by admin | dec 6, 2024 | Varia
Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz. Hierbij een kort overzicht.
- Strengere controle op banden bij autokeuring
De regels voor de keuring van autobanden worden op 1 december aangepast. Met die regels wil Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) de autokeuring veiliger, eenvoudiger en transparanter maken.
Er komt een strengere controle op de bandenslijtage. De slijtage-indicator, een blokje in de hoofdgroef van de band, geeft aan wanneer de band toe is aan vervanging. Als dat blokje gelijk loopt met de band, wordt de auto afgekeurd met rood keuringsbewijs met vijftien dagen geldigheid, terwijl in het verleden hiervoor niet afgekeurd werd.
Als de slijtage-indicator aangeeft dat de profieldiepte van de band lager is dan 1,6 millimeter krijgt het voertuig vanaf december een rood keuringsbewijs met verbod tot het verkeer, voordien was dat nog een rood keuringsbewijs met vijftien dagen geldigheid.
Daarnaast wordt de snelheidsindex van de banden op 160 kilometer per uur ingesteld, ook al kan het voertuig een hogere snelheid aan. Vanaf december moet er dan ook een waarschuwingslabel op het dashboard aangebracht worden als de snelheidsindex van de banden lager is dan de maximumsnelheid van het voertuig.
Ook komt er vanaf december een verplichte e-markering voor banden van voertuigen die voor het eerst zijn ingeschreven na 1 januari 2004.
De voorwaarden voor de symmetrie van de banden worden minder streng. Banden op dezelfde as moeten vanaf december alleen nog maar dezelfde structuur en afmeting hebben. Vroeger werd ook de laad- en snelheidsindex van de banden hierbij gecontroleerd.
- Sekswerkers mogen in dienstverband werken
Vanaf 1 december is het voor sekswerkers toegestaan om in dienstverband te werken onder strikte voorwaarden.
De plenaire vergadering van de Kamer keurde in mei dit jaar met een grote meerderheid de eerste arbeidswet voor sekswerkers goed. Daardoor kunnen sekswerkers onder meer werken onder arbeidscontract en krijgen ze toegang tot sociale zekerheid. Tegelijkertijd zorgt de wet ervoor dat sekswerkers op de werkvloer beschermd worden tegen werkgerelateerde risico’s.
Sinds juni 2022 is sekswerk in ons land niet langer verboden. Sindsdien kan de beroepsgroep legaal als zelfstandige aan de slag, waardoor ze sociale rechten kan opbouwen.
- Costa neemt voorzittershamer van Michel over
De sociaaldemocratische Portugese oud-premier Antonio Costa neemt op 1 december het voorzitterschap van de Europese Raad over van Charles Michel. Costa werd in juni dit jaar aangeduid als voorzitter.
In 1991 maakte Costa zijn intrede in het Portugese parlement. Zes jaar later trad hij voor het eerst toe tot de regering. In 2004 trok hij de Europese lijst en werd hij een van de vicevoorzitters van het Europese halfrond. Lang duurde zijn verblijf in het Europese parlement evenwel niet: na minder dan een jaar werd hij weer minister in Portugal.
In 2015 werd Costa premier van Portugal, en leidde sindsdien drie regeringen. Eind vorig jaar moest hij aftreden nadat zijn naam was genoemd in een onderzoek naar ongeoorloofde beïnvloeding in een bouwproject.
Hoewel Costa niet is aangeklaagd, hangt die zaak nog steeds boven zijn hoofd. Het heeft de staatshoofden en regeringsleiders niet tegengehouden om hem de topjob te bezorgen.
In tegenstelling tot Van Rompuy, Tusk en Michel wordt Costa de eerste voorzitter van de Europese Raad die geen zittend regeringsleider was op het moment van zijn verkiezing.
- Nieuwe Europese Commissie treedt aan
De nieuwe Europese Commissie van voorzitter Ursula von der Leyen treedt op 1 december aan. Het Europees Parlement gaf op woensdag het vertrouwen met 370 stemmen voor, 282 stemmen tegen en 36 onthoudingen. Met 14 op 27 leden wordt de nieuwe Commissie gedomineerd door de christendemocratische en conservatieve Europese Volkspartij. De grootste fractie in het Parlement leverde ook de meeste stemmen voor de nieuwe bestuursploeg. Ook het liberale Renew, het sociaaldemocratische S&D en een deel van de groenen en de conservatieve en nationalistische ECR drukten op het groene knopje.
