Ritten die niet gereden worden wegens tekort aan chauffeurs of voertuigen, ontoegankelijke en vuile trams en bussen, agressie tegen het personeel … In de huidige situatie en met de klimaat- en mobiliteitsuitdagingen, zou een serieuze uitbreiding van de middelen en een massaal investeringsplan voor De Lijn een logische en vooral noodzakelijke stap zijn. Dat gebeurt niet. De hervorming van het bus- en tramnet zorgt voor achteruitgang en een verdere stap richting privatisering.

door een vakbondsafgevaardigde bij De Lijn (artikel uit maandblad De Linkse Socialist)

In 2019 besliste de Vlaamse regering dat de hele structuur van het openbaar vervoer zou veranderen. Het net wordt opgedeeld in een kernnet, aanvullend net en vervoer op maat. Dit zal gefaseerd ingevoerd worden tegen januari 2025. Tot dan zijn alle werkingsmiddelen vastgeklikt. De hervorming moet dus budgetneutraal gebeuren. Bovendien wordt het ‘vervoer op maat’ geprivatiseerd en afgelopen zomer sloot De Lijn een Openbaredienstencontract met de Vlaamse regering waarin de weg naar liberalisering en privatisering verdergezet wordt.

Basisbereikbaarheid?

Op 1 juli wordt de eerste fase van de basisbereikbaarheid ingevoerd, nadien volgen om de zes maanden nieuwe fasen. In de 15 vervoersregioraden werd de afgelopen jaren beslist over een nieuw vervoersnet. Van inspraak van reizigers of personeel was er weinig of geen sprake. Waar de plannen bekend raakten, schoten de actiegroepen uit de grond. Zo was er zodanig veel protest tegen het nieuwe tramnet in Antwerpen dat het terug opgeborgen werd. 

Er is een switch naar zogenaamd ‘vraaggestuurd’ openbaar vervoer. Grote en belangrijke lijnen worden rechtgetrokken. Het aanvullend net moet samen met het vervoer op maat zorgen voor de toevoer naar het kernnet of de zogenaamde attractiepolen. Concreet betekent het dat extra middelen voor de ene lijn betaald worden met besparingen elders. De bussen zullen bovendien minder wijken bedienen. Een voorbeeld is lijn 730 in Brasschaat, waar de aanpassing al op 1 januari is doorgevoerd. De dichtbevolkte wijk ‘Kaart’ wordt niet meer bediend. Senioren die er wonen, kunnen enkele keren per dag beroep doen op een buurtbus. Voor de andere bewoners zijn er deelfietsen.

Het grootste probleem van dit plan is de budgetneutraliteit na meer dan 10 jaar zware besparingen. Zo kan geen enkele stap vooruit gezet worden. Vooral in landelijke gebieden zal dit zorgen voor een kaalslag en toename van vervoersarmoede. De term ‘basisbereikbaarheid’ denkt de lading absoluut niet!

Vervoer op maat van de private sector en de sociale dumping

Op 1 januari 2024 gaat het zogenaamde ‘vervoer op maat’ van start. Zo worden belbussen vervangen door OV-taxi’s. De toevoer naar het aanvullend en het kernnet zal volledig overgenomen worden door private spelers. De Lijn zal het vervoer op maat niet langer verzorgen en de chauffeurs zullen onder het taxi-decreet vallen. Dat is een ander paritair comité waar ze 3,6 euro bruto minder per uur zullen verdienen voor dezelfde job! Over de rest van de arbeidsvoorwaarden zwijgen we dan nog. De Vlaamse regering en de directie van De Lijn organiseren zo exact dezelfde sociale dumping als Delhaize…

ACV Openbare Diensten wees op een voorbeeld van een onderaannemer van De Lijn die belbusopdrachten uitvoerde. De onderaannemer liet weten het contract niet langer te willen uitvoeren, waarop De Lijn het contract in de markt van de taxi’s zette. Dezelfde onderaannemer stelde zich daarvoor kandidaat! Het wil hetzelfde werk doen met minder eisen en aan lagere lonen. Dit is slechts het topje van de ijsberg van de sociale dumping. 

Nieuw Openbaredienstencontract: middel om verder te besparen 

Het nieuwe contract tussen de Vlaamse regering en De Lijn gaat verder op de besparingsweg. Er moet maar liefst 188 miljoen euro aan ‘efficiëntiewinsten’ gevonden worden. 

De reizigers zullen er niet beter van af zijn. Om de kostendekkingsgraad te verhogen, krijgt De Lijn toestemming om de tarieven te verhogen. 

Wat er geïnvesteerd wordt, is voor de ‘private partners’. Zo wordt ingezet op vergroening van de bussen, vooral die van de pachters. In tegenstelling tot De Lijn zelf zijn de pachters voor de aankoop van nieuwe voertuigen niet gebonden aan procedures van openbare aanbesteding, waardoor de vergroening er sneller kan gaan. Dit staat letterlijk in het contract dat door de Vlaamse regering is opgesteld! Indien die regering tijdig de nodige budgetten had voorzien, dan stond de vergroening van het bussenpark al een pak verder. Voor hun investeringen kunnen de pachters overigens rekenen op ruime steun van de overheid. Per elektrische bus krijgen ze maximaal 21.700 euro per jaar om de meerkost te dekken.

In dit kader is er het plan ‘Move the Needle’, een hippe managementterm om te zeggen dat een groter deel van de koek naar de pachters gaat. Europese regels geven aan dat tot 33% van het exploitatiebudget mag worden uitbesteed. De Lijn zit momenteel op 29%. De Europese norm is echter geen verplichting, enkel een maximum. 

Voor openbaar vervoer die naam waardig moeten we zelf zorgen

Het openbaar vervoer wordt al bijna 15 jaar afgebouwd. Dit komt nu in een verdere versnelling met een versterking van de privatisering. Wachten in de hoop op beterschap in de toekomst is geen optie. De malaise van het openbaar vervoer komt steeds op hetzelfde neer: een schrijnend gebrek aan middelen en het omvormen van een openbare dienst tot een verdienmodel. 

Er zijn al veel acties gevoerd tegen de gevolgen van de afbraakpolitiek, soms met succes. Het blijft echter beperkt tot symptoombestrijding. Om echte stappen vooruit te zetten, moeten we strijden voor meer middelen. Als ArcelorMittal investeert in een nieuwe ‘groene’ hoogoven van 1,1 miljard euro, krijgt het daar 700 miljoen publieke subsidies voor van de Vlaamse en Europese autoriteiten. Maar voor groen openbaar vervoer zijn er geen middelen?!

Personeel voerde actie tegen de gevolgen van het beleid, reizigers tegen hervormingen waarbij lijnen dreigden te verdwijnen. Al het personeel, zowel bij De Lijn als de pachters, en de reizigers moeten de krachten bundelen. Dat kan op basis van een actieplan voor de eis van meer middelen voor dienstverlening, veiligheid, arbeidsvoorwaarden … De privatiseringen moeten teruggedraaid worden, waarbij zowel het personeel als de voertuigen van onderaannemers binnen De Lijn geïntegreerd worden. Extra middelen mogen immers niet dienen voor de winstmarges van de onderaannemers. Ze zijn nodig voor investeringen in meer en beter openbaar vervoer.

Bron: LSP