Katrijn Ruts (GRIP vzw) noemt de lange wachtlijsten voor persoonlijke ondersteuningsbudgetten voor kinderen, jongeren en volwassenen met een handicap mensenrechtschendingen. Sommigen wachten al meer dan twintig jaar. “Dat er niet genoeg middelen worden vrijgemaakt, is een politieke keuze. Want geld is er wel.”

Politieke keuze

De opeenvolgende Vlaamse regeringen kiezen al jaren voor een pervers model waarbij het recht op ondersteuning van personen met een handicap slechts theoretisch wordt erkend. In de dagelijkse leefwereld van mensen wordt het echter niet waargemaakt.

Mensen met een handicap kunnen na het doorlopen van een aanvraagprocedure een erkenning krijgen voor een persoonlijk budget voor ondersteuning. Hiermee kunnen ze ondersteuning organiseren en betalen. Alleen zegt de Vlaamse regering dat er onvoldoende middelen zijn om iedereen met een erkenning hun budget te geven. Gevolg? Veel mensen die recht hebben, komen terecht op een wachtlijst.

Kortom: Vlaanderen faalt om een recht dat ze zelf erkent ook in de praktijk om te zetten. Het is een schending van het recht op menswaardig bestaan van mensen met een handicap. Omdat de wachtlijsten al lang bestaan en het duizenden mensen en hun families treft, durf ik te spreken van jarenlange systematische mensenrechtenschendingen. En dat is een politieke keuze.

Twintig jaar op wachtlijst

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap schrijft voor om het recht op ondersteuning progressief te realiseren. Maar sinds de ratificatie van het verdrag in 2009 zijn de wachtlijsten in Vlaanderen alleen maar langer geworden.

De achtereenvolgende Vlaamse regeringen hebben wel extra middelen vrijgemaakt, toch blijft de schaarste bestaan. Er zijn mensen met een handicap die twintig jaar lang op de wachtlijst staan. Gevolg? Zelfs het nieuwe Vlaams Mensenrechteninstituut maande vorig jaar in haar allereerste advies de Vlaamse regering aan om de nodige budgetten vrij te maken om de wachtlijsten weg te werken.

Negeren en controleren werkt niet

Ministers blijven de idee verkopen dat men met procedures en regelgeving de wachtlijst onder controle kan houden. Dit is dan ook het beleid van de afgelopen twintig jaar: urgentiecodering, prioriteitengroepen, noodprocedures, priorstatussen…

Het resultaat is dramatisch, de neveneffecten wegen door. De regelgeving is zo ingewikkeld dat weinigen er nog iets van begrijpen. Een aanvraag kost tijd en inspanningen.

Mensen met een handicap, vaak in een heel kwetsbare positie, moeten telkens opnieuw ellenlange procedures doorlopen. Ze moeten elke keer hun privacy en miserie op tafel leggen aan weer andere mensen die hen niet kennen. Mensen met een handicap moeten concurreren met andere mensen met een handicap die ook hoge nood hebben aan ondersteuning.

Dat heel dat schaarste-apparaat trouwens zonder fouten kan draaien is een illusie. Zo werd de noodprocedure – om te beoordelen of iemand zich in een situatie bevindt om onmiddellijk een budget te krijgen – eind 2022 aangepast. Men schaaft procedures bij om drama’s te vermijden. Deze praktijk stoot echter op zijn limieten wanneer ook de procedures voor een noodsituatie te streng worden omdat er geen budget is om bij automatische toekenning een persoonsvolgend budget te geven…

Ongewenste juridisering

Bovendien is het budget van duizenden mensen met een handicap ook nog eens verminderd. In 2021 was er een zogenaamde ‘actualisering’ en  sinds 2022 een experiment met halve budgetten.

