De afschaffing van het huwelijksquotiënt, een fiscale gunstmaatregel voor gehuwden en wettelijk samenwonenden, staat op de agenda van de fiscale hervorming van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) tegen 2024. Volgens Michel Maus, professor fiscaal recht (VUB), is dat een goed vertrekpunt, maar onvoldoende om de diepe fiscale kloof tussen alleenstaanden en koppels te verkleinen.
“Ik heb er niet voor gekozen. Als je niemand tegenkomt die bij je past, dan kom je niemand tegen”, zegt Martine* (53), die al 28 jaar alleenstaande is. Ze werkt in de informaticasector. Ook Jan* (44) woont al meer dan twintig jaar alleen. Hij is ambtenaar bij het ministerie van Financiën. “Ik haal ruimschoots het einde van de maand, maar er moet niet veel extra gebeuren”, zegt hij. “Bovendien zijn de kosten best pittig, zeker de afgelopen jaren met de stijgende prijzen.”
Gezin als hoeksteen
De fiscus maakt niet alleen bij het indienen van de belastingaangifte een onderscheid tussen alleenstaanden en gehuwden. Het huwelijksquotiënt verlicht bovendien de fiscale druk voor koppels waarvan één van de partners geen of een zeer klein inkomen heeft. De echtgenoot met een hoger inkomen kan een deel van zijn inkomen toekennen aan de partner met geen of een laag inkomen. De ene echtgenoot heeft dan een fictief lager inkomen en komt in een lagere belastingschuif terecht.
“Men heeft dat systeem jaren geleden weer ingevoerd en fiscaal gekozen voor het gezin als hoeksteen van de maatschappij”, aldus Michel Maus, VUB-professor fiscaal recht en advocaat.
Ook het statuut van de meewerkende echtgenoot is volgens Maus een illustratie van het voorrecht van gehuwden. Maus: “De bakkersvrouw die in de winkel staat en haar man, de bakker, helpt, krijgt 30 procent van de winst van de bakkerij. De winst wordt fictief overgeheveld naar de vrouw, wat de algemene belastingdruk verlaagt. Het is een gelijkaardig systeem als het huwelijksquotiënt, dat ook ter discussie gesteld kan worden.”
Nog nooit zoveel alleenwonenden
Er liggen plannen op tafel om het huwelijksquotiënt af te schaffen. Dat heeft minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) voor ogen in zijn fiscale hervorming, die vanaf 2024 zou moeten ingaan.
“Ik was een beetje geschrokken van het voorstel van Van Peteghem”, geeft professor Maus toe. “Cd&v, dé gezinspartij, zou raken aan een fiscaal voordeel dat gekoppeld is aan een familiaal gebeuren. Als cd&v al klaar is om er minstens over na te denken, dan is het moment om te schakelen aangebroken.”
Uit de statistieken blijkt ook dat de tijd rijp is om het fiscaal beleid meer af te stemmen op alleenwonenden. Er zijn nog nooit zoveel éénpersoonshuishoudens geweest als de laatste jaren. De groep alleenwonenden groeit aanzienlijk in vergelijking met het aantal koppels.
Flourish logoA Flourish chart
Ondanks de spectaculaire stijging van het aantal singles blijft die groep het zwaarst belast in België. Dat blijkt uit het rapport van OESO van vorige maand.
“Al sinds 2000 maakt de OESO jaarlijks een rapport over de belastingdruk op arbeid”, aldus Maus. “Al sinds 2000 staat de Belgische alleenstaande zonder kinderen op de eerste plaats.”
In 2022 bedroeg de belastingdruk voor singles zonder kinderen 53 procent, te vergelijken met singles met twee kinderen (37,8%) en een koppel met kinderen (45,5%).
Hoe meer kinderen, hoe lager de belastingdruk
Afgezien van de systemen van het huwelijksquotiënt en de meewerkende echtgenoot, is er weinig fiscaal onderscheid tussen twee alleenstaanden of een koppel zonder kinderen. Dat merkte Mark Delanote onlangs op in een gesprek met Trends. Hij is lid van de Hoge Raad van Financiën en werkte mee aan het hervormingsplan van Van Peteghem.
Belastingplichtigen met kinderen ten laste genieten wel van aanzienlijke fiscale voordelen. Naarmate de persoon of het gezin meer kinderen heeft, wordt het belastingvrije inkomen sterk opgedreven. Kortom, hoe meer kinderen, hoe lager de belastingdruk.
Bron: Trends