by admin | aug 8, 2024 | Varia
Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz. Hierbij een kort overzicht.
- Behandeling borstkanker enkel nog in erkende borstklinieken
Borstkankerpatiënten kunnen vanaf 1 augustus enkel nog terecht in erkende borstklinieken voor chirurgische ingrepen. Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) zet de financiering van ziekenhuizen zonder erkenning stop.
Patiënten kunnen voor hun initiële diagnose wel nog terecht in elk ziekenhuis, maar voor het daaropvolgende multidisciplinair oncologisch consult (MOC) kan dat niet. In dat consult bekijkt een team artsen wat de vervolgstappen zijn. Patiënten kunnen voor vervolgbehandelingen zoals chemo- of radiotherapie vervolgens ook nog terecht in andere ziekenhuizen, op voorwaarde dat deze samenwerken met een erkende kliniek.
Vandenbroucke vindt het nodig om de terugbetaling van chirurgische ingrepen stop te zetten in ziekenhuizen zonder erkenning. Vrouwen die een behandeling krijgen in een niet-erkende kliniek hebben namelijk 30 procent meer kans om te sterven aan borstkanker. Dat blijkt uit een studie van het Kenniscentrum voor Gezondheidszorg van maart 2023.
- Nieuwe directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Oud-kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen neemt op 1 augustus de fakkel over van Lieven Boeve als directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Vanobbergen is nog maar de derde topman van het Katholiek Onderwijs die geen kerkelijk ambt bekleedt. In mei heeft hij zijn nieuwe carrièrestap aangekondigd.
Het grote publiek kent Vanobbergen als voormalig kinderrechtencommissaris. In 2009 werd hij in die functie benoemd door het Vlaams Parlement. Hij volgde toen Ankie Vandekerckhove op. In 2019 zei hij het Kinderrechtencommissariaat vaarwel en werd hij algemeen directeur van het Vlaams Agentschap Opgroeien. In 2023 werd hij benoemd tot administrateur-generaal van het agentschap.
Bruno Vanobbergen is nog maar de derde leek aan het hoofd van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Er gebeuren prachtige zaken in het onderwijs en tegelijkertijd ontsnapt het niet aan de woelige wateren. Dat er zo veel uitdagingen zijn, heeft een belangrijke rol gespeeld om ja te zeggen”, zei Vanobbergen op een persconferentie eind mei waar hij het nieuws aankondigde.
Lieven Boeve keert terug naar de KU Leuven als hoogleraar, waar hij vastbenoemd is en van waaruit hij gedetacheerd was aan Katholiek Onderwijs Vlaanderen
- Europese AI-wet van kracht
Vanaf 1 augustus is de Europese regelgeving over artificiële intelligentie officieel van kracht. Daarin staat waarvoor AI wel of niet mag worden gebruikt en op welke voorwaarden. De wet moet de ontwikkeling en toepassing van AI in Europa veiliger en verantwoorder maken.
Ontwikkelaars zijn verplicht om aan te geven welke systemen met AI werken, hoe ze werken en welke data ze gebruiken. De wetgeving stelt ook strenge eisen op vlak van transparantie: chatbots met AI en AI-gegenereerde teksten, foto’s en video’s moeten makkelijker te herkennen zijn. AI-systemen die risico’s inhouden of burgerrechten schaden, worden verboden.
De EU hanteert 4 categorieën:
- minimaal risico AI (bv. spamfilters, AI videospelletjes): wordt vrij toegestaan
- beperkt risico AI (bv. chatbots op websites van banken of vliegtuigmaatschappijen): moet voldoen aan transparantieverplichtingen
- hoog risico AI (bv. zelfrijdende wagens, robotchirurgie): wordt onderworpen aan strenge verplichtingen ter controle
- onaanvaardbare AI (bv. voor sociaal kredietsysteem): wordt verboden
Hoewel de wet vanaf 1 augustus officieel geldt, treden verschillende restricties en vereisten pas later gefaseerd in werking. Bovendien zijn nog heel wat details onduidelijk, op Europees niveau wordt de klok rond aan de wet gesleuteld.
- Premie voor wie sociaal energietarief misloopt
Vanaf 1 augustus komt er een premie voor lage inkomens die geen sociaal energietarief krijgen. Mensen met een beperkt inkomen maken in principe aanspraak op het sociaal energietarief. Dat geldt echter niet als je gas of elektriciteit afneemt van een collectief aansluitpunt en dus geen persoonlijke klant bent bij een energieleverancier. Ter compensatie voorziet de federale overheid voortaan een premie.