Bron: GVA
by admin | dec 6, 2024 | Sectoren
2025 loert om de hoek. Wat staat werkgevers en werknemers te wachten? Welke hr-thema’s zullen nog meer op de voorgrond treden? Blijft de ‘war for talent’ aanhouden? En hoe kijken we volgend jaar naar thuiswerken? Nicolas Maes, directeur klantenorganisatie bij hr-dienstengroep Liantis, deelt een inkijk in het arbeidslandschap van 2025. Met ruim vijftien jaar ervaring in de hr-sector selecteert hij voor Jobat.be de trends die het meest in het oog springen.
1. De arbeidsmarkt vertraagt
Nicolas Maes wijst als eerste op het stilvallen van jobcreatie in België. “Cijfers van de Nationale Bank tonen aan dat voor het eerst sinds begin 2020, de werkgelegenheid in dalende lijn is. Het aantal faillissementen in Vlaanderen was nog nooit zo hoog, en dat heeft een impact. Het aantal arbeidersprofielen daalt al bij onze klanten. En arbeiders zijn, omdat zij vaak in primaire sectoren zoals de bouw werken, de figuurlijke kanaries van de economische koolmijn.”
Een daling in het aantal arbeiders is vaak een voorbode voor een terugval in de economische groei. “Er ontstaat een zekere stress bij werkgevers en werknemers. Mentaal welzijn zal dan ook een belangrijk thema blijven in 2025. Tegelijk zullen bedrijven blijven vechten voor talent – in bepaalde sectoren zelfs in extreme mate. Maar de macht tijdens onderhandelingen, bijvoorbeeld rond thuiswerk, zal misschien weer wat verschuiven richting de werkgever.”
2. Meer digitalisering en AI
Intussen is het twee jaar geleden dat ChatGPT overal het nieuws haalde. Maes ziet hoe veel bedrijven intussen met artificiële intelligentie aan de slag zijn gegaan. “Sommige zitten nog in de beginfase, maar andere integreren AI al volop in hun bedrijfsprocessen. Die shift versterkt het belang van opleidingen. Medewerkers die in 2025 bijvoorbeeld met Copilot starten, moeten leren een goede prompt te formuleren en geen bedrijfsgevoelige data in te geven.”
Werkgevers moeten vanaf 2025 elke werknemer jaarlijks een aantal opleidingsdagen aanbieden. Maar als werknemer moet je ook openstaan voor bijscholing. “De mate waarin je je kan aanpassen aan veranderingen, wint aan belang. Stel dat AI een repetitieve administratieve taak van je overneemt, en jij daarom een nieuwe opdracht krijgt bij de klantenservice van je bedrijf. Dan moet je een opleiding kunnen en willen volgen rond de nodige soft skills in die nieuwe branche.”
3. Loon is bespreekbaar
“Trends in de hr-sector starten meestal niet op 1 januari”, gaat de expert verder. “Maar onder druk ontstaan veranderingen. In 2023 vaardigde de EU een loontransparantierichtlijn uit. Lidstaten zetten die richtlijn om in wetten, en vanaf 2026 is de Belgische loontransparantiewet van kracht. Bedrijven met meer dan honderd medewerkers zijn dan verplicht inzicht te verschaffen in verloning.”
Dat moet loon bespreekbaarder maken, en zo helpen de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten. “Vacatures zullen dan ook onmiddellijk een loonindicatie geven. We verwachten die tendens ook volgend jaar al te zien.”
4. Meer en meer een ‘gig economy’
Zegt dat je weinig? “De term slaat op de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Meer en meer werknemers zijn op zoek naar manieren om flexibel of voor beperkte periodes te werken, terwijl werkgevers zo hun pool vaste medewerkers tijdelijk versterken. De trend blijkt ook uit de cijfers. Het aantal flexi-jobbers lag bij Liantis in oktober 11 procent hoger dan in oktober 2023. Daarnaast steeg het aantal Vlaamse freelancers in 2023 volgens Unizo met 5 procent.”
