Wat verandert er in november 2025?

Wat verandert er in november 2025?

Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz.

Hierbij een kort overzicht.

  • Honorarium voor uitvoeren euthanasie

Vanaf  1 november wordt het uitvoeren van euthanasie terugbetaald door de mutualiteit, zo meldt het riziv. Voor de patiënt zal de kost wegvallen.

  • “Binnen de verplichte ziekteverzekering bestond er voorheen geen vergoeding voor het uitvoeren van een euthanasie”, legt Elke Mostinckx van het Riziv uit. Tot nog toe werd de kost niet vergoed, waardoor de patiënt en zijn naasten de rekening gepresenteerd kregen. Door het uitvoeren van euthanasie aan de nomenclatuur van de ziekteverzekering toe te voegen, kan de kost volledig gedekt worden door de mutualiteit.
  • In totaal voorziet het Riziv een ereloon van 180,24 euro voor de artsen als ze een euthanasie uitvoeren. Daaronder vallen de kosten van het materiaal, het uitvoeren van de euthanasie, het vaststellen van het overlijden en het invullen van de overlijdensakte.
  • Deadline belastingaangifte ‘specifieke inkomsten’

De overheid heeft eerder deze week de aangiftetermijn voor digitale belastingaangifte met ‘specifieke’ inkomsten voor de tweede keer verlengd. De nieuwe deadline is 7 november.

  • Aanvankelijk lag de deadline lag op 16 oktober, maar die werd al eerder verlegd naar 31 oktober. De minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) heeft beslist om de aangiftetermijn opnieuw te verlengen “omdat er enkele technische problemen waren met Tax-on-web en na overleg met het fiscale middenveld.”
  • De fiscus schat dat er nog ongeveer 230.000 aangiftes moeten worden ingediend.
  • Geen verplicht voorschrift meer voor medische handelingen door thuisverpleegkundigen

Tot nog toe hadden patiënten een voorschrift nodig voor medische handelingen door thuisverpleegkundigen, zoals injecties, wondzorg of sondages, om die te laten vergoeden door de mutualiteit. Vanaf 1 november valt die verplichting weg.

  • Iedere behandeling wordt nog steeds opgesteld door de arts, maar verpleegkundigen hebben geen voorschrift meer nodig voor elke individuele handeling. Medicatie moet wel nog steeds door een arts worden voorgeschreven.
  • De maatregel moet een antwoord geven op de hoge werkdruk in de zorg. “We zorgen ervoor dat zorgverleners binnen de thuiszorg hun tijd maximaal kunnen besteden aan hun patiënten zelf”, zei minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke in april toen de maatregel werd goedgekeurd. “Dagelijkse administratieve rompslomp bouwen we verder af. Dat maakt de zorg opnieuw werkbaar.”
  • Laatste kans om kortlopende termijnrekening bij ING te openen

De grootbank ING pakte eerder deze maand uit met een tijdelijk aanbod. Je kunt nog tot en met 28 november termijnrekeningen met een looptijd van zes of twaalf maanden openen. Beide formules brengen 2,1 procent bruto op. Na betaling van de roerende voorheffing (30%) blijft er netto 1,47 procent over.

  • Het tijdelijk aanbod is enkel geldig voor nieuw geld dat bij de bank geplaatst wordt (via de ING-zichtrekeningen, ING-spaarrekeningen, ING Termijnrekeningen of ING Invest Accounts).

Je kunt minimaal 250 euro en maximaal 2,5 miljoen euro op de termijnrekening parkeren.

Bron: MSN

De rijken ontsnappen aan de begrotingssanering

De rijken ontsnappen aan de begrotingssanering

Door  Paul De Grauwe  in Liberales

De begrotingssanering zal slechts succes hebben als een groot deel van de bevolking vertrouwen heeft dat de regering de kosten van die sanering over de hele bevolking spreidt en zo mogelijk die spreiding naar draagkracht organiseert. U weet wel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.

