RESET (Commentaar van Louis Tobback in SAMPOL)

Er werd mij door Samenleving & Politiek gevraagd een commentaar te schrijven op het recente, mogelijk ‘magnum opus’ van Mark Elchardus: Reset.

Aanleiding was ongetwijfeld dat Elchardus, tijdens mijn SP-voorzitterschap, alom het etiket kreeg opgespeld van ‘huisideoloog’.

En ook al was die functie niet voorzien in de partijstatuten en werd de titel door geen enkel SP-congres bekrachtigd, valt het niet te ontkennen dat hij in die tijd vertaalde wat bij velen van ons, en in het bijzonder bij mij, als analyse leefde.

Dat de analyse door een gerenommeerd VUB-socioloog werd gedeeld en uitgedragen, was een groot pluspunt. Ook al werd het in linkse kringen als ‘flinks’ weggezet.

De theorie van de breuklijnen, waar we op de socio-economische as door het neoliberalisme van Thatcher, Friedman, Hayek en Reagan in het defensief werden gedwongen, werd door velen gecompenseerd door een offensieve aanpak op de ethische as (abortus, euthanasie, homohuwelijk, enzovoort).

Op de ene as werd door sommigen soelaas gezocht (of was het troost) in de Derde Weg en het afschudden van de ideologische veren (Wim Kok). Op de andere as vonden we de liberalen en het cement voor paarse regeringen.

Het ene beviel mij niet, op de andere as wou ik heel graag het voortouw nemen, maar beviel mij de onbeperkte jacht op de denkbeeldige taboes niet, gekoppeld aan het ‘verboden te verbieden’.

Op congressen las ik voor uit Koos Vorrink en zijn Om de vrije mens der Nieuwe Gemeenschap (1933).

Ik denk dat we allebei, Elchardus en ik, overtuigd waren dat de strijd voor emancipatie, gelijkheid en ‘volksverheffing’ zich niet mocht laten verdringen door het streven naar rechten die geen plichten zijn en vrijheid die geen verantwoordelijkheid impliceert.

Ik was en ben, net als hij, van mening dat de onmacht van de Staat, als het over migratie gaat, maar evenzeer over het klimaat, een pandemie, de gasprijzen of pensioenen…, de deur openzet voor het populisme (onder welk label dan ook).

Ik achtte het dus mijn plicht om de ‘dikke Elchardus’ (zoals de uitgever het boek oneerbiedig maar niet ten onrechte schijnt te noemen) van bladzijde 1 tot en met bladzijde 605 te lezen. Met stift in de hand.

Wanneer ik de meeste commentaren van de afgelopen weken lees, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat we met weinigen dezelfde verdiensten als de mijne kunnen opeisen.

En dat zal waarschijnlijk zo blijven.

Zoveel eruditie en belezenheid, samengepropt in 552 bladzijden tekst, 19 bladzijden bibliografie (klein lettertype) en 33 bladzijden noten om een universitaire cursus van zo’n 500 bladzijden als aanloop naar 50 bladzijden politiek pamflet te produceren, is zwaar om verteren.

Reset zal, zoals Das Kapital, in vele boekenkasten staan. En weinigen zullen het gelezen hebben.

DIT IS NATIONALISME

Kort door de bocht ons fundamenteel meningsverschil: ik denk dat een leefbare, socialistische, aanvaardbare samenleving slechts mogelijk is in grotere gehelen dan vandaag (internationalisme) – Mark Elchardus ziet slechts heil in de kleinere, homogene gehelen (nationalisme).

De toon wordt gezet met een liefdevol instemmend citaat van A.H. Müller uit 1809 (p. 253):

“De natie is een sublieme gemeenschap van een lange opeenvolging van generaties, verleden, heden en toekomst (…) die zich uitdrukt in een gemeenschappelijke taal, gedeelde gewoonten en wetten, in gedeelde instellingen.”

Dat sublieme moet ‘de paster’ van Alveringem doen likkebaarden hebben.

Het wordt echter dubieus als ook Jaurès voor dit karretje wordt gespannen (p.252).

Het zal voor de dader, Raoul Villain, een onaangename verrassing zijn te moeten vernemen dat hij een nationalist heeft vermoord.