Iedereen die aan de voorwaarden voldoet, kan de premie aanvragen, behalve ouderen in woonzorgcentra of assistentiewoningen die van een collectief aansluitpunt afnemen. In een WZC wordt de energiekost in de dagprijs verrekend, en aangezien de wooneenheden in assistentiewoningen niet apart kadastraal geregistreerd zijn, komen de bewoners ervan niet in aanmerking voor de premie. OKRA noemt dat “onverdedigbaar en onbegrijpelijk.”
- Eerste rijexamens met begeleiders die vorming volgden
Sinds 1 maart moeten begeleiders van kandidaat-bestuurders met een voorlopig rijbewijs B een verplicht vormingsmoment van 3 uur volgen. De minimale oefenperiode werd ook verlengd van 3 naar 5 maanden. Vanaf 1 augustus gaan dus de eerste rijexamens door met begeleiders die de vorming volgden. Zo’n 17.140 begeleiders hebben het vormingsmoment al bijgewoond.
by admin | aug 8, 2024 | Onderwijs
Heb je kinderen die nog een studiekeuze willen maken? Of wil je zelf herscholen?
Een studiekeuze maken is een beetje zoals de weg zoeken, maar dan richting toekomst. Voor sommigen een fluitje van een cent, andere komen onderweg vast te zitten. Geen nood. We helpen je op weg.
Wat komt er bij een studiekeuze kijken?
Als je bij een studiekeuze 6 taken uitvoert, dan heb je meer kans dat die keuze klopt. Dat blijkt uit onderzoek. Die taken zijn alle 6 even belangrijke en de volgorde maakt niet uit.
- De houding
Een keuze maken is belangrijk. Wie dat niet serieus neemt, kan geen goede keuze maken. - Zelfkennis
Eigen vaardigheden, sterktes, interesses en persoonlijkheid kennen is belangrijk. - Weten waaruit je kan kiezen
Een breed zicht op beroepen en studierichtingen is noodzakelijk. Als je niet weet dat iets bestaat kan je er niet voor kiezen. - Inzicht in richtingen die aansluiten bij de eigen interesses
Gedetailleerd informatie over mogelijkheden die aanspreken helpt om een uiteindelijke keuze te maken. - Kiezen
Een keuze maken is uiteraard onvermijdelijk. - De keuze bevestigen
Binden door te bevestigen: jezelf kunnen herkennen in de keuze van richting, onderwijsvorm of beroep.
Bij het CLB hebben we informatie over alle mogelijke studierichtingen en beroepsopleidingen. Ook welke richtingen op elkaar kunnen volgen en welke niet. Als dat nodig is, zoeken we samen naar interesses en talenten. Om dat te doen hebben we allerlei hulpmiddelen. Let wel: wij maken geen keuze. Wel helpen we de leerling om zelf een keuze te kunnen maken. Aarzel dus niet om contact op te nemen!
Nuttige links:
Hoe kies ik de juiste studierichting? | WAT WAT
Studiekeuze secundair onderwijs | Vlaanderen.be
Hogeronderwijsregister
De I-Prefertest (vlaanderen.be)
Onderwijskiezer
In onze Nieuwsbrief 9 van september komen we uiteraard uitvoerig terug op de onderwijsvernieuwingen, de onderwijsvisie van de Vlaamse onderwijsminister, de politieke partijen en de onderwijskoepels. Geniet nog van je vakantie.
by admin | aug 8, 2024 | Economie
Het debat over de funeste impact van grote ongelijkheid tussen mensen op het succes van maatschappijen groeit. Wetenschappers bieden oplossingen om het probleem aan te pakken.
In de ecologische wetenschap circuleert het inzicht dat regelmatige verstoring van een ecosysteem tot een grotere weerbaarheid tegen veranderingen leidt, omdat het systeem zich stelselmatig aanpast. In een opgemerkt artikel in Nature probeert een team van antropologen en archeologen het concept toe te passen op de weerbaarheid van mensenmaatschappijen tegen verstoring. Zestien onderzoeken uit de hele wereld, die samen een tijdspanne van 30.000 jaar bestrijken, werden opgenomen in de analyse.