Het is vandaag duidelijk dat dit draagkrachtsprincipe niet of heel gebrekkig wordt toegepast. Waarom zeg ik dit? Er zijn nogal wat groepen mensen die ontsnappen aan de begrotingssanering. Hier zijn die groepen.

Top 5 procent

Eén: de modale Belg staat 43 procent van zijn inkomen af aan de staat in de vorm van directe en indirecte belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. Voor de top 5 procent van de inkomens is dit percentage 37 procent en voor de top 1 procent nauwelijks 23 procent

Met andere woorden: de top 5 procent en vooral de top 1 procent in de inkomensverdeling genieten van een enorm privilege. De gelukkigen in die inkomensklassen hebben een inkomen dat een veelvoud is van het inkomen van de modale Belg (vijftienmaal meer voor de top 1 procent) en de overheid vertelt die mensen dat omdat ze zoveel verdienen, de belastingdruk die ze moeten dragen significant lager zal zijn dan de belastingdruk die de modale Belg torst. Die ongelooflijke situatie is ontstaan omdat de top 1 procent (en ook de top 5 procent) het grootste deel van hun inkomen uit kapitaal (vermogen) halen en/of hun inkomen verwerven via ingewikkelde vennootschapsconstructies (managementvennootschappen bijvoorbeeld). Ik heb er geen problemen mee dat sommige mensen veel meer verdienen dan anderen. Dat zit ingebakken in het vrijemarktsysteem en ik blijf daar een voorstander van. Ik, en vele anderen, hebben wel een probleem wanneer die rijke mensen bovendien genieten van extra lage belastingtarieven, gewoon omdat ze rijk zijn. Ik heb in de begrotingsvoorstellen die nu voorliggen geen serieuze poging gezien om dit ongelooflijk privilege van de hele rijke mensen ernstig aan te pakken. Ja, Vooruit heeft een schuchtere poging gedaan om door een minuscule miljonairstaks de vermogenden te dwingen iets meer belastingen te betalen. Maar zelfs die minuscule belasting geraakt niet door de onderhandelingen.

Tweede pijler

Twee: de meerderheid van de mensen moet het stellen met het wettelijke pensioen (de eerste pijler). Er bestaat ook nog een tweede pijler. Die zit volgestouwd met fiscale en parafiscale voordelen (minder bijdragen aan sociale zekerheid, nauwelijks belasting op gerealiseerde rendementen).  De eerste pijler werd door de huidige regeringscoalitie hard aangepakt. De tweede pijler nauwelijks. Daar zitten vooral mensen met hoge inkomens in. Die genieten dus van fiscale privileges die hun pensioen veiligstellen. Opnieuw geen probleem dat sommige mensen een hoger pensioen hebben. Wel een probleem als dat hogere pensioen gerealiseerd werd door geschenken van de overheid.

Bedrijfssubsidies

Drie: er worden massaal subsidies gegeven aan het bedrijfsleven. Die bedragen volgens de Nationale Bank 25 miljard euro. Dat is meer dan de totale uitgaven voor onderwijs in België (24 miljard euro). Daar komen nog de miljarden aan subsidies bij die de Nationale Bank uitreikt aan de banken. Sommige van die subsidies kunnen zinvol zijn, bijvoorbeeld subsidies voor innovatie. Een groot deel is dat niet en komt uiteindelijk terecht in de zakken van de aandeelhouders van de bedrijven.  Ons systeem werd dus volgepropt met privileges, die toevallig of niet vooral de hogere inkomens ten goede komen. Dat doet denken aan het ancien régime waar bepaalde bevolkingsgroepen (de aristocratie en de clerus) geen of weinig belastingen betaalden.

