De prijzen voor een verblijf in een woonzorgcentrum in Vlaanderen zijn sinds begin dit jaar verder doorgestegen met gemiddeld 3 tot 4 procent. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die de Vlaamse ouderenvereniging OKRA heeft opgelijst.  Gemiddeld moesten rusthuisbewoners in september 2.167 euro per maand neertellen, ongeveer 70 euro per dag. Intussen groeit de kloof met het pensioeninkomen, dat vaak maar de helft bedraagt. 

ordt een woonzorgcentrum stilaan onbetaalbaar? Feit is dat rusthuizen sinds begin dit jaar alweer 3 tot 4 procent duurder zijn geworden. De pensioenen stijgen ondertussen minder sterk, en de kloof was al zo groot. OKRA lanceert daarom een duidelijke oproep aan de overheid: rusthuisprijzen moeten beter beteugeld worden. 

OKRA vroeg voor de nieuwe studie de volledige gegevens op van alle ruim 800 woonzorgcentra in Vlaanderen, op basis van de officiële gegevens van de Vlaamse administratie. Dit zijn de belangrijkste conclusies: 

Gemiddelde maandprijs verschilt naargelang het beheer

  • in woonzorgcentra van steden en gemeenten (publieke sector) bedraagt de gemiddelde maandprijs 2.039 euro (+3,2 procent sinds januari)
  • voor non-profitinstellingen is dat 2.111 euro (+2,7 procent)
  • bij profitinstellingen (commerciële centra) tel je gemiddeld 2.274 euro neer per maand (+4 procent)

De prijsstijgingen verschillen omdat woonzorgcentra hun prijzen twee keer per jaar, op een tijdstip naar keuze, kunnen aanpassen aan de consumptie-index, stipt OKRA aan.

Kloof met pensioen-inkomen is groot (en groeit nog)

Tegenover de hoge rusthuisprijzen staan pensioenen van gemiddeld 1.422 euro netto voor mannen en 1.022 euro voor vrouwen. Vaak kost een woonzorgcentrum dus dubbel zoveel als het netto-pensioeninkomen. 

Bij elke indexering van de maandprijs loopt de kloof met het pensioeninkomen verder opOKRA

Die kloof tussen en pensioen en rusthuisfactuur groeit bovendien nog aan, omdat de rusthuisprijzen sneller stijgen. Die zijn gekoppeld aan de consumptie-index (waarin o.a. de brandstoffen zitten), terwijl de pensioenen voor rusthuisbewoners meegaan met de afgevlakte gezondheidsindex. Er is wel de premie van het Vlaamse zorgbudget, maar die bedraagt slechts 135 euro, onvoldoende om de kloof te dichten.

Zijn overheidssubsidies voor personeel te laag?

Een deel van de hoge prijzen is te verklaren door het feit dat overheidssubsidies vaak niet alle personeel dekken. De meeste woonzorgcentra stellen méér zorgpersoneel te werk dan wettelijk moet, stelt OKRA: “Gemiddeld wordt 18,8 procent meer personeel aan het werk gesteld, terwijl de overheid maar tussenkomt in de eerste 15 procent van de loonkost boven de minimumnorm. De wettelijke minimumnorm ligt te laag.” 

OKRA doet een dubbele oproep

OKRA concludeert: “Bij elke indexering van de maandprijs loopt het verschil tussen de maandprijs en een gemiddeld pensioen verder op. Het woonzorgcentrum neemt dan telkens een grotere hap uit het netto-inkomen of het overblijvende spaargeld van de bewoners.”

Om de kloof niet verder te laten stijgen, vraagt de organisatie dat de afgevlakte gezondheidsindex voortaan het maximum zou zijn waarmee prijzen voor woonzorgcentra mogen stijgen. OKRA pleit ook voor een maximumfactuur.

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits (CD&V) vindt een maximumfactuur geen goed idee. “Je gaat er dan vanuit dat alle woonzorgcentra identiek dezelfde dienstverlening aanbieden, dat is niet het geval op het terrein: je hebt moderne en oudere gebouwen. Je hebt ook wzc’s die eigendom zijn van de lokale besturen en die pompen al extra geld in rusthuizen om de dagprijs lager te houden. Als je dat gaat verbieden, krijg je eenheidsworst en mensen willen dat eigenlijk niet”, zegt Crevits in “De ochtend” op Radio 1. 

Maximumfactuur? Er is veel variatie op het terrein bij wzc’sminister Crevits

Zij pleit wel voor een transparante factuur voor bewoners, om inzicht te krijgen in de dagprijs van wzc’s. Wat wordt hen exact aangerekend? “Wat is de overheidstussenkomst? Is de verjaardagstaart bijvoorbeeld een extra component? Enz. Er wordt momenteel met de sector een specifieke boekhouding uitgewerkt. Bedoeling is die in de loop van 2024 te implementeren”, aldus Crevits.

“We hebben nog nooit zoveel geïnvesteerd in wzc’s, dat bedraagt jaarlijks meer dan 3 miljard euro”, benadrukt de minister en ze maakt de vergelijking met de kinderopvang. “We maken nu de sprong naar 1 miljard voor kinderopvang.”  

Onderhoudsplicht kan kinderen in problemen brengen

Als de rusthuisbewoner zelf de rekening niet meer kan betalen, kan hij of zij financiële hulp krijgen van het OCMW. Maar het OCMW kan op zijn beurt die tussenkomst terugvorderen van eventuele kinderen.

In veel gemeenten kan het OCMW kinderen zelfs verplichten om mee te betalen onder het principe van de onderhoudsplicht. Die geldt in de meeste gemeenten, slechts in 28 bestaat die niet. 

Soms kunnen kinderen daardoor zelf financieel in de problemen komen. Eerder dit jaar deed Guido* zijn verhaal aan Radio2. Zijn vrouw bleek toen 900 euro per maand te moeten gaan afstaan in het kader van de onderhoudsplicht, en dat net toen ze met pensioen zou gaan en terug zou vallen op 1.400 euro inkomen per maand. 

“We hebben zelfs getwijfeld om de ouders opnieuw in huis te nemen, maar dat kunnen we niet aan. We zijn niet opgeleid om ze de juiste behandeling te geven”, vertelde Guido daar toen over. (*Guido is een schuilnaam omdat hij anoniem wou getuigen)

Bron: VRTNWS.be