Die keuzes voor flexibiliteit creëren een uitdaging: je bedrijfscultuur bewaken. “Stel dat je een freelancer inschakelt voor de geschreven communicatie naar je klanten. Voor een gewenst resultaat moet die persoon goed weten waar het bedrijf voor staat. Je wil ook vermijden dat door andere gewoontes er twee aparte culturen ontstaan op de werkvloer.”
5. Hybride werken: het nieuwe normaal
Hybride werken is natuurlijk niet nieuw, maar volgens Nicolas Maes is het minder een verhaal van ‘vrijheid, blijheid’ dan kort na de coronapandemie. “Het afgelopen jaar stelden sommige bedrijven – denk maar aan Amazon – een ultimatum om hun medewerkers thuiswerk te doen opgeven. Dat bleek weinig succesvol: andere bedrijven pakken dan net uit met thuiswerk als uniek voordeel.”
Maes ziet een norm ontstaan van twee thuiswerkdagen per week, met duidelijke afspraken rond wie kan thuiswerken en wanneer. “Toch hebben bepaalde bedrijven nog altijd schrik om de stap te zetten naar thuiswerk. Zij vrezen in te boeten op de bedrijfscultuur en verbondenheid tussen collega’s.”
Bron: HLN
by admin | dec 6, 2024 | Verkiezingen 2024
Dat de derde poging van formateur Bart De Wever (N-VA) om een akkoord te vinden over de begroting niet op een crash is uitgedraaid, zien de meeste onderhandelaars als vooruitgang. Tegelijk blijven de Arizona-partijen hetzelfde rondje draaien: de zoektocht naar een evenwichtige verdeling van de inspanningen.
Stonden de toponderhandelaars van de N-VA, de MR, Les Engagés, Vooruit en CD&V op een zucht van een akkoord over het budgettaire kader voor de volgende federale regering toen ze maandagochtend om 5 uur een punt zetten achter hun onderhandelingsmarathon van 15 uur? Of gaan de inhoudelijke gesprekken over de hervormingen van de pensioenen, de arbeidsmarkt en de fiscaliteit pas nu echt in de diepte, en blijft er dus een massa werk? Het hangt af van aan welke van de vijf partijen je maandag de vraag stelde.
Na een gespreksmarathon van 15 uur hebben de federale onderhandelaars vooruitgang geboekt, maar nog geen akkoord bereikt over het budgettaire kader.
In tegenstelling tot in augustus en oktober kwam het niet tot een breuk, maar de Arizona-partijen blijven wel hetzelfde rondje draaien: zijn de gevraagde inspanningen evenwichtig verdeeld?
De verslechterende economische en geopolitieke toestand maken de inspanning extra lastig.
Over één ding zijn ze het eens: dat niemand op het punt staat de stekker eruit te trekken. In augustus en in oktober zorgden eerdere pogingen van De Wever om een doorbraak te forceren nog voor vele kwalijke lekken en een harde confrontatie met respectievelijk MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en Vooruit-leider Conner Rousseau. Zondag en de daaropvolgende nacht waren er dezelfde spanningen, maar kwam het niet tot een ontploffing. Iedereen blijft naar een compromis zoeken en de nieuwe budgettaire tabellen die De Wever tijdens de vergadering op tafel legde, kregen nog geen voetjes.
De vraag blijft of de ‘opening’ over het aanspreken van de sterkste schouders meer was dan taalkunde.
Alle partijen snappen de ernst van de situatie nu de Europese economie flink afkoelt en Donald Trump in januari het Witte Huis bestormt. Om van de Europese Commissie groen licht te krijgen voor een meer gespreide miljardensanering en uit het vizier van de markten te blijven, is er idealiter tegen Kerstmis een nieuwe regering met een meerjarenplan.
Alle partijen zeggen dat nog altijd te ambiëren, maar net die economische tegenwind maakt een akkoord moeilijker: hoe lager de groei, hoe minder inkomsten voor de staat. En dus hoe meer bespaard moet worden. Nu gaat De Wever nog uit van een uitgavenreductie van 16 miljard euro. Maar de vrees is dat dat cijfer niet zal standhouden wanneer het Planbureau zijn volgende economische vooruitzichten aflevert.