Privileges

Het wegwerken van die privileges zou het begrotingstekort snel doen dalen. De top 5 procent van de inkomens onderwerpen aan hetzelfde belastingtarief als dat van de modale Belg zou ons in de buurt van een begrotingsevenwicht stuwen. Het gelijkschakelen van de fiscaliteit op de eerste en tweede pijler zou miljarden opbrengen. Het uitkuisen van de subsidiestal zou hetzelfde bereiken.  In plaats van die privileges aan te pakken liggen nu voorstellen ter tafel die aan het grootste deel van de bevolking vraagt om voor de privileges van de happy few te betalen in de vorm van btw-verhogingen, indexsprongen en pensioeninleveringen. Die maatregelen, als ze doorgang vinden, zullen het vertrouwen van de bevolking in de eerlijkheid van de begrotingsoperatie volledig ondermijnen. Zo zal ook het vertrouwen in de politiek verder geërodeerd worden. Paul De Grauwe:  De auteur is professor economie aan de London School of Economics;  Zie hier verder

Waarom  vermogensbelasting?

Martial Toniotti in LAVA-media

Tax the rich. Het idee wint terecht wereldwijd terrein. De rijkdom van de rijksten groeit aan explosief tempo maar ontsnapt aan de fiscus. Een vermogensbelasting is technisch mogelijk en maatschappelijk noodzakelijk.

Het werd een historische gebeurtenis: voor de eerste keer sinds vele jaren ondertekenden de ministers van Financiën van de G20, onder wie die van landen als China, de Verenigde Staten, de Europese Unie en Rusland, bij consensus een document. Dat document stelt: “ Met volledig respect voor de fiscale soevereiniteit zullen we samenwerken om ervoor te zorgen dat de allerrijksten effectief worden belast.”

De verklaring blijft weliswaar vaag en heeft alleen symbolische waarde, aangezien er geen bindende component is, maar als de G20 erover praat, is dat omdat het belasten van de rijkdom van de rijkste mensen een niet langer te vermijden agendapunt is geworden. Ook in België kwam het onderwerp opnieuw in het nieuws tijdens de laatste verkiezingscampagne. In ons land zijn er mensen die honderden miljoenen of zelfs miljarden euro’s aan vermogen bezitten.

Maar of het nu in België is of elders in de wereld, zodra de kwestie van het belasten van de grootste vermogens ter sprake komt, hoor je altijd opnieuw dezelfde argumenten: een vermogensbelasting vernietigt de economische activiteit, ze voert een dubbele belasting in – en is dus oneerlijk omdat inkomen uit arbeid al belast wordt – België is al wereldkampioen inzake belastingen, een belasting op grote fortuinen doet de rijksten op de vlucht slaan en brengt dus niet veel op, ze ontmoedigt investeringen … En tot slot is het bezit van de rijksten geheim en moeilijk in te schatten, en dus onmogelijk om te belasten.

Grote fortuinen ontsnappen aan belasting

Laten we beginnen met de kwestie van de oneerlijke dubbele belasting die deze belasting zou creëren. Alle ontwikkelde landen hebben een inkomstenbelasting: je kunt dus zeggen dat ook de superrijken al belasting hebben betaald en dat een vermogensbelasting daarom betekent dat eenzelfde bedrag twee keer belast wordt.

Dit zou waar zijn als rijkdom het resultaat zou zijn van het accumuleren van spaargeld afkomstig van arbeidslonen. Zo werkt het voor de overgrote meerderheid van de bevolking die door te sparen op een loon dat al belast wordt, een vermogen opbouwt en daarmee een auto of een huis koopt, of zich een vakantie gunt. Maar voor de meeste gefortuneerden werkt het niet op die manier. Boven een bepaalde vermogensgrens is het niet meer spaargeld uit arbeidsinkomen waardoor je miljardair of multimiljonair wordt: 100 miljoen euro is het equivalent van 3.300 jaar onafgebroken werken en elke maand 2.500 euro opzijzetten. Het is dus totaal uitgesloten dat je met een arbeidsloon heel rijk kan worden!

Het belasten van het vermogen van de steenrijken is een onvermijdelijk discussiepunt geworden.

Het leeuwendeel van het inkomen van de rijken komt uit het bezit van land, onroerend goed, bedrijven of aandelen, gekocht of geërfd. En als je een bedrijf hebt dat in waarde stijgt door het werk van zijn werknemers, hoef je niet eens te werken. In 2021 toonde de krant Propublica aan dat Jeff Bezos, toen de rijkste man ter wereld, verhoogde kinderbijslag kon krijgen omdat zijn aangegeven arbeidsloon … nul dollar, nul cent bedroeg! Kapitaal wordt niet belast door inkomstenbelasting, omdat inkomstenbelasting in wezen arbeid belast. En het fortuin van de rijkste mensen komt niet voort van hun werk.