Want hoe anders dan als nationalisme kun je na een bladzijdenlange aanloop dit pleidooi anders plaatsen:

“Naties (…) moeten aan zichzelf bouwen: het voelen, denken en doen van hun leden homogeniseren. (…) Publieke symbolen, rituelen worden daartoe, minder of meer bewust, minder of meer systematisch en geïnspireerd aangewend.”

Hebt U ook niet de indruk dat de Taliban met dit recept al vergevorderd is?

Grenzen zijn niet alleen noodzakelijk. Ze krijgen ook een goddelijke status. Op bladzijde 62 wordt Terminus erbij gehaald, de Romeinse god van de grenzen.

En er wordt aangetoond dat er – Hallelujah – steeds meer grenzen (30.000 kilometer!) bijgekomen zijn sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het voormalige Joegoslavië. Serviërs, Kroaten, Montenegrijnen, Macedoniërs en Slovenen streven allemaal naar nationale soevereiniteit.

Waarbij we misschien mogen aanstippen dat ze (met uitzondering van de Slovenen) zeer teleurgesteld zijn over de traagheid waarmee hun vraag tot aansluiting bij de EU wordt behandeld.

Het kan toch niet zo zijn dat nationalisten op de centen (de rechten) uit zijn, maar van de plichten af willen (zie de Slovenen en de Polen).

Het wordt helemaal gortig wanneer een heel hoofdstuk wordt besteed aan het neersabelen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en het wordt helemaal absurd wanneer wordt gepleit voor het afwijzen (hervormen, vernietigen …) van rechterlijke uitspraken door parlementaire meerderheden.

Om volledig te zijn: een bijzondere meerderheid.

Waarom moet die meerderheid overigens ‘bijzonder’ zijn? Ik citeer:

“Volgens de aanhangers van de radicale verlichting [terminologie van de auteur, sic] is de gemeenschap de bron van de rechten, de enige, en staat niets boven de gemeenschap die de rechten soeverein schrijft en handhaaft.” (p.19)

“Het volk is de soeverein, de enige legitieme bron van de wet” (p.216)

En het Volk gaat zelfs boven wis- en rekenkunde:

“Aangezien het voor experts nagenoeg onmogelijk blijkt de baten en kosten van migratie goed in te schatten, lijkt de beste schatting het oordeel van de mensen.” (p.341)

“De oordelen van de burgers lijken me de beste meetlat om de kosten en baten van migratie te beoordelen.”(p.341)

Al moeten we toch nog snel vermelden dat volgend (onbetrouwbare, cfr supra) enquêtes een legale Japanse immigrant 200.00 euro opbrengt en een Marokkaan 550.00 euro kost. Toch maar even uw aandacht op vestigen.

Met deze citaten en de ‘onbetrouwbare’ cijfers zijn we dus definitief gevaccineerd tegen de enquêtes van sociologen.

DIT IS HENDRIK DE MAN

Ik zal mezelf niet langer kastijden met het citeren van steeds schokkender passages of het opsommen van denigrerende uitspraken over “in de waan verkerende verlichters”, EU-elites, politieke elites, kortom allen die zouden durven twijfelen aan de enige nationale heilstaat als uitgangspunt van dit pamflet.

Voor wie daar zou aan twijfelen: ik schrijf dit alles niet met vreugde. Maar met treurnis.

Elchardus heeft, zoals hij het in zijn dankwoord verwoordt, geen vrienden verloren. Zijn vrienden hebben hem verloren.

Neen, ik kan het niet eens zijn met het verwerpen van het “Duizendjarige Rijk van de Mensenrechten”, zoals hij dat denigrerend formuleert. Ik denk zelfs dat wie zich links en progressief, of rechts en democratisch, noemt dat Rijk als eeuwigdurend zou moeten beschouwen.

Maar vermits hijzelf zich met het ‘Duizendjarige Rijk” een allusie op de jaren 1930 veroorlooft, ga ik dat onrechtstreeks ook doen. Dezer dagen, na de eerste perscommentaren over het boek, ontmoette ik enkele kennissen. Twee van hen zeiden het spontaan: “Dit is Hendrik De Man.”