De studie bevestigt dat het principe ook voor mensensystemen opgaat, hoewel het doorgaans honderden jaren duurt voor herstel na een ernstige verstoring zich manifesteert. Voorbeelden van grote verstoringen zijn de crash van Amerikaanse indianenpopulaties na de aankomst van Europese kolonisten, en de val van het Romeinse Rijk die voorafgegaan werd door een leegloop van het platteland.
De belangrijkste ontwrichtende factoren waren klimaatverandering, met name langdurige droogte, en massamigratie, zoals invasies. Er is vandaag dus niets nieuws onder de zon. Goed nieuws was dat het verwerven van weerbaarheid vrij courant bleek te zijn. Opvallend is dat het aantal probleemsituaties toenam, nadat wij zo’n 10.000 jaar geleden de transitie van zwervende jager-verzamelaars naar territoriale landbouwers hadden gemaakt.
Minder kinderen
Onderzoekers kijken graag naar het verleden om er conclusies over het heden, en eventueel de toekomst, uit te kunnen trekken. Een recent voorbeeld is het boek The Journey of Humanity van de Amerikaanse econoom Oded Galor, die op zoek is naar de wortels van weelde en ongelijkheid. Hij spitst zich toe op de vraag waarom economische groei iets van vooral de jongste 200 jaar is, en waarom hij niet universeel aan de basis van welstand ligt.
- Hoe meer ongelijkheid er is in een maatschappij, hoe meer indicatoren van stress en gebrekkig functioneren er zijn.
Voor Galor schuilt de verklaring in de complexe interactie tussen bevolking, onderwijs en technologie. Eeuwenlang zijn de winsten die we uit technologische ontwikkeling puurden gewoon ‘geconsumeerd’ door de groeiende bevolking. Maar vanaf het einde van de 18e eeuw doken er in West-Europa subtiele maatschappelijke veranderingen op, die maakten dat technologische vernieuwingen vertaald konden worden in een stijgende welstand.
De sleutel was een aanpassing van het demografische gedrag: gezinnen kregen geleidelijk minder kinderen, zodat er meer aandacht kon zijn voor onderwijs. Er kwamen steeds meer middelen ter beschikking, die verdeeld konden worden onder minder mensen. Als daar politieke systemen op geënt raakten die een betere bescherming van privébezit garandeerden en economisch ondernemerschap stimuleerden, kon er een grote sprong voorwaarts gemaakt worden.
Galor voegde nog elementen aan zijn analyse toe, zoals geografische. Het rechtlijnige patroon van bevaarbare rivieren in China zou gunstiger geweest zijn voor een centraal politiek systeem dan het chaotischer rivierenpatroon in Europa. Daardoor was er grotere politieke verdeeldheid in Europa, met meer oorlog en andere vormen van concurrentie, wat innovatie in de hand zou hebben gewerkt.
Hij legde ook een misschien wat geforceerde link met genetische diversiteit in de bevolking. Economieën zouden vooral floreren in regio’s met een gemiddelde diversiteit. In situaties met een hoge genetische diversiteit, zoals Centraal-Afrika, zou het moeilijker zijn, net als in regio’s met een lage diversiteit, zoals Zuid-Amerika. Het verband is gekoppeld aan de verovering van de wereld door de moderne mens: die verliet Afrika tussen 60.000 en 70.000 jaar geleden. Zuid-Amerika was het laatste bewoonbare continent dat hij bereikte – zo’n 15.000 jaar geleden.
Kleine feiten
Galors werk wordt bekritiseerd door historici. Wouter Ryckbosch (VUB) is een van hen. Hij begrijpt bijvoorbeeld niet waarom politieke systemen die de accumulatie van welstand en weelde bevorderen, niet veel algemener zouden zijn geweest als ze echt succesvol waren. In een essay in het blad Karakter poneert hij dat geschiedkundigen, veel meer dan economen en geografen, oog hebben voor ‘kleine feiten’ die een historisch proces sturen.