In werkelijkheid leven de rijksten voornamelijk door te lenen. Wanneer je miljarden aan activa hebt, zijn banken altijd bereid om je een paar miljoen te lenen om je dagelijkse uitgaven te financieren. Ze kunnen er zeker van zijn dat ze op tijd terugbetaald worden. “Is het terecht dat miljardairs minder belasting betalen dan hun chauffeurs?” Gabriel Zucman vroeg het zich op 25 juli 2024 af in een interview in Le Soir. Een terechte vraag, want deze situatie leidt ertoe dat de rijkste 1%, de rijkste 0,1% of zelfs de 0,01% rijksten uiteindelijk in verhouding tot hun rijkdom minder belasting betalen dan de middenklasse of zelfs de armsten.

Het resultaat is dat het deel van de rijkdom in handen van de zeer rijken blijft stijgen, net als de ongelijkheid, omdat de mazen in het belastingstelsel worden uitgebuit door zeer rijke individuen. En toch is er niets illegaals aan deze ontwijking. Dit is belastingoptimalisatie, geen fraude. Je kunt ook niet zeggen dat dergelijk gedrag immoreel is. In zijn boek Le Capital au XXIᵉ siècle laat Thomas Piketty duidelijk het mechanisme van deze accumulatie zien: hoe rijker iemand is, hoe hoger het rendement van zijn investering doorgaans is.

De rijkdom van de top 0,0001 procent van de wereld ( als percentage van het mondiale bbp ).

Bron: “A blueprint for a coordinated minimum effective taxation standard for ultra-high-net-worth individuals” , Gabriel Zucman.

Dit wordt zo’n groot probleem dat zelfs regeringen zoals die van de Europese Unie en de Verenigde Staten zich er zorgen over beginnen te maken. De G20 heeft een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs voorgesteld van ongeveer 2 procent: elk jaar willen ze de omvang van hun vermogen onderzoeken en als het bedrag van hun belasting lager ligt dan 2 procent van hun vermogen, gaat het verschil naar de fiscus.

Het is onwaarschijnlijk dat de G20 een dergelijke belasting zal invoeren, gezien het politieke gewicht dat miljardairs in veel landen in de publieke sfeer hebben. En economische macht geeft politieke macht. Toch is deze verklaring een stap in de goede richting. Net als bij de kwestie van het belasten van multinationals is het plan om de rijksten te belasten niet ambitieus, maar niemand kan nog ontkennen dat er een probleem is.

Een gapend gat in België: geen meerwaardebelasting

Wanneer in België het onderwerp vermogensbelasting ter sprake komt, is een van de eerste tegenargumenten dat het belastingniveau in het land al erg hoog is. Alle Belgen weten dit: arbeid wordt in België inderdaad zeer zwaar belast. Zoals alle West-Europese landen, belast België arbeid zwaar en kapitaal summier.

België heeft nog een andere bijzonderheid: het belast dividenden op aandelen, maar niet de meerwaarde op aandelen. Stel dat twee bedrijven in één jaar 1.000 euro winst boeken. Het ene bedrijf besluit één euro dividend uit te keren aan elk van zijn 1000 aandeelhouders. Ze worden dan belast tegen 30 procent. Het andere bedrijf besluit om de 1.000 euro op een bankrekening te zetten, waardoor de waarde van elk aandeel met één euro stijgt. Als aandeelhouders deze meerwaarde willen verzilveren, verkopen ze hun aandelen … en worden ze niet belast op de winst die ze daarmee maken. Economisch is dat twee keer hetzelfde, maar niet in de ogen van de fiscus. Kapitaalinkomsten worden in België in theorie belast tegen 30 procent, in de praktijk hoef je alleen de meerwaarden te realiseren om dit tarief te vermijden. Vermogen en inkomsten uit vermogen worden dus helemaal niet “twee keer belast”.