De Man zocht, in zijn frustratie over partij, beweging, vakbond en de mislukking van zijn ministerschap en vooral het planisme, een vluchtheuvel in wat hij noemde: “le socialisme national”.

Ik durf het niet vertalen. Voor je het weet voegt een slechte mens er een koppelteken aan toe.

Het werd de persoonlijke tragedie van een groot intellectueel, economist en socioloog.

Ik vrees dat ik met Reset een light-versie heb gelezen.

Het zou mij werkelijk benieuwen te vernemen welke frustratie deze linkse apostel van zijn paard heeft gebliksemd.

Het kan toch niet zijn dat al wie volgens het dankwoord hoofdstukken van het boek gelezen heeft, daar ook verantwoordelijk zou voor tekenen? Als dat zo zou zijn – ik denk aan de juristocratie, de tirannie van de meerderheid, de puntensystemen voor migranten – dan zou ik moeten concluderen dat Elchardus op de trein van de geschiedenis zit en dat ik dus wel degelijk een politicus, maar ook een socialist, ben van de vorige eeuw.

Men late mij dan deze troost: ‘Et fier de l’être’.

Louis Tobback in SAMPOL

Arco-coöperanten gejost

Arco-coöperanten gejost

2.100 Arco-coöperanten krijgen hun geld niet terug: rechtbank heeft dossier onontvankelijk verklaard

De ondernemingsrechtbank in Brussel heeft de vordering van ruim 2.100 Arco-coöperanten die hun geld terug-vroegen, afgewezen. Het is de eerste keer dat er een vonnis wordt geveld in een Arco-zaak. Volgens de rechtbank is de vordering onontvankelijk onder meer omdat de coöperanten geen individuele dossiers indienden.

10 jaar nadat Arco samen met de bank Dexia ten onder is gegaan, is er een eerste vonnis geveld in een zaak die was aangespannen door mensen die destijds hun geld verloren.

Net voor de zomer, in juni, vonden eindelijk de eerste pleidooien plaats in een eerste Arco-zaak. Het gaat om 2.100 mensen die belegden in coöperatieve aandelen van Arco-vennootschappen, maar hun geld kwijtspeelden in de financiële crisis. Ze vroegen allemaal een schadevergoeding.

Wat de uitspraak ook zou zijn, ze zou enkel van toepassing zijn op de 2.100 coöperanten die deze zaak aanspanden, niet voor de 800.000 andere Arco-coöperanten (van wie er ook nog anderen zaken aanspanden, die nog moeten voorkomen).

De rechtbank is er nu met een vonnis, waarin vooral een technisch aspect naar voren lijkt te komen. “De Arco-coöperanten leggen een gezamenlijk dossier met bewijsstukken neer zonder aan te duiden welke coöperant door welk stuk zou zijn misleid”, aldus het persbericht van de rechtbank waarin het vonnis wordt toegelicht.

“Alsof alle eisers door alle stukken van alle Arco-vennootschappen, én Belfius, én de Belgische Staat, én mevrouw Francine Swiggers – één van de bestuurders van de Arco-vennootschappen – bedrogen zouden zijn.” De rechtbank wijst er dus op dat het niet om een groepsvordering ging. Elke coöperant moest dus individueel bewijs leveren maar dat is volgens de rechtbank niet gebeurd. Door de coöperanten ingevulde vragenlijsten aanvaardde de rechtbank niet als bewijs.

Voor Francine Swiggers lijkt de uitspraak een overwinning.
Arco-topvrouw Swiggers eist zelf schadevergoeding van coöperanten.

De coöperanten beschuldigden haar van jaarrekening-fraude. Maar Swiggers reageerde met een tegenvordering en kreeg gelijk: de rechtbank veroordeelde de eisers tot een betaling van schadevergoeding van 1 euro aan haar. Erik Bomans, die als advocaat en CEO van Deminor heel wat Arco-coöperanten bijstaat, heeft nog niet gereageerd op wat de eventuele verdere mogelijkheden zouden zijn. Sowieso kan er beroep worden aangetekend tegen het vonnis.