Historici zijn niet altijd enthousiast over ‘grote theorieën die alles in één beweging verklaren’ – ze werken goed in de fysica, maar niet in de geschiedschrijving. Ryckbosch stelt dat zulke theorieën ‘het verleden herleiden tot een eendimensionale en onvolmaakte voorloper van het heden’. Maar premoderne samenlevingen waren in zijn visie gewoon anders georganiseerd. Hij haalt cijfers aan die illustreren dat niet bijna iedereen in de middeleeuwen arm was, zoals Galor beweert. Integendeel: de armoedecijfers zouden toen proportioneel in dezelfde grootteorde gelegen hebben als die van vandaag.
Er was toen minder formeel onderwijs dan nu, maar meer informeel onderricht, in de vorm van bijvoorbeeld leercontracten bij ambachtsmeesters. Belangrijk was dat er veel minder geproduceerd en geconsumeerd werd. Bovendien gaat Galor nogal gemakkelijk voorbij aan de ontwrichtende effecten van kolonisatie, uitbuiting en slavernij in de 18e en 19e eeuw, die een grote impuls gaven aan de creatie van welstand in West-Europa en Noord-Amerika. Rijkdom werd gewoon van het ene continent naar het andere verschoven.
Geweld en pestgedrag
Wouter Ryckbosch pleit voor meer studie van wat er gebeurde tijdens ‘de vele groeiloze millennia die aan de industriële revolutie voorafgingen’ om de prangende vraag te kunnen beantwoorden of we ‘met minder groei toch meer rechtvaardigheid, duurzaamheid en welzijn kunnen bewerkstelligen’.
De vraag wint aan belang nu steeds meer academici en andere bewuste mensen ten strijde trekken tegen wat ze de onrechtvaardige verdeling van middelen tussen mensen noemen. Een analyse in Proceedings of the National Academy of Sciences legde vorig jaar de vinger op de kloppende wonde. Ze stelde dat in zogenaamd ontwikkelde landen de mate van ongelijkheid tussen mensen in sterke mate bepaalt hoe veilig en leefbaar een maatschappij is. Hoe meer ongelijkheid er is, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, hoe meer geweld, gevangenen, druggebruik, tienerzwangerschappen en andere indicatoren van stress en functionele gebrekkigheid er voorkomen. De proportie van moorden en ander gewelddadig gedrag is in de VS elf keer hoger dan in Noorwegen, het land met de kleinste ongelijkheid tussen zijn bewoners.
Why the World Cannot Afford the Rich’ (‘Waarom de wereld zich geen rijkelui kan veroorloven’), luidt de titel van een opmerkelijk essay dat onlangs in Nature verscheen . Ook daarin wordt geponeerd dat ongelijkheid funest is voor de leefbaarheid van een maatschappij. Zelfs rijke mensen zijn beter af in een systeem waarin rijkdom wordt afgetopt en het vrijgekomen geld wordt gebruikt om de maatschappij te verbeteren, want het is er veiliger. Maar de tendens vandaag is dat superrijken almaar rijker worden. De armen zijn wel wat minder arm, maar de kloof met de rijken vergroot.
Ongelijkheid versterkt geweld en pestgedrag (ook op school). Die worden vooral uitgelokt door stress die een gevolg is van een gebrek aan respect en het gevoel tekortgedaan te worden. In ongelijke gemeenschappen wordt consumentisme aangewakkerd, vaak met zware advertentiecampagnes voor goedkope en ongezonde goederen, omdat mensen zo de kans krijgen te doen alsof ze het even goed hebben als de rijken. Het terugdringen van ongelijkheid is de belangrijkste voorwaarde voor een beleid dat met succes kan streven naar een mens- en milieuvriendelijkere leefomgeving.
Immorele praktijken
Een ander recent essay in Nature had als titel de vraag ‘How Rich is Too Rich?’ (‘Hoe rijk is te rijk?’). Het steunt op een bespreking van een boek van de Belgisch-Nederlandse econoom en filosoof Ingrid Robeyns: Limitarianism: The Case against Extreme Wealth. Bedenkingen rond grote rijkdom zijn trouwens van alle tijden. De Bijbel had het er al over, en de Griekse filosoof Aristoteles prees steden die hun best deden om ongelijkheid binnen de perken te houden en zo stabiliteit bevorderden.