De rijkdom van de rijksten komt niet van hun werk.

Dit is des te problematischer omdat, zoals we hebben gezien, sommige zeer rijke huishoudens hun spaargeld in beleggingsfondsen stoppen die hen geen dividend uitkeren: ze worden dus niet belast. Daarna hoeven ze alleen nog maar te leven bij gratie van leningen, bij voorkeur van hun fonds. Canada, Japan en veel andere landen heffen wel een belasting op meerwaarde van aandelen. Zij doen dus beter dan België, maar dat is dus niet genoeg. Het enige wat je hoeft te doen is het geld in het beleggingsfonds laten zitten en naar de bank gaan om geld te lenen voor dagelijkse uitgaven. Zolang de aandelen niet worden doorverkocht, is er geen meerwaarde en dus ook geen belasting.

Kapitaalvlucht: een bestudeerd en beperkt fenomeen.

Het idee is zo oud als de straat: als we de rijksten belasten, gaan ze naar waar het gras groener is en de fiscaliteit gunstiger ; het kapitaal zal “verdampen” en uit het land verdwijnen. Het is een mythe. In Europese landen zijn al experimenten opgezet met vermogensbelasting. Bijvoorbeeld in Frankrijk. Er is veel onderzoek gedaan naar het langetermijneffect in Frankrijk.

De conclusie? Vermogensbelasting veroorzaakt amper kapitaalverplaatsing.

Wanneer een vermogensbelasting wordt ingevoerd, leidt dit wel tot een kapitaalvlucht in de korte tijd die daar onmiddellijk op volgt. In de economische literatuur over dit onderwerp wordt dit effect geschat op 7 tot 17 procent van het belaste kapitaal per procentpunt belasting.

Wanneer een vermogensbelasting wordt ingevoerd, leidt dit wel tot een kapitaalvlucht in de korte tijd die daar onmiddellijk op volgt. In de economische literatuur over dit onderwerp wordt dit effect geschat op 7 tot 17 procent van het belaste kapitaal per procentpunt belasting.

Als we, zoals Zucman voorstelt, het vermogen van miljardairs met 2 procent belasten, dan zou in eerste instantie tussen 14 en 34 procent van het vermogen van miljardairs verdwijnen, hetzij door belastingontduiking, hetzij door andere effecten zoals veranderingen in spaargedrag.

Maar andere studies tonen aan dat na deze initiële schok een groot deel van het kapitaal terugkeert naar het land van herkomst, zoals het geval was in Frankrijk. Het lijkt erop dat naast het principe van “als ze me belasten, ben ik weg”, er nog een ander belangrijk principe is, namelijk dat ze dicht bij wie en wat ze kennen willen blijven. Ook rijke mensen geven om hun familie, hun naasten, hun netwerk … Een Deens onderzoek toont aan dat voor Deense ondernemers de prioriteit bij het kiezen van een woonplaats de nabijheid van hun familie is.

Wereldwijd woont slechts 10 procent van de miljardairs niet in hun eigen land en dit cijfer is door de decennia heen stabiel gebleven.

Welke impact op de economie?

Tijdens de Belgische verkiezingscampagne van 2024 maakte het Federaal Planbureau in het kader van de kostenberekening van verkiezingsprogramma’s verschillende ramingen van de opbrengsten uit een mogelijke vermogensbelasting. Dit alarmeerde de superrijken en leidde tot een opiniestuk dat door 400 ondernemers werd ondertekend.

Hun belangrijkste punt: het vermogen belasten zal onvermijdelijk tot lagere groei leiden. Laat de ultra rijken dus maar zelf beslissen wat ze met hun vermogen doen. De logica is duidelijk: ondernemers investeren hun spaargeld op een efficiënte manier, terwijl de staat dat deel van het inkomen toch maar gebruikt voor iets anders dan investeringen te financieren. Resultaat: minder investeringen en dus minder groei.