Na bijna zes maanden blijft de formatie gevangen in dezelfde Bermudadriehoek. Met aan de linkerkant Vooruit, dat een grotere bijdrage van de ‘sterkste schouders’ eist als compensatie voor de enorme besparingen in de sociale zekerheid. Aan de rechterkant de MR en de N-VA, die de lasten op arbeid willen verlagen, maar vooral de economie niet willen beschadigen met nieuwe taksen voor beleggers en bedrijven. En in het midden CD&V, dat het compromis tussen die twee standpunten – een minder omvangrijke taxshift – bemoeilijkt, omdat ze blijft hameren op een ambitieuze fiscale hervorming.
In de budgettaire tabel die De Wever woensdag op tafel legde als startpunt voor de nieuwe gesprekken was de fiscale hervorming gereduceerd van 10 miljard euro tot ‘enkele miljarden’. Na 15 uur onderhandelen zou dat deels teruggedraaid zijn, maar dus niet volledig. ‘CD&V zal blij mogen zijn met een operatie van 5 à 6 miljard’, zegt een onderhandelaar.
Aan de rechterzijde heerst vooral irritatie over Rousseau, ‘die maar met de voeten blijft slepen’ en door een tijdelijke afwezigheid wegens ziekte ‘de groepsdynamiek niet zou voelen’. Daarbij blijven de opmerkingen terugkeren dat zijn vicepremier Frank Vandenbroucke wel heel gretig is om tot een akkoord te komen. Vooruit pikt die ‘spin’ niet en blijft benadrukken dat beide socialistische toponderhandelaars hard aan een doorbraak sleutelen.
Wat enkele partijen enerveert, is dat De Wever om de zoveel maanden ‘make or break’-momenten creëert en de indruk wekt dat hij in een verschroeiend tempo werkt, ‘terwijl nog altijd te weinig tot in de diepte over individuele maatregelen werd gesproken’. ‘We zijn content over de nacht van zondag op maandag’, zegt een partijwoordvoerder. ‘We zitten eindelijk in een echte onderhandelingsdynamiek.’
Andere bronnen kijken eerder pessimistisch terug op het feit dat er zelfs na een nacht doorduwen geen handshake in zat. ‘We stonden dicht bij een ja, maar een bijna-ja bestaat niet ons vak.’
De grote vraag blijft of de openingen die Rousseau drie weken geleden ontwaarde in een nieuwe compromistekst van De Wever veel meer waren dan semantiek. Volgens die tekst kan een derde van een derde van de totale oefening van 22 miljard (besparingen plus nieuw beleid) bij ‘de sterkste schouders’ gehaald worden. Dat is 2,4 miljard euro.
Maar is dat echt zo’n stap vooruit? Als je alle maatregelen uit De Wevers eerste supernota van augustus optelt die neerkomen op een verhoging of een betere inning van de belastingen die bedrijven, banken en beleggers betalen, dan kom je al ongeveer op dat bedrag uit. Ook dinsdag gaan de gesprekken verder. Vooralsnog met de hoop om te landen met de Arizona-formule. Bouchez zei dat half december te vroeg komt, maar dat een kerstakkoord realistisch blijft.
Bron: De Tijd
by admin | dec 6, 2024 | Economie
Pak het economisch systeem aan, niet de slachtoffers ervan!
In de catalogus van verschrikkingen die worden voorbereid door De Wever, Bouchez en hun Arizona-partners staat een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Dat is een echte “trofee” voor rechts. Nochtans is het repressief aanpakken van werklozen niet effectief als het doel is om ‘meer mensen aan het werk te krijgen’. Het is een symboolmaatregel die weinig oplevert. Waarom wordt er dan zo hard op aangedrongen? We spraken met Cédric Leterme van de onderzoeksgroep Gresea (Groupe de Recherche pour une Stratégie économique alternative).
Vorig jaar schreef je een artikel onder de titel: “Beperking van de werkloosheidsuitkering: wie profiteert?” Daarin stelde je dat deze maatregel niets zou doen aan de werkloosheid en dat het aanvallen van werklozen een manier is om de aandacht af te leiden van de echte profiteurs.
“Dat was een reactie op het feit dat ook Vooruit zich voor het eerst voorstander verklaarde van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Die koerswijziging kwam niet als een verrassing: het ligt in de lijn van de activering van werklozen die in 2004 werd ingevoerd door Frank Vandenbroucke, die dicht bij Conner Rousseau staat. Les Engagés sloten zich toen ook aan bij deze eis, waardoor het erg waarschijnlijk werd dat deze maatregel na de verkiezingen op tafel zou liggen.”
