17 oktober was de internationale dag voor de arme mensen. En wie zijn dat? De mensen met te weinig geld om gezond te eten, om naar de dokter te gaan, om een deftige woning te huren, om de brooddoos te vullen, om maandverband te kopen, om op vakantie te gaan… Allemaal dingen die we weten, al decennia lang. En we hebben armoedeverenigingen waar die mensen het woord krijgen en nog zo veel meer. En in de regeringsverklaring staat dat ‘op het vlak van armoede, zal de strijd tegen sociale uitsluiting nieuwe middelen krijgen waarbij de sociale minima tijdens deze legislatuur worden opgetrokken’. Goed, zeer goed. We moeten erop vertrouwen dat het gebeurt en dat er geen mensen meer zullen zijn die met een inkomen onder de armoedegrens moeten leven. Ook niet de gepensioneerden. Is enige achterdocht verantwoord? Natuurlijk wel, want er waren al meer regeringen die dit beloofden. België is overigens geen uitzondering. Wereldwijd gaat de armoede weer pijlsnel de hoogte in. Er waren al eerder ernstige twijfels over de juistheid van de Wereldbankstatistieken, maar het klopt wel degelijk dat de extreme armoede de afgelopen decennia was gedaald. En nu weer snel gaat stijgen. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is de extreme armoede de afgelopen jaren nagenoeg verdubbeld. De invloed van COVID-19 zal ‘snel en substantieel’ zijn, zegt de Bank. Jawel, maar de cijfers zijn al jaren aan het stagneren. COVID, conflicten, klimaatverandering … waar zou de verbetering vandaan komen? Politieke wil? Op 17 oktober is het de gewoonte dat wereldwijd politici en andere mensen met maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een of andere gedenksteen een plechtige verklaring afleggen, ze zullen een traan wegpinken en wellicht het woord laten aan een ‘echte’ arme. Mooi. En dan? Daar wringt het schoentje. Er is in België en er is in de wereld zo ontzettend veel rijkdom dat er geen enkel probleem kan zijn om iedereen, echt iedereen een volwaardig inkomen te bezorgen, een goede gezondheidszorg, goed en degelijk onderwijs mét een schoolmaaltijd, graag, een ruim dak boven het hoofd, openbaar vervoer, internet… Er zijn in de wereld, volgens UBS 2189 miljardairs. Ze bezitten samen 10,2 triljoen USDollar, dat schrijf je zo: 10.000.000.000.000. Het zijn allemaal nullen, maar dat bedriegt. Het is hééééél veel geld. En dat zijn allemaal mensen die werken aan nieuwe technologieën en … in de gezondheidssector. En wat doen die mensen met hun geld? Neen, geen belastingen betalen. Wel geven ze kruimeltjes aan filantropische projecten. Tweehonderd miljardairs besteedden vorig jaar meer dan 7 miljard US$ aan ‘goede doelen’. En ja, dat trekken ze af van hun inkomsten natuurlijk. In België, bezitten de 1% rijksten 24 % van alle rijkdom. Mochten we, zoals Paul De Grauwe voorstelt, deze mensen een eenmalige coronaheffing opleggen, dan is de coronafactuur al voor de helft betaald. Kom, zeggen dat er geen geld is? Zeggen dat we enkel ‘in de richting’ van een behoorlijk pensioen kunnen gaan? Zeggen dat armoede een moeilijk te vatten probleem is? Men wil niet Wanneer zullen we eens gewoon durven zeggen dat er nagenoeg niemand de armoede echt de wereld uit wil? Dat er voortdurend wordt gezocht, binnen – en buitenlands, naar theorieën en excuses om vooral niets te moeten doen. We zitten dan in ‘trilemma’s’, omdat we de minimumlonen niet durven optrekken. We streven dan naar ‘groei’, alsof die groei ook bij arme mensen terecht komt. We werken met definities over multi-dimensionele armoede die ons vrijpleit van elke concrete oplossing. De armoedeverenigingen doen wat ze kunnen, ze helpen de arme mensen, maar ze kunnen zonder geld de armoede niet bestrijden. Dat weten ze zelf maar al te goed. En zo sukkelen we verder, van energie- en ‘menstruatiearmoede’ op Belgisch vlak, naar ‘cognitieve taks’ bij de Wereldbank. In elke markteconomie is armoede een inkomenstekort. Daarom moeten we ophouden met de wereld op zijn kop te zetten. We moeten niet op zoek naar de armsten onder de armen, de vrouwen, de kinderen, de vluchtelingen. Dat zijn mensen die hulp nodig hebben, jazeker. Maar de oplossingen liggen aan de andere kant: bij zij die het goed hebben. Voortdurend op zoek gaan naar de ‘meest kwetsbaren’ zorgt ervoor dat we zelfs de gewoon arme mensen vergeten, want er is altijd wel iemand die nog armer is dan die kwetsbare. Alle ‘kwetsbaren’ staan aan de verliezende kant, waarom een selectie maken bij hen? Straks komt de ‘warmste week’ op ons af. Ik stel voor dat we die echt warm maken, met een vermogenskadaster en een algemene staking in het voordeel van de armen. De oplossing voor armoede ligt niet bij de armen, maar bij de rijken. Amoede moet niet worden bestreden, maar worden voorkomen, met een degelijke sociale bescherming. En armoede moet illegaal verklaard worden, ze heeft geen enkele bestaansreden. We hebben mensen nodig die echt vechten voor een vermogensbelasting. Voor een strijd tegen fiscale paradijzen. Voor een strijd tegen onwettige kapitaalvlucht uit het zuiden. Tegen corruptie. Bron: Uitpers