Wat is daarvan aan? Is dit gebeurd in landen die een vermogensbelasting hebben geprobeerd? Verschillende recente onderzoeken vertellen een ander verhaal.

Door het vermogen te belasten, activeren we juist dat vermogen voor investeringen. Stel dat een lijfrentetrekker een stuk grond bezit dat hij niet bewerkt. Als hij belast wordt op deze grond, heeft hij er alle belang bij om die te verkopen aan iemand die de grond zal uitbaten, of om hem zelf uit te baten zodat de inkomsten ervan de belasting compenseren. In werkelijkheid verliezen dus niet de ondernemers het meest bij van een vermogensbelasting, maar de renteniers die kapitaal hebben dat ze niet investeren in een productieve activiteit. Denk aan landeigenaren, speculanten enzovoort.

Ten tweede pakt het beoogde tarief de rijkste individuen helemaal niet hard aan. Financiële activa groeien gemiddeld met 5 tot 10 procent per jaar, een belasting van 2 procent op deze activa is in feite slechts gelijk aan een belasting van 20-40 procent op de inkomsten uit deze activa. Met andere woorden, iets minder dan wat de algemene bevolking betaalt op haar inkomen uit arbeid.

Hoe zit het met de impact op de groei? Een onderzoek van een vermogensbelasting in Zweden lijkt erop te wijzen dat een vermogensbelasting van 1 procent tot 0,03 procent minder toegevoegde waarde leidt.

Dit is natuurlijk maar één onderzoek, maar het laat zien dat er geen wetenschappelijke consensus is over dit onderwerp.

In heel deze discussie over de economische impact wordt de olifant in de kamer natuurlijk over het hoofd gezien: een vermogensbelasting dient niet om de economische activiteit te verhogen, maar om een zekere fiscale rechtvaardigheid te garanderen, een rechtvaardigheid die momenteel zoek is. Het herverdelingseffect van een dergelijke maatregel zou een positief effect hebben op de samenleving. Verschillende sociologen benadrukken dat egalitaire samenlevingen beter presteren op een hele reeks sociaaleconomische indicatoren, zoals geestelijke gezondheid, welzijn van kinderen en geweld.

De inkomsten uit een vermogensbelasting, geherinvesteerd in volksgezondheid of onderwijs, zouden deze indicatoren verbeteren.

Erfgoed gaat niet over Picasso’s

Het belasten van kapitaal is allemaal goed en wel, maar hoe belast je activa waarvan je de waarde moeilijk kunt inschatten? Moet de fiscus wijnkelders bezoeken, postzegelverzamelingen of kostelijke fietsen inventariseren? Dit is nog een argument dat je vaak hoort: we weten niet waar het kapitaal van de rijkste mensen zit of hoeveel het waard is.

In feite bestaat het overgrote deel van het fortuin van rijke mensen uit aandelen in bedrijven en onroerend goed. Voor miljardairs zou de helft van deze aandelen uit beursgenoteerde bestaan en de andere helft uit niet-genoteerde. Volgens statistieken van de Nationale Bank van België vormen financiële en vastgoedactiva in België het leeuwendeel van de rijkdom van de topklasse. Het hoogste deciel van rijke mensen zou 470 miljard aan onroerend goed bezitten en 65 miljard aan beursgenoteerde aandelen.

België belast arbeid zwaar , maar kapitaal summier.

Dit fortuin is dus gemakkelijk in te schatten. Om beursgenoteerde aandelen te waarderen, kijk je gewoon naar de marktprijs. Voor niet-beursgenoteerde aandelen zijn er verschillende boekhoudmethoden. Met onroerend goed is het iets ingewikkelder, maar er bestaan wel methodes voor, zoals die in zwang bij erfenissen. Het is misschien moeilijk om de waarde van het Picasso-schilderij in de woonkamer van een of andere ondernemer in te schatten, maar hoeveel van zijn vermogen bestaat uit kunstwerken? En waarom niet gewoon de aankoopprijs nemen of de waarde waartegen het werk verzekerd is? En er zijn nog veel meer methoden.