Zeker honderd mensen met een handicap kloegen voor actualisering en experiment de overheid aan bij de arbeidsrechtbank. De overgrote meerderheid van hen kreeg gelijk. Arbeidsrechters oordeelden dat deze budgetverminderingen ongrondwettelijk zijn, het eigendomsrecht schaden en dat het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel geschonden werd.

Zeer recent kreeg Simon, bekend van Down The Road, nog gelijk van een arbeidsrechter. Hij moet zijn volledig budget terugkrijgen. De rechter stelt dat het experiment “het standstill principe en het recht op menswaardig bestaan van Simon en de anderen schendt”. Tot op de dag van vandaag laat de regering het experiment echter gewoon verder lopen.

In plaats van dit te bekijken als wake-upcall, gaat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) tot nu toe stelselmatig in hoger beroep wanneer een rechter oordeelt dat het standstill-principe uit de Grondwet geschonden is. Het resultaat zijn lange juridische procedures waardoor mensen dreigen af te haken omdat zo’n rechtszaak te zwaar en te duur wordt. Een ongelijke strijd van Goliath tegen David, die gestreden wordt met uw en mijn belastingsgeld.

De overheid jaagt mensen naar de rechtbank en kiest voor meer juridisering, een tendens waar niemand bij wint. Zeker niet de mensen in een kwetsbare positie. Geef ons belastingsgeld maar aan ondersteuningsbudgetten voor de mensen in plaats van aan advocaten om hun rechten te bestrijden.

Vlaamse overheid bespaart

Intussen geeft de Vlaamse de regering door die budgetverminderingen een pak minder uit dan ze verplicht was. Alleen al met de actualisering werd in totaal 11,5 miljoen euro uitgespaard.

Gelukkig besloot GRIP vzw, nadat dialoog met de overheid niet werkte, de actualisering aan te klagen bij de Raad van State. Die oordeelde dat de actualisering in strijd is met de Grondwet. De betreffende artikelen uit het besluit van de Vlaamse regering worden vernietigd. Het is alsof de actualisering nooit bestaan heeft. De uitspraak is een belangrijk juridisch precedent. De regering moet de scheefgetrokken situatie rechttrekken.

Vlaams minister Crevits zei op 9 februari jl. dat mensen “het volledige bedrag krijgen dat ze te weinig ontvangen hebben, zonder verantwoording te moeten afleggen”. Correspondentie met het VAPH geeft ons inderdaad goede hoop dat iedereen het volledige misgelopen bedrag als schadevergoeding uitbetaald zal krijgen, en dat er ook geen verantwoording moet worden afgelegd. Dit echt 100 procent bevestigen, kan pas als de brieven van het VAPH bij mensen thuis zijn aangekomen.

De huidige recepten botsen op hun limieten

De ellenlange wachtlijsten, de talloze wanhopige getuigenissen van mensen die smeken om een budget, mensen die moegetergd euthanasie vragen… Het toont aan dat Vlaanderen veertien jaar na de ratificatie van het VN-Verdrag er niet in geslaagd is om het recht op ondersteuning van mensen met een handicap dichterbij te brengen. Integendeel, het recht op ondersteuning wordt eerder afgebroken dan opgebouwd.

Dat er nog steeds mensen zo lang op de wachtlijst staan, ondanks de injectie van extra middelen, toont hoe groot de noden zijn. Bovendien lossen problemen zichzelf niet op, integendeel. Elk jaar dat iemand zonder voldoende ondersteuning op de wachtlijst staat, verzwaart zijn ondersteuningsnood. Het zet mensen en families onder druk. Het is wachten op de volgende crisis. En crisissituaties bijsturen kost geld, tijd en energie. Vaak zijn de gevolgen van een crisis zelfs onomkeerbaar.

Dus, ook al kwam er extra geld en worden regels bijgeschaafd die de allerschrijnendste situaties moet selecteren uit de massa schrijnende situaties, toch zijn die recepten onvoldoende en voorbijgestreefd.