“Het is duidelijk aan afleidingsmanoeuvre. Als er over werklozen gepraat wordt, blijft het bredere plaatje buiten beeld. Dat gebeurt al decennialang op systematische wijze. Om niet over belastingontduiking, inflatie of overwinsten te hoeven praten, gaat het over werkloosheid en langdurige werkloosheid. Dit is des te schandaliger omdat de vorige aanval, in 2012, de inschakelingsuitkering (de vroegere wachtuitkering) in de tijd beperkte en bij andere uitkeringen een sterkere degressiviteit (daling van de uitkering) invoerde. Heel wat uitkeringen liggen onder de armoedegrens. Zo kan je onmogelijk fatsoenlijk leven.”
“Twee studies hebben een balans opgemaakt van de maatregelen van 2012. Het resultaat is weinig verrassend, we wisten op voorhand dat je geen jobs creëert door werklozen te straffen. De cijfers tonen aan dat de degressiviteit en de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkering geen enkel resultaat opleverden. Het leidde tot een explosie van werkonzekerheid en het verhoogde de druk op de OCMW’s. Van de mensen die werden uitgesloten van een recht op uitkering, kwam slechts de helft bij het OCMW terecht. Wat gebeurt er met de anderen? Rechts klaagt over druggebruikers en bedelaars… Maar die komen ergens vandaan! Als alles wegvalt en mensen zelfs door het laatste vangnet vallen, komen ze ook nog ergens terecht. Er is solidariteit binnen de familie, mensen gaan terug thuis wonen, anderen staan op straat. We verliezen deze mensen uit het oog. Vanuit het oogpunt van sociale controle is deze maatregel dus compleet absurd. Sociale zekerheid is ook een manier om een band met de samenleving te behouden.”
“De verwachte besparing is overigens erg beperkt. De nota van De Wever had het over 1,8 miljard euro besparen door de uitkering te beperken tot twee jaar. Tegelijk zou er 1 miljard naar de OCMW’s gaan om de extra uitgaven op te vangen. Het gaat dus om een besparing van 800 miljoen euro. Dat is een habbekrats op de begroting. Voor tienduizenden mensen betekent het echter nog dieper in de armoede belanden.”
De regering-De Croo, met groenen en sociaaldemocraten, wilde de werkzaamheidsgraad tegen 2030 optrekken tot 80%. Dit doel wordt ook nu gehanteerd en steeds herhaald. Waar komt dit cijfer vandaan?
“Het is eigenlijk willekeurig. 80% klinkt mooi, beter dan 78% of 82%. Dit cijfer omvat alle mensen die in de week voor het onderzoek ‘betaald werk’ hebben gedaan, inclusief deeltijds, tijdelijk of wat dan ook. Vandaag is er een historisch laag werkloosheidscijfer. Binnen de beroepsbevolking zijn er mensen met goede redenen niet aan de slag. Het gaat om zieken, mensen die voor hun gezin zorgen of een opleiding volgen.” “Als we de arbeidsparticipatie bekijken vanuit het aantal voltijdse equivalenten, krijgen we overigens een ander beeld. Er wordt ons verteld dat de werkzaamheidsgraad in Nederland prachtig is, bijna 80%. Het aantal tijdelijke werknemers en onzekere contracten ligt er echter veel hoger. Als we vergelijken op basis van het aantal voltijdse equivalenten, is het verschil marginaal. Alleszins zal die 80% niet bereikt worden door 100.000 werklozen te straffen. Er zouden 800.000 tot 900.000 mensen in dienst moeten treden, terwijl er op dit moment 180.000 jobs beschikbaar zijn.”
Ondertussen ziet de economische situatie er somber uit en zijn er meer collectieve afdankingen…
“We kunnen inderdaad verwachten dat de werkloosheid zal stijgen naarmate de sociale drama’s zich opstapelen. Gaan we de schuld daarvoor bij de slachtoffers leggen? Waar gaan die mensen terechtkomen? Zelfs indien er nog altijd een krapte op de arbeidsmarkt is, zeker in sectoren met slechte arbeidsvoorwaarden.”
“Aan de andere kant horen we niets over maatregelen die de arbeidsparticipatie zouden versterken, zoals collectieve arbeidsduurvermindering. Daarvan is aangetoond dat het veel effectiever is dan het bestraffen van mensen.”