Het debat over methoden mag ons in geen geval afleiden van het hoofddebat over fiscale rechtvaardigheid. Belasting op rijkdom is geen kwestie van kunnen meten, maar een politieke kwestie.

Een noodzakelijke keuze

Onlangs koos de Europese Commissie ervoor om de strenge criteria voor begrotingstekorten en overheidsschulden opnieuw te gaan toepassen. Voor België betekent het realiseren van het begrotingstekort en het terugdringen van de schulden dat het 30 miljard moet vinden tussen nu en 2030. Maar tegelijkertijd hebben we dringend behoefte aan massale investeringen, zoals in het koolstofvrij maken van de economie, het verbeteren van sociale programma’s en openbare infrastructuur.

Voor de meeste politici is de keuze snel gemaakt: om aan de Europese criteria tegemoet te komen moeten de overheidsuitgaven worden verlaagd en zal er dus fors moeten worden bespaard. Maar zelfs als je dit budgettaire keurslijf zou aanvaarden, dan is bezuinigen niet de enige optie. We kunnen ook de belastinginkomsten verhogen. De vermogensbelasting is een van de manieren om dit te bereiken, en niet de minste.

Slechts 10 procent van de miljardairs woont in een ander dan hun eigen land.

Mijn onderzoek,  gepubliceerd in mei 2024, toont aan dat de invoering van een vermogensbelasting jaarlijks tussen 8,9 en 13,2 miljard euro kan opbrengen voor de Belgische staat. De mogelijke belastingontwijking die dit zou meebrengen, kun je bestrijden met maatregelen zoals het afschaffen van bepaalde belastingniches. Met een vermogensbelasting kunnen we in ieder geval terugkeren naar een evenwichtige begroting, zonder dat degenen die werken de rekening betalen.

Afbraak van openbare diensten door geldgebrek en werkende mensen die steeds meer belasting betalen – dit is geen onvermijdelijk scenario, maar een politieke keuze. Zij die opkomen voor degelijke openbare diensten en eerlijke belastingen moeten ervoor vechten dat de volgende regering deze keuze niet meer maakt. Nu ook de ministers van Financiën van de G20 overwegen om de rijksten een bijdrage te laten leveren, is dit heel goed mogelijk! De belangrijkste argumenten tegen deze maatregel zijn niet gebaseerd op feiten of wetenschappelijke literatuur. Aangezien het idee van een vermogensbelasting steeds weer opduikt bij elke begrotingsbeslissing, zal die niet snel uit het nieuws verdwijnen. Er is steeds meer steun voor de invoering ervan, ook van niet-links, en bijna niemand anders dan zij die eraan onderworpen zouden worden, verzetten zich ertegen. Waarom voeren we ze dan niet in? 

Bron: LAVA

Lesgeven combineren met een lerarenopleiding = lerarenbonus

Lesgeven combineren met een lerarenopleiding = lerarenbonus

Heb je nog geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs en volg je tegelijkertijd de lerarenopleiding? Dan heb je recht op zo’n lerarenbonus. Heb je al een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, maar volg je een lerarenopleiding die leidt tot een vereist bekwaamheidsbewijs voor een knelpuntvak of -ambt? Dan moet je schoolbestuur eerst instemmen met een lerarenbonus. De wekelijkse vermindering van je opdracht is dan een gunst, geen recht.

In beide gevallen gelden wel enkele voorwaarden. Je moet minstens halftijds aangesteld zijn in een wervingsambt van het gewoon of buitengewoon basis- of secundair onderwijs, zoals onderwijzer, leraar, opvoeder, ICT-coördinator of administratief medewerker. Bovendien telt je aanstelling minimaal 105 aaneensluitende kalenderdagen. En je bent ook ingeschreven in een lerarenopleiding.

Je inschrijvingsbewijs van de lerarenopleiding bezorg je aan je school. Die deelt je lerarenbonus mee aan AGODI via een elektronische zending. Het volume van je bonus wordt berekend op basis van je opdracht. Werk je 50 tot 74 procent van een voltijdse opdracht, dan heb je recht op een wekelijkse vermindering van 2 prestatie-eenheden. Neem je 75 procent of meer van een voltijdse opdracht op, dan slinkt die met 3 prestatie-eenheden.