15% vennootschapsbelasting goedgekeurd

15% vennootschapsbelasting goedgekeurd

Op 8 oktober bereikten 136 van de 140 landen bij de OESO/G20 onderhandelingen over een internationale herziening van de vennootschapsbelasting een akkoord.

  • Alle OESO-, G20- EU-landen ondersteunen het akkoord
  • Pijler I omvat de herverdeling van een deel van de belastingheffingsrechten van het thuisland van multinationals naar de markten waar ze actief zijn of winst maken.
  • Pijler II omvat een wereldwijd minimumtarief van 15% voor de vennootschapsbelasting.

136 landen aan boord

Het akkoord voor het Inclusive Framework on Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) wordt ondersteund door alle OESO-, G20- en EU-landen. De ‘Verklaring over een tweepijleroplossing voor aanpak van de fiscale uitdagingen die voortvloeien uit de digitalisering van de economie’ vormt een update van de tussentijdse politieke overeenkomst die in juli al werd bereikt in verband met het Inclusive Framework on BEPS.

Bij dat tussentijds akkoord waren Hongarije, Ierland en Estland niet akkoord. Zij maakten nu een einde aan hun voorbehoud, waardoor alle EU-landen aan boord kwamen. Europese Commissie-president von der Leyen deelde alvast mee dat ze verheugd was over het akkoord. “Dit is een historisch moment. Het is een belangrijke stap voorwaarts om ons mondiale belastingstelsel eerlijker te maken.” Vier landen, namelijk Kenia, Nigeria, Sri Lanka en Pakistan zijn nog niet toegetreden.

De tweepijleroplossing werd op 13 oktober  voorgelegd aan de ministers van Financiën van de G20 in Washington D.C., en vervolgens aan de G20-leiders tijdens de top in Rome aan het eind van oktober. Daar zullen de details van de overeenkomst gefinaliseerd worden.

De landen streven ernaar in de loop van 2022 een multilateraal verdrag te ondertekenen, met effectieve uitvoering in 2023. Dat verdrag is al in ontwikkeling en zal het instrument zijn voor de tenuitvoerlegging van het nieuw overeengekomen heffingsrecht onder de eerste pijler, alsook voor de standstill- en schrappingsbepalingen met betrekking tot alle bestaande belastingen op digitale diensten en andere soortgelijke relevante unilaterale maatregelen. De OESO zal in de loop van 2022 ook modelregels ontwikkelen voor de omzetting van de tweede pijler in nationale wetgeving, die in 2023 van kracht moeten worden.

Pijler I: herverdeling belastingheffingsrechten

De eerste pijler zal zorgen voor een eerlijkere verdeling van winsten en belastingheffingsrechten met betrekking tot de grootste en meest winstgevende multinationals. Ze zal een aantal belastingheffingsrechten over multinationals herverdelen van hun thuislanden naar de markten waar zij bedrijfsactiviteiten ontplooien en winst maken, ongeacht of bedrijven daar fysiek aanwezig zijn. Meer bepaald zullen multinationals met een wereldwijde omzet van meer dan 20 miljard euro en een winstgevendheid van meer dan 10% onder de nieuwe regels vallen. 25% van de winst boven het break-even-point van 10% zal worden herverdeeld over de marktjurisdicties.  Winningsindustrieën en gereguleerde financiële diensten vallen hierbuiten.

Deze pijler zal naar schatting jaarlijks 125 miljard dollar overhevelen naar marktjurisdicties, dus de markten waar multinationals actief zijn of winst maken. In verhouding tot de bestaande inkomsten zullen de inkomsten van de ontwikkelingslanden naar verwachting groter zijn dan die van de meer geavanceerde economieën.

Pijler II: wereldwijd minimumtarief

De tweede pijler introduceert een wereldwijd minimumtarief voor de vennootschapsbelasting van 15% dat van toepassing zal zijn op ondernemingen met een omzet van meer dan 750 miljoen euro.

De slotonderhandelingen over deze pijler spitsten zich toe op de mogelijkheid om op basis van “substance-criteria” bedragen in mindering te brengen op de belastinggrondslag.

