Fuck de media, red de pers‘ van Guido Van Liefferinge is een geëngageerd boek, een pamflet haast dat ons met hoogdringendheid attent wil maken op onrustwekkende evoluties in een wereld die hij bijzonder goed kent. De nu 81-jarige Van Liefferinge verwierf naam en faam met bladen als Joepie en Dag Allemaal, die hij bedacht en met vaste hand bestierde. Hij bediende een publiek dat voordien niet bediend werd, met een nieuw, origineel en goed gemaakt product. Dat het daarbij maar ging om wat smalend ‘boekskes’ werd genoemd, belette hem niet steeds een ethische lijn aan te houden die nooit zwichtte voor de wensen van de commerciële dienst. Hij maakte een populair product, maar zijn bladen begaven zich nooit op populistische paden.

Verzuiling

Van Liefferinge herinnert in het eerste hoofdstuk van zijn boek eraan hoezeer het Vlaamse perslandschap op korte tijd veranderd is. In tijden van verzuiling hoorden kranten duidelijk bij een politieke stroming, partij of vakbond. Maar die grote verscheidenheid verdween met het einde van dat tijdperk. Van Liefferinge betreurt de grote uniformiteit die daar het gevolg van was, met kranten die niet veel meer van elkaar verschillen en eigenlijk inwisselbaar geworden zijn. Het leidde ook tot wat de auteur als grootste bedreiging beschouwt : de mediaconcentratie.

Murdoch

Hij beschrijft uitvoering de manier waarop mediamagnaat Rupert Murdoch in de Angelsaksische wereld zijn imperium opbouwde. Zonder scrupules of beroepsethiek, met als enige motivatie steeds meer winst en politieke invloed te krijgen om zijn imperium nog groter te maken. Van Liefferinge vat de cynische essentie van de filosofie van Murdoch zo samen: ‘Niet de mensen informeren, maar hen de indruk geven dat ze geïnformeerd zijn.’

‘Toen hij in het begin van de jaren tachtig het verlieslatende The Sun opkocht, maakte hij daar in tien jaar tijd het best verkopende blad van Engeland van, met sensatie en seks. Hij gebruikte de Falklandcrisis om premier Thatcher te steunen en uit te pakken met oorlogszuchtige taal. In Amerika gebruikte hij eenzelfde strategie om van de New York Post een ‘vod van verderf’ te maken, die al van in de jaren tachtig de mythe van Donald Trump zou lanceren. Murdochs kranten leenden zich tot populistisch gestook, dat uiteindelijk zou leiden tot de Brexit en de verkiezing van Trump.’

Teveel mediamacht in één hand heeft rampzalige gevolgen op journalistiek vlak, meent Van Liefferinge. De totale amoraliteit eigen aan Murdoch en geïmiteerd door zijn vazallen, bleek toen zijn journalisten de gsm van een vermist meisje hackten en de ouders zo de hoop gaven dat hun dochter nog leefde. Het werd zowat het grootste journalistiek schandaal ooit. Maar dat had geen herwaardering van de journalistieke ethiek tot gevolg, omdat die volgens Van Liefferinge niet meer past in een geconcentreerde mediawereld : ‘ De journalistiek waarvoor het Murdochimperium verantwoordelijk is, legt pijnlijk bloot waartoe te veel mediamacht in één hand leidt.’

Internet

De negatieve effecten van de mediaconcentratie worden nog versterkt door de totale omwenteling van de traditionele journalistiek ten gevolge van het internet. ‘Het instant wereldomvattend bereik was te aanlokkelijk om aan onze neus te laten voorbijgaan.’ Maar Van Liefferinge denkt dat we de negatieve gevolgen nog niet helemaal ingezien hebben: ‘Likes en dislikes zijn niet zo onschuldig als u zou denken. Ze vormen het asfalt voor de boulevards van de polarisatie’.

De analyse van de auteur is behoorlijk indrukwekkend wanneer hij het heeft over het gemak waarmee wij de meest persoonlijke gegevens prijsgeven. Die hebben een onschatbare waarde voor adverteerders en enorme gevolgen voor de huidige pers, waarvan de eigenaars maar al te goed beseffen dat er veel meer te verdienen valt met het datagoud dan met gedreven onderzoeksjournalistiek. Het komt erop aan om lezers aan te zetten om te klikken op intrigerende titels en hen te binden met aantrekkelijke aanbiedingen.

Dystopia

Van Liefferinge ziet onze huidige realiteit als een ‘dystopia’, tegengesteld aan ‘utopia’. Hij ziet een wereld waar de regels uitgezet worden door digitale versies van Rupert Murdoch. Mark Zuckerberg is al even ontdaan van elke moraliteit of ethiek en laat een leger van algoritmes op ons los, ‘om de hevigste emoties los te weken bij de gebruikers… Als er maar gebakkeleid wordt. Als artikels maar geliket en massaal verspreid worden. Als de databanken maar constant gevoed worden’

Het is de verdienste van Van Liefferinge dat hij hallucinante uitspraken van Zuckerberg in herinnering brengt die de hypocrisie van de man goed illustreren, zoals toen die zonder verpinken verklaarde dat ‘Facebook de nieuwe kerk is die de dolende mens boven zichzelf zal laten uitstijgen en redden.’ Zijn critici wijzen er net op dat door zijn immens ego Zuckerbergs echte ambitie allerminst een maatschappelijke verbetering is, maar dat hij alleen maar de machtigste en rijkste man ter wereld wil zijn.