Arbeidsduurvermindering is ook nodig om de werkdruk te verlagen. Dergelijke eisen zijn essentieel in de ideologische strijd tegen rechts.
“Het is ongelooflijk dat de MR zich heeft weten te positioneren als de partij van de werkenden. De eerste maatregel van de Waalse regering was de afbouw van successierechten. Ze hebben het over individuele verdienste en verdedigen de rijksten. Ze bevoordelen de aandeelhouders, diegenen die niet werken dus. En toch komt de MR ermee weg.”
“Het is problematisch dat er enkel nog over werk gesproken wordt vanuit een marktperspectief. We hebben volgens hen enkel een job nodig om geld te verdienen, ongeacht de samenleving, ongeacht de sociale zekerheid en ongeacht de betekenis en het sociale nut van een job. Bovenal moet elke verstoring van de commerciële arbeidsmarkt door de overheid of de vakbonden vermeden worden.”
“Links praat niet meer over werk, of enkel in de termen van rechts. Dat is dramatisch. Ik las een interview in L’Echo met iemand van de PVDA. De journalisten waren vastberaden om hem te laten zeggen dat multinationals nodig zijn om werk aan te bieden. Hij antwoordde: “Ja, ja, inderdaad. Maar dan moeten ze wel eerlijke belastingen betalen.” Waarom zouden we aanvaarden dat er nood is aan multinationals om ons te vertellen wat we moeten produceren en hoe dat gebeurt, zodat zij hun winsten kunnen opdrijven en er desnoods enkele kruimels voor ons overblijven? Als we dat aanvaarden, is de ruimte voor het ideologische discours behoorlijk smal. Nochtans hadden we de afgelopen jaren onder meer Covid19 en de overstromingen, die ons ertoe aanzetten om de manier waarop we werken in vraag te stellen, al was het maar vanuit ecologisch oogpunt, en om na te denken over productie die de gemeenschap dient in plaats van de aandeelhouders. Er is echter weinig radicaal discours. Uiteindelijk kon de MR zelfs het behoud van kernenergie erdoor drukken.”
“Links heeft het opgegeven om radicaal te denken over de economie. We zagen dit opnieuw bij Audi, waar de woestijn compleet was wat betreft oplossingen en vooruitzichten voor strijd. Zelfs indien die al even achter ons liggen, blijft er in België een geschiedenis van bedrijfsbezettingen. Er is ook het voorbeeld van de bezetting en reconversie onder arbeiderscontrole van GKN in Italië, die nog steeds bezig is. Dat komt echter amper naar voren. De PVDA beperkt zich tot een moratorium op afdankingen door autofabrieken. Maar wie gelooft daarin?”
“Er heerst een fatalisme, een berusting. Het klopt natuurlijk dat rechts de verkiezingen won. We moeten dat echter niet te veel interpreteren. Het populistische rechtse discours staat sterker door de verloochening ter linkerzijde. Kort voor de verkiezingen waren er nog peilingen die aangaven dat een vermogensbelasting populair is. Dat is niet verdwenen. Mensen zijn zich bewust van de obscene concentratie van rijkdom. Maar zonder een collectief strategisch perspectief lijkt het zo enorm dat we niet echt weten wat we eraan moeten doen. Alles lijkt onbereikbaar: nationalisatie, socialisatie … We zijn al niet in staat om de schade te beperken, dus waarom nog verder gaan? Het concrete waar we iets aan denken te kunnen doen, beperkt zich tot de buurman die we ervan verdenken 100 euro meer te hebben.”
“Verantwoordelijkheid nemen voor een breuk met het systeem is nodig. Falen komt vaak door een gebrek aan durf op dit niveau. We hebben een project nodig dat tot de verbeelding spreekt, dat hoop geeft en niet alleen de schade beperkt.”
“Dit jaar is het de 80ste verjaardag van het Sociaal Pact, waarop de sociale zekerheid gebaseerd is. Er zal geen tekort zijn aan nietszeggende herdenkingen, gebaseerd op het idee dat iedereen het eens was. Dat is niet waar, er was een krachtsverhouding. De uitdaging van vandaag is niet om de bestaande sociale verworvenheden te verdedigen als het maximaal haalbare.