De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt poneerde in 1942 dat een jaarlijks inkomen geplafonneerd moest worden op het huidige equivalent van 480.000 dollar (441.000 euro). De belastinggraad op de hoogste inkomens was toen meer dan 70 procent. Maar het is niet gelukt: de 1 procent rijkste Amerikanen bezit vandaag evenveel als de 90 procent ‘armste’. De hoogste aanslagtaks bedraagt nu amper 37 procent. Toch vindt Robeyns het nuttig dat overheden zouden overwegen om iets vergelijkbaars te doen. Als basisregel stelt ze voor dat niemand bij ons meer dan 10 miljoen euro zou mogen bezitten – in armere landen zou het minder mogen zijn.
Destructieve sectoren, zoals die van de fossiele brandstoffen, industriële veeteelt en reclame, moeten worden afgebouwd.
De basisgedachte achter de regel is dat extreme weelde ‘dikwijls gelinkt is aan immorele of criminele praktijken’, zoals belastingontwijking. Zelfs als het gebruik van belastingparadijzen niet illegaal zou zijn, is het in ieder geval onethisch. Superrijken geven hun vermogen dikwijls ook gewoon door aan de volgende generatie, die dan verder kan bouwen op de al verworven rechten en nog meer weelde kan accumuleren.
Bovendien worden democratische processen ondermijnd door de ‘buitenproportionele politieke macht van mediatycoons, rijke stichters van filantropische organisaties en grote donoren van politieke partijen’, die zo hun positie versterken. Het Amerikaanse systeem is er een schoolvoorbeeld van, maar recent zag je bijvoorbeeld in Nederland hoe een superrijke familie van veevoerproducenten erin geslaagd is een aanhanger tot minister van Landbouw te laten bombarderen, via de door haar gecreëerde BoerBurgerBeweging.
Fast fashion
Er bestaan oplossingen om ongelijkheid aan te pakken. Er is de optie om belastingparadijzen te sluiten. Er kan een limiet komen op hoeveel kan worden geërfd – Robeyns stelt voor om het totale bedrag dat iemand in zijn leven kan erven te beperken tot 200.000 euro. Voorts pleit ook zij voor een vorm van vermogenstaks: ‘Er is zoveel goeds te doen met het geld dat boven de voorgestelde rijkdomslimiet ligt. Het kan dienen om collectieve problemen, zoals de klimaatopwarming, aan te pakken.’
Dan is er de heikele kwestie van economisch ontgroeien (degrowth), waarvoor in Nature geregeld gepleit wordt – het is overigens opvallend dat Science, de Amerikaanse tegenhanger van het Britse Nature, veel minder over deze problematiek rapporteert. Het concept wordt aangevallen omdat het lijnrecht ingaat tegen wat velen als de motor van vooruitgang zien, maar er zitten zeker bruikbare ideeën in. Een van de belangrijke punten is het afbouwen van ‘destructieve sectoren’, zoals die van de fossiele brandstoffen, industriële veeteelt, fast fashion en reclame. Dat zou in de hand gewerkt kunnen worden door de massale overheidssubsidies die nog altijd in sommige van die sectoren gepompt worden te vervangen door een vorm van ecologisch belasten.
Een tweede punt is het bevorderen van nuttige publieke investeringen, zoals openbaar vervoer. Er zijn al bijna honderd steden in de wereld die gratis openbaar vervoer aanbieden. Ook echte heilige huisjes moeten tegen de grond: de vastgoedmarkt mag niet langer een geldmachine voor makelaars en promotoren zijn, er moet gemikt worden op ‘wonen als een basisnoodzaak eerder dan als een opportuniteit om winst te maken’. Ook het beperken van de arbeidsduur, zowel in pensioenleeftijd als het aantal uren dat je per week moet kloppen, past in het plaatje van ontgroeien.
Er is één grote achilleshiel in de implementatie van de voorstellen: hoe realistisch is het dat ze erdoor komen, in een context die compleet geënt is geraakt op het in stand houden van wat al aan de orde is? Zeker in gepolariseerde politieke systemen met weinig manoeuvreerruimte zal het geen sinecure zijn. Bovendien hebben steeds meer politici zo veel moeite met de voorstellen en aanbevelingen van wetenschappers dat ze geneigd zijn die te negeren. Het lijkt dus te zullen duren tot er een nieuwe zware crash komt voor het systeem eventueel op de schop gaat. Zoals bleek uit het eerste artikel dat in dit verslag besproken werd, kweekt de mens weerbaarheid tegen catastrofen en trekt hij er lessen uit. Maar het kan honderden jaren duren voor hij eruit is.
