De prijzen van woningen en bouwgronden blijft stijgen.

De voorbije vijftien à twintig jaar ging ook de prijs van bouwgronden door het dak. Maar die klim begint af te vlakken. In 2020 lag de prijsstijging van gronden zelfs onder die van huizen en appartementen, zo blijkt uit cijfers van de notarissen. Maar er is een opvallende uitzondering: in één provincie swingen de prijzen de pan uit.

Vlamingen die vorig jaar een perceel bouwgrond kochten, betaalden daar gemiddeld 4,8 procent meer voor dan het jaar voordien. Wie datzelfde jaar een appartement kocht, moest daarvoor 6,7 procent dieper in de portemonnee duiken. En voor een woonhuis was dat zelfs 6,7 procent.

Vreemd, want bouwgrond wordt toch almaar schaarser? “Ja, maar de situatie is toch fundamenteel veranderd”, zegt notaris Bart Van Opstal, woordvoerder van de Federatie van Notarissen. “Bouwen is duurder geworden omdat bouwmaterialen jaar na jaar duurder worden en omdat de overheid almaar strengere technische voorwaarden oplegt voor nieuwbouw: isolatie, verwarming, een gescheiden waterafvoer, noem maar op. Allemaal nuttig, maar het drijft het prijskaartje wel op. Hoe meer geld je moet vrijhouden voor de bouw zelf, hoe minder je kan besteden aan de aankoop van de grond.”

Niet dat er voor het renoveren van bestaande woningen geen vereisten zijn, maar die zijn volgens de notaris toch minder drastisch. “En die uitgaven kan je spreiden in de tijd, terwijl je al in de woning woont. Bij nieuwbouw is dat veel minder evident.”

Opmerkelijk: terwijl in de rest van Vlaanderen de bouwgrond 1,6 tot 4,9 procent duurder werd, swingden de prijzen de pan uit in West-Vlaanderen: een perceel kost er nu gemiddeld 191.145 euro, dat is liefst 10,5 procent meer dan in 2019. “West-Vlaanderen is inderdaad een regio waar de vraag vrij groot is”, zegt notaris Van Opstal. “En dat heeft wellicht te maken met twee factoren: de mobiliteit, die daar minder problematisch is dan in sterk verstedelijkte regio’s rond Antwerpen en Brussel, en corona, dat vele mensen deed uitkijken naar een rustiger plekje in het groen. En dan kom je al snel in West-Vlaanderen terecht: daar zijn nog flink wat landelijke gemeenten met veel ruimte.”