Tijd voor radicale ommezwaai

We hebben andere maatregelen nodig en daarvoor moeten we ook kritisch naar onszelf kijken. Na de wachtlijstmoeheid treedt immers een wachtlijstaanvaarding op. We liggen niet wakker van het feit dat mensen met een handicap moeten wachten op het budget dat hen is toegekend.

Steeds meer mensen, ook belangenvertegenwoordigers van personen met een handicap, gaan er ondertussen vanuit dat er nooit voldoende geld zal worden vrijgemaakt om aan iedereen die er recht op heeft zijn budget te geven. Heel wat belangenorganisaties worden bovendien al jarenlang gedwongen om mee na te denken over hoe de schaarste verdeeld kan worden.

Dat er onvoldoende middelen worden vrijgemaakt, betekent trouwens niet dat er geen middelen zijn. Het VN-Verdrag schrijft voor dat de overheid alle beschikbare middelen moet aanwenden om de rechten van mensen met een handicap waar te maken. Dat gebeurt nu niet.

Het ontbreekt hiervoor aan politieke wil, want geld is er wel. België is een van de rijkste landen ter wereld. De 10 procent rijksten bezitten meer dan 1.700 miljard euro. De wachtlijsten zijn niet meer of minder dan een politieke keuze.

Nieuwe actiegroep

Dat is ook de boodschap van de nieuwe Actiegroep Recht op Ondersteuning die sinds september 2023 maandelijks actie voert om het wachtlijstprobleem aan te kaarten.

“Wie een erkenning heeft voor een budget moet het ook krijgen in plaats van op de wachtlijst geparkeerd te worden.” Dat is hun terechte eis. Ik hoop vurig dat steeds meer mensen deze actiegroep steunen en versterken.

Omdenken

Laten we omdenken en de roep van personen met een handicap om hun recht op ondersteuning te respecteren ernstig nemen.

‘Meer geld vrijmaken’ moet ‘genoeg geld vrijmaken’ worden. ‘De schaarste herverdelen’ moet worden ‘de schaarste oplossen’. In plaats van ons blind te staren op het kostenplaatje van ondersteuning, moet men durven inzien wat de enorme kosten zijn van de huidige situatie met wachtlijsten.

We merken dat politici zelfs de ambitie niet meer verwoorden om de wachtlijsten weg te werken. Dat doet alle alarmbellen afgaan. Het is tijd voor een principiële keuze die garandeert dat als je recht op een budget erkend wordt, je dit budget ook onmiddellijk krijgt. Die duidelijke keuze moet zich vertalen in wetgeving en middelen.

Zo schreven we met GRIP vzw een voorstel om zowel het Decreet Gelijke Kansen als het Decreet Persoonsvolgende Financiering aan te passen.

Hoeveel kost dit dan?

Geregeld krijgen we bij GRIP vzw de vraag hoeveel geld er nodig is om de wachtlijsten voor ondersteuning op te lossen. In 2019 berekende het VAPH een bedrag van 1,6 miljard euro.

Vanuit GRIP vzw dringen we aan op duidelijkheid en transparantie over de precieze kost anno 2024. Zowel voor meerderjarigen als voor minderjarigen zijn transparante cijfers nodig.

Om de structurele wachtlijst voor volwassenen weg te werken is er ongeveer 540 miljoen euro nodig. Met dat cijfer kan de Vlaamse regering alvast starten om het advies van haar eigen Vlaams Mensenrechteninstituut uit te voeren. Het blijft echter heel stil.

Waarop beroepen de politieke partijen die de afgelopen veertien jaar deel uitmaakten van de Vlaamse regering zich om maar een deel van de noodzakelijke middelen te investeren? Voert men hiermee uit wat de bevolking wil?

Ik denk van niet en ervaar vooral een groot maatschappelijk draagvlak om het recht op ondersteuning van mensen met een handicap te beschermen en ervoor te zorgen dat ze het budget krijgen waar ze recht op hebben. Daar ligt de lat voor een beschaafde samenleving.