Er is ook voorzien in een uitsluiting voor rechtsgebieden waar een grote onderneming een omzet heeft van minder dan 10 miljoen euro en een winst van minder dan 1 miljoen euro. Volgens de OESO zal jaarlijks ongeveer 150 miljard dollar aan nieuwe inkomsten worden gegenereerd. Verdere voordelen zullen ook voortvloeien uit de stabilisatie van het internationale belastingstelsel en de grotere belastingzekerheid voor belastingbetalers en belastingdiensten.

Ze draaien ons zot

Ze draaien ons zot

Op 18 november stelt Kim De Witte zijn nieuwste boek ‘Ze draaien ons zot’ voor in Antwerp Engineering Company (AEC) in Antwerpen. Verwacht je aan een avond vol activisme, cultuur en solidariteit.

Kim en uitgeverij EPO nodigen jou uit om erbij te zijn. Schrijf je hier in:     https://forms.gle/nDazFSaTCDk8fNzz5

Een meeslepende zoektocht naar meer preventie en bescherming op het werk en naar maatschappelijke remedies om de balans tussen werk en leven recht te trekken, van jong tot oud.

We worstelen met ons werk. Overal is het meer-doen-met-minder-mensen, flexibeler zijn, langer werken. Werkstress en burn-outs exploderen. We draaien zot.

Kim De Witte trekt langs de machinekamers van die zotte koers. “Van jong tot oud activeren”, hoor je daar. Activeren op de arbeidsmarkt: alleen dát telt. Werken tot 67? Dat is al gisteren! De Europese Commissie adviseert de Belgen te werken tot…70 jaar. En de Litouwers tot 72 jaar, hoger dan de levensverwachting daar.

Waarom blijven we dat accepteren? Overal rijst die vraag. Bij de pickers en koeriers van Amazon, bij de bouwvakkers, in de callcenters, in de zorg, bij de flexwerkers. Nog luider klinkt deze vraag bij de experimenten met werktijdverkorting in IJsland en Spanje en bij de pensioenopstanden in Frankrijk, België en Kroatië.

Ze draaien ons zot is een meeslepende zoektocht naar meer preventie en bescherming op het werk en naar maatschappelijke remedies om de balans tussen werk en leven recht te trekken, van jong tot oud. Auteur: Kim De Witte

Fantoomgroei

Fantoomgroei

Fantoomgroei  of  Waarom we steeds harder werken voor steeds minder

Psycholoog Paul Verhaeghe, auteur van ‘Houd afstand, raak mij aan’ las het boek ‘Fantoomgroei – Waarom we steeds harder werken voor steeds minder’ van Sander Heijne en Hendrik Noten, twee jonge Nederlanders. Het boek behandelt de Nederlandse economie maar is volgens Verhaeghe even toepasbaar op buurland België.

Toen ik in mijn laatste boekje Houd afstand, raak mij aan mijn kritiek op groei scherper dan ooit formuleerde (‘Groei is de grootste leugen van onze tijd’) vonden een aantal coryfeeën uit de bedrijfswereld en zelfs één hoogleraar het nodig om dit te ridiculiseren.

Ik heb nooit veel geduld gehad met hoogopgeleide idioten en dat betert niet met ouder worden. Argumenten tegen de huidige versie van groei liggen voor het rapen, maar dan moet je wel uit je ideologisch-dogmatische bubbel stappen.

Voor mij ligt een boek geschreven door twee jonge Nederlanders (de een werkt als bestuurskundige bij het Nederlandse equivalent van VoKa; de ander is een journalist met economie als focus). Hun uitgangsvraag betreft de volgende paradox: de (Nederlandse) economie is de voorbije decennia met tientallen procenten gegroeid, terwijl de reële gezinsinkomens in diezelfde periode vrijwel niet gestegen zijn.

Hoe komt dat? Tijdens hun onderzoekswerk zijn ze, naar hun eigen zeggen, van de ene verrassing in de andere gerold. De kern van de verklaring ligt al vervat in hun titel – de huidige groei is fantoomgroei – en krijgt in het boek een onderbouwde uitwerking.