We moeten de verworvenheden verbreden, uitbreiden, verder gaan dan de kwestie van pure financiële overdrachten en ook opkomen voor de socialisatie van de productie en voor bestaanszekerheid van mensen, met huisvesting, voedsel, enz. De bazen zeggen dat ze niet tevreden zijn met deze sociale zekerheid, dus moeten ook wij luid en duidelijk kunnen zeggen dat het niet goed genoeg is en dat we ervoor gaan vechten.”
Bron: LSP
by admin | dec 6, 2024 | Boeken
Uit het boek De paradox van ongelijkheid in België blijkt dat de kloof tussen de hoogste en de laagste inkomens sinds 2010 groter is geworden. ‘Ook voor de economie is het belangrijk om die ongelijkheid terug te dringen.’
We hebben het gevoel dat de ongelijkheid toeneemt, maar studies tonen keer op keer aan dat de ongelijkheid in ons land daalt. Hoe kan dat? Uit een uitgebreid onderzoek van een groep economen onder leiding van André Decoster (KU Leuven) blijkt dat er heel wat blinde vlekken zaten in die oudere studies.
België is minder uitzonderlijk dan we dachten: ook in ons land neemt de ongelijkheid toe. ‘Uiteraard is het verschil tussen de hoogste en laagste inkomens niet zo groot als in de Verenigde Staten,’ verduidelijkt Decoster, ‘maar de kloof in ons land is wel degelijk groter geworden.’
De grootste blinde vlek in onderzoek naar ongelijkheid is de winst uit vermogens. Hoe komt dat?
André Decoster: Inkomen uit vermogen wordt heel gebrekkig gerapporteerd in enquêtes. En een groot stuk van het inkomen uit vermogens komt niet bij gezinnen terecht, maar blijft in vennootschappen hangen. Door dat inkomen uit vermogens van vennootschappen mee in rekening te brengen, blijkt de ongelijkheid in België groter dan verwacht. En na de financiële crisis van 2008 neemt die alleen toe.
Vanwaar die stijging?
Decoster: De rentes op het spaarboekje zijn daarna ingestort, tot een paar jaar geleden. Terwijl de winsten op risicovolle beleggingen, zoals aandelen, zeer fors zijn toegenomen. Veel mensen hebben een spaarboekje en veel minder mensen hebben aandelen, dus dat heeft een grote impact op de ongelijkheid.
Dat is heel anders dan de toename van de ongelijkheid in de Verenigde Staten. Daar zorgt vooral het verschil in arbeidsinkomen voor meer ongelijkheid. De laatste dertig jaar zijn de laagste lonen er amper gestegen. Bij ons is de ongelijkheid in het arbeidsinkomen zeer stabiel. Met als nadeel dat onze arbeidsmarkt niet flexibel genoeg is.
De ongelijkheid is dus gestegen door de grotere winst op vermogen. Is de erfbelasting dan geen goede manier om de ongelijkheid te verminderen?
Decoster: Absoluut. Net als veel collega’s vind ik het zeer jammer dat men de erfbelasting verlaagt. Erfbelasting verlaagt de ongelijkheid én zorgt voor minder welvaartsverlies dan de belasting op arbeid. Ik begrijp dat ouders hun kinderen graag iets willen meegeven, maar als je de erfbelasting verlaagt dan moet je die middelen elders halen. Het is beter dat die kinderen later zelf meer verdienen als ze aan het werk zijn, doordat er ruimte is om de belasting op arbeid te verlagen, dan de erfenisbelasting te verlagen.
Herverdeling
Onze overheid heeft een forse middelen om te herverdelen: progressieve belastingen, werkloosheidsuitkeringen, gewaarborgd inkomen bij ziekte enzovoort. Werkt die motor?
Decoster: Ja, maar die motor moet steeds harder draaien door de vergrijzing, meer echtscheidingen, alleenstaande moeders, enzovoort. Hoewel we zien dat er sinds 1985 altijd herverdeling is geweest, blijkt dat de laatste jaren onvoldoende is om de stijgende ongelijkheid in te tomen.
In alle regeringen sinds 1985 werden de armere inkomensgroepen wel gespaard. Of het nu gaat om een periode waarin de belastingen werden verhoogd, zoals onder Jean-Luc Dehaene, of verlaagd, zoals onder de regering-Verhofstadt. Voor de lagere inkomensgroepen werden de belastingen relatief gezien steeds minder verhoogd of sterker verlaagd dan voor de hogere klassen.