Prestatie-eenheden? Dat zijn lestijden, lesuren, uren-leraren of klokuren. Hoewel je 2 of 3 uren per week minder werkt, telt de lerarenbonus wel mee in de berekening van de verzamelde uren voor je TADD, benoeming of pensioen.

Levenslang leren zonder loonverlies?

Je lerarenbonus kan ingaan vanaf 1 september of op het moment dat je start in de lerarenopleiding. Geef je bijvoorbeeld halftijds les in het secundair onderwijs en volg je pas vanaf februari de lerarenopleiding? Dan heb je vanaf 1 februari recht op de lerarenbonus, als je aan alle voorwaarden voldoet.

Eens toegekend behoud je je lerarenbonus tot het einde van het schooljaar. Wordt je aanstelling als leraar in een basisschool na enkele maanden uitgebreid van 16/24 tot 24/24? Dan wordt je lerarenbonus niet opgetrokken naar 3 prestatie-eenheden, maar behoud je de wekelijkse vermindering met 2 prestatie-eenheden tot eind juni. Zolang je recht hebt op de lerarenbonus, wijzigt het volume ervan dus niet in de loop van het schooljaar. Word je in de loop van het schooljaar minder dan halftijds aangesteld of eindigt je aanstelling al eerder? Dan vervalt je lerarenbonus meteen. Net als wanneer je je lerarenopleiding nog tijdens het schooljaar stopzet.

Na maximaal 3 opeenvolgende kalenderjaren, te rekenen vanaf de eerste dag van je inschrijving in de lerarenopleiding, is je lerarenbonus opgebruikt. De maatregel over de lerarenbonus zelf loopt af op 31 augustus 2030. Wie de lerarenbonus nog opneemt vóór 1 september 2030, kan er na 31 augustus 2030 wel verder gebruik van maken.Alle voorwaarden lees je in omzendbrief PERS/2022/04.
Wil je weten wat de lerarenbonus voor jou kan betekenen, mail dan naar wordleraar@vlaanderen.be

Beter omgaan met conflicten

Overal waar mensen samenleven, doen zich kleine en grotere conflicten voor. School is daar geen uitzondering op. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn. Alleen schort er iets aan de manier waarop we conflicten aanpakken. We reageren krampachtig, vegen ze onder de mat of schieten in de verdediging. Herstelgericht werken toont een alternatief waar zowel leerling als leerkracht beter van wordt. 

Beter met conflicten leert je hoe je conflicten aangrijpt als een groeikans voor jezelf en anderen. Hierdoor ontwikkel je gezonde relaties die bijdragen aan een veilig schoolklimaat dat het samen leren en werken beter faciliteert. Met de tools in dit boek kan je meteen aan de slag.  Als leerkracht sta je onder voortdurende hoogspanning. Door de vele, diverse noden van leerlingen kom je nauwelijks nog aan lesgeven toe. Leerlingen stellen uitdagend gedrag waar jij niet altijd een pasklaar antwoord voor hebt. Zonder dat je het wil, ga je met hen in de clinch. Dit is niet waarom je leerkracht bent geworden. Maar het kan anders! 

Als conflicten en uitdagend gedrag niet goed worden aangepakt, dreigen mensen uit te vallen. Maar hoe kan je daar sterker in worden? En waar leer je dat?      Met deze hybride basisopleiding geven we jou als leerkracht stevige handvaten die meteen inzetbaar zijn in je klas. Je krijgt een duidelijk kader dat makkelijk gedeeld kan worden onder collega’s enerzijds, en effectieve methodieken die je helpen:  Uitdagend gedrag aan te pakken  Jongeren verantwoordelijkheid te leren nemen  Veiligheid en vertrouwen te installeren waar leren echt mogelijk is  Zelfzeker met uitdagend gedrag op school: start 19 januari 2026 – € 285 | Ligand