Vlaams minister  van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Hilde Crevits reageert

“We zijn het er allemaal over eens dat mensen met zorgnoden de gepaste ondersteuning verdienen. Het is aan de samenleving en aan ons als overheid in het bijzonder om het kader te scheppen, zodat iedereen ten volle kan participeren in onze maatschappij. In Vlaanderen maakten we in 2017 resoluut de keuze om het systeem van persoonsvolgende financiering in te voeren.”

‘In nauw overleg met de sector kiezen we ervoor om het systeem zo eerlijk mogelijk te maken.’

“Een weloverwogen transitie die net zoals elke grote verandering evaluatie en bijsturing vraagt. Zo werden deze legislatuur zowel de noodprocedure als de spoedprocedure aangepast, en werden ook de richtlijnen van prioriteringscriteria versoepeld. In nauw overleg met de sector kiezen we ervoor om het systeem zo eerlijk mogelijk te maken, waarbij personen met een handicap een correct budget toegekend krijgen, gebaseerd op hun individuele noden.”

“In totaal investeert deze Vlaamse Regering in 2024 via het VAPH 2,5 miljard in personen met een handicap, een stijging met 40 procent tegenover begin deze legislatuur. Dat zijn historische stijgingen in budget, maar belangrijker is natuurlijk wat we ermee doen. In totaal krijgen meer dan honderdduizend mensen een vorm van ondersteuning via het VAPH. Meer dan 28.000 mensen ontvangen vandaag een persoonsvolgend budget, dat zijn er drieduizend meer dan vijf jaar geleden. En het aantal minderjarigen dat recht heeft op een persoonlijk assistentiebudget is in diezelfde periode meer dan verdubbeld.”

‘We zijn erin geslaagd om voor het eerst de wachtlijst weg te werken voor mensen met de zwaarste ondersteuningsnoden.’

“Via het zorginvesteringsplan zijn we erin geslaagd om voor het eerst de wachtlijst weg te werken voor mensen met de zwaarste ondersteuningsnoden. Dat is historisch. Maar ook voor de andere prioriteitengroepen blijven we zoeken naar mogelijkheden. Op die manier willen we zoveel mogelijk mensen helpen, of op zijn minst perspectief op ondersteuning bieden.”

“Natuurlijk zal daarvoor de komende jaren nog extra budget nodig zijn. Het aantal zorgvragen blijft jaar na jaar stijgen. Maar het gaat voor mij ruimer dan de vraag naar budget voor ondersteuning. Het gaat er ook om dat we een systeem in de praktijk brengen dat alle noden ondervangt. Waarbij zowel personen met een handicap als hun netwerk goed geïnformeerd zijn over alle mogelijkheden en er voldoende aandacht is voor preventie. Ik geloof ook sterk in de mogelijkheden van rechtstreeks toegankelijke hulp. Vorig jaar konden we het aanbod nog fors uitbreiden met 111 nieuwe projecten. Zinvolle dagbesteding, die ook zuurstof geeft aan mantelzorgers.”

“We moeten alle kansen grijpen om zoveel mogelijk mensen ondersteuning op maat te bieden. Dit voorjaar nog komen we met een perspectiefplan. Het VAPH ging samen met de sector aan de slag en bekeek hoe we het best tegemoet kunnen komen aan de noden van prioriteitengroepen 2 en 3 en welke extra budgetten hiervoor nodig zijn.”

“Het vraagt gezamenlijke moed om te hervormen en te kiezen voor een duurzame aanpak op de lange termijn, zodat het systeem voor iedereen gelijk handelt én betaalbaar blijft. Ik reik eenieder de hand om die denkoefening te blijven maken. Onze missie is uitdagend, maar ik ben ervan overtuigd dat we met constructieve dialoog en de neuzen in dezelfde richting nog belangrijke stappen vooruit kunnen zetten.”

Bron: sociaal.net