Contract van het Web

De lokroep van geld en macht blijft de motor van ontwikkelingen in de virtuele realiteit, niet een nobel streven naar een betere wereld, betreurt Van Liefferinge. Hij citeert een vooraanstaande professor aan een Californische universiteit die zijn meest getalenteerde studenten ziet vertrekken naar Facebook of Google: ‘In plaats van oplossingen te vinden voor de grote problemen van deze tijd steken ze al hun energie in technologische snufjes die ons nog afhankelijker moeten maken van de internetgiganten dan we al zijn.’

Van Liefferinge besteedt veel aandacht aan intelligent verzet tegen de almacht van de heersers van het internet, die op de roof van onze gegevens uit zijn om hun fortuinen nog op te drijven. Zo is er Tim Berners-Lee die een ‘contract van het web’ voorstelt, naar analogie met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In die nieuwe overeenkomst zouden regels en afspraken kunnen bepaald worden die iedereen zou moeten volgen. Berners-Lee wil ons de totale controle over onze gegevens teruggeven, door die onder te brengen in virtuele kluizen. Bijzonder is ook dat hij hiervoor samenwerkt met de Gentse Universiteit.

Vlaanderen

In het laatste deel van zijn boek gaat Van Liefferinge uitgebreid in op de gevolgen van mediaconcentratie voor de Vlaamse media. Onder druk van de sociale media – die hij systematisch (a)sociale media noemt – en de nieuwsplatformen van de internetgiganten, is ‘de geloofwaardigheid en de kwaliteit van de Vlaamse mainstreammedia sterk afgenomen.’ Vlaamse kranten verliezen inkomsten door de afname van de verkoopcijfers van de papieren versie en compenseren dit door clicks op hun websites en commerciële aanbiedingen voor hun lezers.

Door de ongebreidelde en ongecontroleerde informatiestromen op het internet, wordt het voor een groot publiek steeds moeilijker echt van vals nieuws te onderscheiden. Journalisten worden meegesleurd in die storm en hebben zelden nog de tijd voor diepgaande reportages. Dat leidt volgens Van Liefferinge tot ‘fastfoodjournalistiek’.

De Collega’s 2.0

Zijn scherpste kritiek houdt hij voor het einde. De auteur ziet met lede ogen hoe de muur tussen de redactie en de commerciële dienst steeds brozer wordt. En hoe de geldelijke belangen het redactionele werk beïnvloeden. Dat was duidelijk geval bij de Persgroep (nu DPG-media), die Jan Verheyens film ‘De Collega’s’ met al zijn media ondersteunde. Toen de film zeer zwak van start ging, werd daarover met geen woord gerept in de kranten van de groep, terwijl de concurrentie van Mediahuis dat wel uitvoerig deed. Hier werd de redactionele autonomie dus ondergeschikt aan de financiële belangen van de groep.

De ‘real beauty’ van Dove

Van Liefferinge citeert onderzoeksjournalist Ludwig Verduyn die bewijzen levert dat redacties bij DPG-media samenwerken met adverteerders. Weekendbijlage Nina wijdde een volledig nummer aan ‘real beauty’, een concept van Dove. Nora Vanderschrick, die bij DPG de indrukwekkende Engelstalige titel draagt van ‘Head of Strategy, Creative en Native’ komt er recht voor uit dat dit de weg is van de toekomst. In een interview zei ze : ‘De redacties bezorgen ons de context waaraan we de adverteerders kunnen linken’.

Het blijft volgens haar niet bij Nina, maar ook Goed Gevoel en DM-Magazine zullen meer en meer die weg inslaan. Verduyn stelt zich met Van Liefferinge de vraag waarom de journalistiek die kwalijke vermenging zo lijdzaam ondergaat. Het samenbrengen van alle redacties en de commerciële diensten onder één dak in de Antwerpse News City maakt het in ieder geval gemakkelijker voor de top van DPG om de visie op te dringen van Nora Vanderschrick, om de muur tussen journalisten en commerciëlen nog poreuzer te maken.

Subsidie voor de rijken

Van Liefferinge herinnert er bij het einde van zijn boek aan dat ‘Mediahuis en DPG de voorbije jaren elk €900.000  subsidie ontvingen voor een strategie (transformatiesteun) die ze gemakkelijk zelf konden financieren. ‘In het jaar dat DPG die subsidie opstreek maakte het bedrijf €178 miljoen  winst.’

Is het omdat dit boek dergelijke gevoelige punten aanhaalt, dat de Vlaamse media het nauwelijks hadden over Fuck de media, red de pers? Men hoeft het zelfs niet eens te zijn met alle stellingen en beweringen van de krasse tachtiger Van Liefferinge om te erkennen dat hij een belangrijk boek heeft geschreven dat iedereen die met media te maken heeft, makers zowel als gebruikers, zou moeten lezen.