Dit is de zoveelste studie in de rij die uitlegt hoe verknipt ons economisch bestel in elkaar zit, waarom dat het geval is en wat we daar kunnen aan doen. In het vorige boek dat ik besprak (Werk, door Suzman) kwam ‘de grote ommekeer’ al aan bod, de benaming voor de loskoppeling van lonen en productiviteitsstijgingen vanaf 1980, met als gevolg een steeds scherper wordende ongelijkheid).

In een nog oudere blog besprak ik de systemische verklaring voor de evolutie van de vrijemarktsamenleving, die ik in het werk De onzichtbare hand van Van Bavel vond. Fantoomgroei illustreert wat er in de laatste fase van een vrijemarktsamenleving gebeurt, en wat de verschillen zijn met het officiële verhaal.

In Nederland is het boek een enorm succes: gepubliceerd in juni 2020 waren er in oktober al vijf herdrukken. Het onderwerp leeft, het besef dat onze huidige economie op waanzin berust, neemt hand over hand toe en zal binnenkort boven een kritische drempel uitstijgen. Daarna volgt verandering, goedschiks of kwaadschiks.

De auteurs merken terecht op dat de toenemende ongelijkheid dé verklaring is voor de opkomst van rechts-populistische bewegingen. Hoe terecht de onvrede bij de aanhangers van deze bewegingen ook moge wezen, populisten leggen de oorzaak krak op de verkeerde plaats: bij de ‘linkse elites’, bij de moslims, bij de vrouwen.

Nee hoor, de oorzaak ligt in ons sociaaleconomisch bestel, dat is de pijnlijke waarheid. Pijnlijk omdat net dit bestel ons ooit welvaart en vooruitgang gebracht heeft, maar nu exact het tegenovergestelde doet (voor de verklaring, opnieuw, lees van Bavel).

Wie bekend is met de materie, kent de pijnplekken, een opsomming kan dan ook volstaan. De ruimere uitleg hoe dit in Nederland sedert 1982 stap voor stap geïnstalleerd werd en hoe dit in een nog ruimere historische achtergrond kadert, kan je in het boek lezen.

Belastingen benadelen loontrekkenden en bevoordelen bedrijven en vermogens. Loonsverhogingen zijn uit den boze, belastingvoordelen voor bedrijven en vermogens zijn de regel.

De inkomenskloof wordt steeds groter, zowel de rijkdom als de armoede nemen toe.

Bezuinigingen ‘om de economie te stimuleren’ gebeuren altijd ten koste van de huishoudens en de publieke sector (onderwijs, zorg, justitie, politie, …).

Onder het mom van ‘optimalisatie’ genieten werknemers steeds minder bescherming en in sommige gevallen draagt de overheid daar actief toe bij. Het gevolg is dat dezelfde overheid steeds meer uitkeringen moet betalen.

De huidige ‘groei’, zowel bij gezinnen als bedrijven, berust op schulden. Groei is fantoomgroei.

Op de achtergrond worden voortdurend dezelfde riedeltjes herhaald: wie hard genoeg werkt, kan het maken; wie arm is, heeft dat aan zichzelf te danken; steuntrekkers zijn profiteurs; de lonen zijn veel te hoog, inlevering is nodig; bedrijven die te veel belasting moeten betalen, zullen naar het buitenland vertrekken, enzovoort.

Het pijnlijke is dat de door ons verkozen politici niet meer bij machte blijken te zijn om ‘de’ economie (lees: de beursgenoteerde bedrijven) tot de orde te roepen. De voorbije decennia heeft er een merkwaardige omkering plaatsgegrepen: het is de overheid die zich regels laat opleggen, hetzij uit onmacht, hetzij – in het allerslechtste geval – omdat ze corrupt zijn.

In 2015 onthulde het NRC Handelsblad dat de nieuwe wetgeving voor financiële markten, ingediend door J.Dijsselbloem, grotendeels geschreven was door de lobbyisten van ING. Alsof je pedofielen de wetgeving over jeugdzorg laat herschrijven. Met dergelijke praktijken hoeft het ons niet te verwonderen dat multinationals tegenwoordig nauwelijks belasting betalen, en dat terwijl het toptarief in Nederland ooit tweeënzeventig procent was en in de VS zelfs negentig procent.