Alleen tijdens de regeringen-Michel (2014-2020) was dat niet het geval. Toen genoten alle inkomensposities evenveel van de belastingverlaging. Dat was dus de enige keer dat de groei van de lagere inkomens niet hoger was dan die van hogere inkomens.
Werkt de progressieve personenbelasting in ons land?
Decoster: Binnen de personenbelasting betalen rijken gemiddeld meer dan armen, die belasting is dus inderdaad progressief. Maar als je álle belastingen in rekening brengt, dan zien we dat voor de 10 procent rijksten de belastingdruk afneemt. Dat hebben we voor België nu voor het eerst empirisch kunnen illustreren.
De hoge belasting op arbeid en de lage belasting op kapitaal is daarvan de boosdoener?
Decoster: Absoluut.
Dus u bent voorstander van de meerwaardebelasting die nu op de federale onderhandelingstafel ligt?
Decoster: Ja, en niet alleen om de ongelijkheid te verminderen. Zo’n meerwaardebelasting is ook efficiënter. Als we vermogen en arbeid min of meer gelijkwaardig belasten, dan zal het belastingsysteem minder schadelijk zijn voor onze welvaart. Waarom? Zo hou je tegen dat individuen een vennootschap oprichten om puur fiscale redenen. Met hun vennootschap proberen zij inkomen uit arbeid aan de fiscus te verkopen als vennootschapswinst. Dat achterpoortje moet je sluiten. Een meerwaardebelasting is daarvoor een stap in de goede richting.
Nog suggesties voor onze politici?
Decoster: Nu worden alle beleggingsvormen anders belast. Renten op een spaarrekening zijn in grote mate vrijgesteld, pensioensparen wordt gesubsidieerd en op dividenden betaal je 30 procent roerende voorheffing. Het zou veel beter zijn om inkomen uit vermogen gelijk te belasten.
Grote villa en SUV
De ongelijkheid is toegenomen in ons land. Wil dat ook zeggen dat er meer armoede is?
Decoster: Nee, niet per se. De onderkant van onze samenleving is in België goed beschermd door onze stevige sociale zekerheid.
Toch hebben veel mensen, ook (ver) boven de armoedegrens, het gevoel niet rond te komen.
Decoster: Dat blijkt ook uit onze cijfers. Veel mensen die niet in armoede leven, hebben het toch moeilijk aan het einde van de maand. Als je een grote villa en SUV gekocht hebt en daardoor zware afbetalingen moet doen, kun je ook met twee goedverdienende partners het gevoel hebben over weinig marge te beschikken, aangezien je veel vaste uitgaven hebt. Dat kan misschien ook het gevoel verklaren dat de ongelijkheid toeneemt.
En klopt het gevoel dat jonge mensen geen huis meer kunnen kopen?
Decoster: Die financiële inspanning kan groot zijn, maar we zien dat bij jongeren het aandeel huiseigenaars niet lager ligt dan bij vorige generaties. Toen ik een jonge dertiger was, waren er dus evenveel leeftijdsgenoten die al een huis hadden als bij de dertigers vandaag.
De ongelijkheid in de gezondheidszorg is groter dan de inkomensongelijkheid.
Ongelijkheid in geld is één aspect, maar jullie onderzoek toont aan dat er ook ongelijkheid is in de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.
Decoster: Klopt, en die is zelfs groter dan de inkomensongelijkheid. Wie dus diep in West-Vlaanderen of Limburg woont, kan misschien wel goed verdienen, maar als je voor medische ingrepen naar UZ Leuven moet, dan is een Vlaams-Brabander misschien beter af. We weten niet of die ongelijkheid is toegenomen. Tot slot, is ongelijkheid eigenlijk slecht?
Decoster: Vanuit economisch standpunt is te veel ongelijkheid schadelijk. Mensen zouden minder risico’s nemen als er geen goede sociale zekerheid zou zijn. En die ondernemende mensen doen de economie groeien. Het omgekeerde is ook waar. Een perfect gelijke samenleving is economisch ook niet wenselijk. We willen vooral corrigeren, zodat iedereen met gelijke kansen aan de start staat.
De paradox van ongelijkheid in België (336 p.) is uitgegeven bij LannooCampus.