Bron: Knack
by admin | aug 8, 2024 | Verkiezingen 2024
Bij de lokale en provinciale verkiezingen op zondag 13 oktober zijn er een aantal nieuwigheden tegenover de vorige verkiezingen. We zetten ze even op een rij:
- De afschaffing van de opkomstplicht
Kiezers zijn niet meer verplicht om te gaan stemmen voor de lokale en provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024. Iedere kiesgerechtigde krijgt een uitnodigingsbrief (in plaats van een oproepingsbrief) om hun stem al dan niet uit te brengen in het stemhokje.
De afschaffing van de invloed van de lijststem op het aanwijzen van verkozenen binnen een lijst.
Kiezers kunnen stemmen op individuele kandidaten, maar kunnen ook hun stem aan een lijst geven. Dat laatste is de lijststem. De lijststem blijft bestaan, maar zal geen invloed meer hebben op de aanwijzing van verkozenen. Ze tellen dus niet meer mee bij de aanwijzing van de verkozenen. De kandidaten zullen verkozen worden in de volgorde van het aantal voorkeurstemmen dat ze hebben behaald.
Vroeger werden lijststemmen overgedragen naar de kandidaten, in volgorde van hun rangorde op de kandidatenlijst. De kandidaten die bovenaan de lijst stonden, konden zo gebruik maken van de lijststemmen om verkozen te geraken. Die overdracht van lijststemmen wordt afgeschaft.
Meer over de aanwijzing van verkozenen
Kandidaat met meeste naamstemmen van de grootste fractie van de coalitie wordt benoemd als burgermeester
Deze regel is er gekomen om de betrokkenheid en stemgewicht van kiezer te vergroten en dus ook impact van kiezer op lokaal beleid. De verkozene met de meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie, wordt de burgemeester. Wil die persoon de ambt niet opnemen, dan gaat het naar degene met de tweede meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie.
Meer over de aanwijzing van de burgemeester
De invoering van een tijdelijk en exclusief initiatiefrecht om een meerderheidscoalitie te vormen voor de stemmenkampioen van de grootste lijst
Na de gemeenteraadsverkiezingen krijgen de verkozenen in afnemende volgorde van lijstgrootte een initiatiefrecht toegekend, waarmee ze een meerderheid kunnen vormen. Het initiatiefrecht komt eerst toe aan de verkozene met het meeste naamstemmen van de grootste lijst. Die verkozene krijgt 14 dagen de tijd om een meerderheid te vormen. Die termijn start de dag die volgt op de dagtekening van het proces-verbaal van de verkiezingen.
Meer over het initiatiefrecht
De bekendmaking van de fijnmazige stemresultaten
De resultaten van de verkiezingen zullen niet enkel op gemeentelijk niveau beschikbaar zijn. Vanaf 2024 kennen we de specifieke resultaten op het niveau van bepaalde deelgebieden (zoals wijken, dorpen of deelgemeenten) binnen de gemeente. Zo zien we het stemgedrag binnen die deelgebieden. Deze resultaten publiceert het ABB enkele dagen na de verkiezingen.
Meer over de bekendmaking van fijnmazige stemresultaten Recht om vrijstelling aan te vragen om te zetelen als bijzitter
Als een kiezer twee keer heeft gezeteld als bijzitter in een stem- of telbureau, dan heeft die het recht om vrijstelling aan te vragen om nog eens te zetelen als bijzitter. Vanaf verkiezingen van 9 juni 2024 registreert het ABB wie in een stem- of telbureau als bijzitter heeft gezeteld. Vanaf 9 juni 2024 beginnen we dus met tellen en vrijstelling kan dus pas aangevraagd worden voor verkiezingen na oktober 2024 (eerste registratie op 9 juni 2024, tweede registratie kan dan op 13 oktober 2024: daarna kan dus iemand gebruik maken van recht op vrijstelling). Vrijstelling is enkel om te zetelen als bijzitter, niet als voorzitter of secretaris. Stemadvies Neutr-On: stem NIET op corrupte partijen of gemeenteraadsleden.
by admin | aug 8, 2024 | Sectoren
- Wordt ons loon binnenkort op een andere manier bepaald?