De in het boek besproken evolutie en voorbeelden betreffen Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder, maar kunnen probleemloos toegepast worden op België. Ik geef één voorbeeld, zomaar geplukt uit de krant van 18 januari (DS 18 januari 2021, Matthias Somers, Voor zeven euro meer).

In België zijn de loononderhandelingen bezig, en nu al staat wettelijk (inderdaad: wettelijk – zie hoger: wie schrijft er die wetten?) vast dat de lonen de komende twee jaar maximaal met 0,4 procent mogen stijgen. Concreet houdt dit in dat iemand die met een voltijdse baan 1.700 euro bruto verdient (dat zijn meer mensen dan de lezers van deze blog vermoeden) de komende twee jaar een opslag krijgt van maximaal 7 euro, bruto.

Waar de lezers nog veel minder weet van hebben betreft andere, eveneens door dezelfde wet vastgelegde beperkingen bij de loononderhandelingen. Bijvoorbeeld:

er mag geen rekening gehouden worden met de toegenomen productiviteit (die is in België hoger dan in de buurlanden);

er mag geen rekening gehouden worden met de loonkostsubsidies; begrijp: met de cadeaus die het bedrijfsleven gekregen heeft van de overheid (in 2019 voor een totaal van 12,5 miljard euro) door specifieke verminderingen van werkgeversbijdragen;

er mag geen rekening gehouden worden met de ‘taxshift’, die de bedrijven in 2019 een voordeel van 2,8 miljard euro opleverde, wat ze bovendien – dit wordt écht een karikatuur – door een handige boekhoudkundige truc mochten bijtellen bij hun kosten voor de sociale zekerheid (die ze niet betaald hebben); laat dat even tot je doordringen: je krijgt geld, en dat mag je aftrekken van je belastingen? De teneur van deze wetgeving illustreert meerdere pijnpunten uit de opsomming die ik hoger puntsgewijs maakte. Is het dan zo vreemd dat steeds meer mensen voor ultrarechts of ultralinks stemmen?

Echte verandering is nodig en vraagt vooreerst om een andere blik; een revolutie berust op een ideeën-revolutie. Het derde en laatste deel van het boek draagt als titel Het nieuwe verhaal. Dat economie tot de harde wetenschappen zou behoren, geloven zelfs de meeste economen niet langer.

Het fabeltje over de verzorgingsstaat die de samenleving om zeep dreigde te helpen, is aan vervanging toe. Het nieuwe verhaal moet economie ten dienste stellen van de gemeenschap, en niet omgekeerd. De auteurs bespreken tal van reële voorbeelden hoe het anders kan, zoals Just Transition, The Green New Deal, de Samso-transitie1, het Emilian Model2, …

Ongeveer alle voorbeelden zijn ontstaan aan de rafelranden van bestaande systemen, met individuele burgers of lokale gemeenschappen als initiatiefnemers. In het beste geval krijgen zij na verloop van tijd de overheid aan hun kant en maakt ook de politiek een keuze in het belang van de gemeenschap. In het slechtste geval worden ze door de overheid tegengewerkt.

Dit is zonder twijfel een ethisch-politieke discussie waarbij verschillende ideologieën tegenover elkaar komen te staan. Sociale ongelijkheid is voor de één fundamenteel onrechtvaardig, voor de ander een ‘natuurwet’ en dus correct.

Het debat daarover voeren we sinds de Verlichting en is zelfs nog ouder, waarbij iedereen eigen argumenten aanvoert om het grote gelijk te bewijzen.

Wat niet langer weggezet kan worden als een discussiepunt, is de klimaatverandering. Dit is geen ideologie, maar harde wetenschap. Laat die klimaatverandering nu net veroorzaakt worden door ditzelfde economisch model.

Het is de in dit geval reële groei van de voorbije vijftig jaar die de komende eeuw het water tot aan de lippen van onze kinderen zal laten komen. Samen met de auteurs hoop ik dat de coronacrisis en de economische fall-out die eraan zit te komen, ons ertoe zullen brengen te kiezen voor wat eigenlijk geen keuze is: ‘Uw geld of uw leven’.  Bron: De Wereld Morgen