per bijkomende persoon ten laste
57.020 euro – 74.060 euro voor een koppel, te verhogen met 4.160 euro per bijkomend.
U behoort als eigenaar-bewoner tot de hoogste inkomenscategorie en hebt recht op premies voor dakisolatie, muurisolatie, vloerisolatie, hoogrendementsbeglazing, warmtepomp, zonneboiler en warmtepompboiler, als uw jaarlijks inkomen hoger is dan:
51.840 euro voor een alleenstaande persoon
74.060 euro voor een alleenstaande persoon met 1 iemand ten laste, te verhogen met 4.160 euro per bijkomend persoon ten laste
74.060 euro voor een koppel, te verhogen met 4.160 euro per bijkomend persoon ten laste
Ook indien u geen eigenaar-bewoner bent, valt u onder deze doelgroep.
Door de indexatie kan het voor eigenaar-bewoners mogelijks interessanter zijn om de premieaanvraag uit te stellen tot 2023, op voorwaarde dat de facturen dan nog geen 2 jaar oud zijn. Dit geldt zowel voor tussentijdse facturen als voor de eindfactuur. Bij de premieaanvraag wordt er rekening gehouden met het meest recente aanslagbiljet beschikbaar op de datum van de premieaanvraag.
Alle info vindt u ook in de aanpaste informatiefolder 2023 over Mijn VerbouwPremie

Renovatieverplichting bij verkoop van woning of appartement
Vanaf 1 januari 2023 start de renovatieverplichting voor residentiële gebouwen, dus voor eengezinswoningen en appartementen. Alle woningen en appartementen die vanaf 2023 zijn aangekocht met label E of F, moeten verplicht gerenoveerd worden naar label D of beter, binnen de 5 jaar na aankoop. Nieuwe eigenaars van energieverslindende woongebouwen (met een EPC-label E of F) zullen verplicht worden om binnen de 5 jaar na overdracht (zoals aankoop, erfpacht,…) de woning grondig energetisch te renoveren tot minimum EPC-label D. Dit moet bewezen worden met een nieuw EPC. De renovatieverplichting geldt enkel bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht. Voor alle andere vormen van overdracht, zoals de overdracht van aandelen of bij erfenis, is de renovatieverplichting niet van toepassing. 
De termijn van 5 jaar start op de datum van het verlijden van de authentieke akte of op de datum van het vestigen van het opstalrecht of de erfpacht. Voorbeeld: als de akte verlijdt op 1 februari 2023 dan moet voor 1 februari 2028 aan de verplichting voldaan zijn. Indien het label niet tijdig behaald wordt, kan een administratieve geldboete opgelegd worden van 500 euro tot 200.000 euro. Er wordt dan een nieuwe termijn opgelegd waarbinnen het label moet behaald worden. Meer info

Hervorming renteloos renovatiekrediet tot rentesubsidie
Het renteloos renovatiekrediet (bij aankoop van een woning met slechte energieprestatie (label E of F), waarbij je extra kan lenen aanvullend bij het hypothecair krediet voor de verwerving van de woning) wordt hervormd en omgevormd tot een rentesubsidie vanaf 2023. Hoe hoger de ambitie inzake te behalen energielabel, hoe hoger de korting zal zijn op de rente (bv. renovatie tot label A: krijg je 3,5% korting, bij label B 3%, bij label C 2,5% en bij renovatie tot label D krijg je 2% korting). Meer info

Sloop- en heropbouwpremie wordt verlengd
De sloop- en heropbouwpremie van 10.000 euro wordt verlengd met 1 jaar voor bouwaanvragen tot eind 2023. De eis inzake E-peil zal wel strenger worden: E24 ipv E30 als je in aanmerking wil komen voor een slooppremie. Meer info

Verplicht EPC voor gemeenschappelijke delen van appartementen
We gaan de laatste fase in. Tegen eind 2022 moet dit EPC beschikbaar zijn voor de middelgrote appartementsgebouwen (5-14 eenheden), tegen eind 2023, moet dit ook het geval zijn voor de kleinste appartementsgebouwen (2 tot 4 wooneenheden). Meer info

Uitbreiding energiedelen en energiegemeenschappen
Vanaf 2023 is het niet meer nodig dat de betrokken partijen dezelfde elektriciteitsleverancier hebben in geval van het energiedelen en persoon-aan-persoonverkoop. Meer info
Korting / vrijstelling op de onroerende voorheffing wordt afgeschaft voor nieuwbouw met aanvraag omgevingsvergunning vanaf 2023. Enkel bij herbouw/gedeeltelijke herbouw loopt de korting verder. Ook voor Ingrijpende energetische renovatie loopt de korting verder.

EPB-eisen worden strenger voor aanvragen omgevingsvergunningen vanaf 2023.
Minimumaandeel hernieuwbare energie stijgt. Nieuwbouw: 25 kWh/m² ipv 15 kWh/m². Ingrijpende energetische renovatie: 20 kWh/m² ipv 15 kWh/m².
Maximaal S28 voor een nieuwe wooneenheid, ofwel S29, S30, S31 behalen én een maximaal E20 als E-peil. (ipv E25).
Bij nieuwbouw: Verwarming met lage watertemperatuur, bij de keuze voor centrale verwarming.
Aardgasaansluitingen bij nieuwe grote verkavelingen, appartementsgebouwen of groepswoningbouwprojecten
Een aardgasdistributienetbeheerder mag geen aardgasaansluiting meer voorzien bij nieuwe grote verkavelingen, appartementsgebouwen of groepswoningbouwprojecten waarvan de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is aangevraagd sinds 1 januari 2021, behalve als het aardgas gebruikt wordt
als bijverwarming in combinatie met een systeem op hernieuwbare energie dat de hoofdverwarming vormt
of als het aardgas gebruikt wordt voor collectieve verwarming via warmtekrachtkoppeling.
Dit geldt zowel voor residentiële als voor niet-residentiële gebouwen.
Voor verkavelings- en omgevingsvergunningsaanvragen vanaf 2023 spreken we al van ‘grote’ verkavelingen en groepswoningbouwprojecten als het gaat over 5 of meer woningen en niet-residentiële gebouwen. Daar mag enkel aardgas gebruikt worden als het om de bovenstaande toepassingen gaat.
Vanaf 2025 wordt een aardgasaansluiting algemeen verboden bij nieuwbouw, zowel voor woongebouwen als bij niet-residentiële gebouwen. Meer info
Verplicht digitaal melden van onderhoudsbeurt en keuring bij indienstname van een centraal stooktoestel
Verplicht digitaal melden vanaf 1 januari 2023 van een onderhoudsbeurt en van de keuring bij indienstname van een centraal stooktoestel. Deze meldingsplicht geldt voor erkende technici en moet gebeuren binnen de maand na de uitvoering van de keuring of het onderhoud. De melding gebeurt via het webplatform van het VEKA. Een erkende technicus die de meldingsplicht niet opvolgt, dreigt zijn erkenning te verkiezen.
Deze melding maakt het op termijn mogelijk dat particulieren via de Woningpas kunnen verwittigd worden over het nodige onderhoud, over een ketel die aan vervanging toe is,… Ook komt er op die manier meer aandacht voor onderhoud (kan een energiebesparing van 5% opleveren!). Meer info voor de technici