Liever dan een vergoeding volgens het aantal jaren in dienst, willen ze hun werknemers belonen gebaseerd op prestaties en competenties. Maar is dat wel een goed idee? En kan dat zomaar? Anton Goegebeur in GVA
De koppeling van anciënniteit en loon is al jaren een discussiepunt. Momenteel werkt 78 procent van de bedrijven nog met barema’s op basis van anciënniteit: wie langer in dienst is, krijgt dus meer loon. Hr-dienstverlener Acerta vroeg aan 500 werkgevers hoe zij vandaag kijken naar het anciënniteitsprincipe. Slechts een kwart (26 procent) wil het behouden.
Dat is geen verrassing. Werkgevers geven al langer aan dat verloning op basis van anciënniteit onvoldoende motiveert. Ze zouden liever belonen op basis van prestaties en competenties. “Een werkgever kan zo beter sturen waar hij met zijn organisatie heen wil”, zegt Kathleen Bracke, verloningsexperte van Acerta Consult. “Het bedrijf kan doelen stellen en daar een beloning aan vastkoppelen.”
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) noemt dat ‘modern HR- en verloningsbeleid’. “Verlonen op basis van verantwoordelijkheid, prestaties en jobskills hoort daarbij, anciënniteit veel minder”, zegt woordvoerder Alexander Verstappen. Voor het VBO moet de fiscale hervorming, waar al lang discussie over heerst in de Wetstraat, zo’n modern beleid faciliteren.
Bedrijven zijn gebonden aan sectorale cao’s. Om volledig af te stappen van verloning op basis van anciënniteit is een consensus nodig tussen werkgevers en werknemers. Dat is niet evident. Werknemersorganisaties zijn gehecht aan het principe: de garantie op een stijgend loon is niet te versmaden.
Ook dat blijkt immers uit de bevraging van Acerta, waar ook 2.700 werknemers aan deelnamen. Zij gaven hun loon een score van 7 op 10. De zekerheid dat het geld maandelijks op de rekening komt, is voor werknemers hét belangrijkste criterium. 85 procent wil weten hoeveel die elke maand zal verdienen en hoe het loon de komende vijf tot tien jaar zal evolueren. “Daarnaast blijken ook transparantie en billijkheid voorwaarden opdat een loonpakket motiverend werkt”, zegt Bracke.
Arbeidssocioloog Jan Denys.
“Anciënniteit heeft een duidelijk nadeel”, zegt arbeidssocioloog Jan Denys (Randstad en lid van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid). “Oudere werknemers zijn minder geneigd om van job te veranderen. Wie na zijn 50ste ander werk wil of zoekt, moet vaak inbinden. Dat is een groot en zwaar onderschat probleem.” Ook werkgevers zijn wantrouwig: is iemand die voor minder gaat werken wel voldoende gemotiveerd?
“Het is helder en er kan geen discussie over bestaan. Bij het belonen van prestaties is dat lastiger”
Arbeidssocioloog bij Randstad en lid HRW Jan Denys
Toch blijft het principe populair. Drie kwart van de bedrijven, vooral in de dienstensector, maakt er gebruik van. “Omdat het simpel is”, zegt Denys. “Het is helder en er kan geen discussie over bestaan. Bij het belonen van prestaties is dat lastiger. Welke prestaties? Die van jou of die van je team? En hoe wordt het gemeten?”
Tegenstanders van een afschaffing vrezen dat het de sfeer op de werkvloer niet ten goede komt: er ontstaat onduidelijkheid en het werkt favoritisme in de hand. Toch ziet Bracke van Acerta mogelijkheden. Werkgevers zullen héél transparant moeten zijn over loonsverhogingen. “Europa voerde een richtlijn in rond ‘loontransparantie die streeft naar gelijke beloning voor gelijk werk’. België heeft nog tot 2026 om die richtlijn in wetgeving om te zetten.”
“Anders dan in het buitenland weegt anciënniteit hier zwaar door. Dat laat weinig ruimte voor alternatieven”
Verloningsexperte bij Acerta Consult Kathleen Bracke In principe sluit het een het ander niet uit. Loyaliteit belonen, kan gepaard gaan met een vergoeding voor het behalen van targets. “Idealiter heb je een goede mix”, zegt Denys. Steeds meer bedrijven evolueren die kant uit, maar in België gaat dat soms moeizaam, weet Bracke. “Anders dan in het buitenland weegt anciënniteit hier zwaar door. Dat laat weinig ruimte voor alternatieven.”
Bron: GVA