Interview met Karim Brikci

Van applaus naar een mes in de rug… Het lijkt een constante voor essentieel personeel zoals dat van de supermarkten, het onderwijs of de gezondheidszorg. Gisteren werden ze bejubeld als de helden van de gezondheidscrisis. Ze werden op televisie geprezen door ministers en commentatoren, die hen ook – en vooral – vroegen om kalm te blijven en blijk te geven van ‘verantwoordelijkheid’. Er werden betere tijden beloofd na de pandemie. De zorgbetoging van 13 juni in Brussel zal de realiteit van de sector opnieuw op straat brengen. We spraken met Karim Brikci, afgevaardigde van ACOD in het Brugmann-ziekenhuis en actief bij het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’. We zagen hem vlak na een algemene personeelsvergadering in zijn ziekenhuis.

Wat is er in de sector veranderd door de pandemie?

“Het is duidelijk en onbetwistbaar dat de situatie in de hele gezondheidszorg (ook al ben ik minder op de hoogte van wat er in de ouderenzorg gebeurt) duizend keer dramatischer is geworden dan voorheen. De sector kreeg net als andere eerstelijnssectoren een pak slaag. Het personeel in de sector is moreel, psychologisch en fysiek uitgeput.”

“Er moet iets veranderen. Er zijn serieuze verbeteringen van de arbeidsomstandigheden nodig en concrete oplossingen voor het gebrek aan personeel aan de bedden, het gebrek aan materiële middelen … Voor dit alles komt de mobilisatie vandaag naar mijn mening eigenlijk laat. De mobilisatie is niet vanzelfsprekend. Veel collega’s hebben de sector verlaten of doen dat nu. Anderen zijn uitgeput.”

“Het enthousiasme en de woede aan het einde van de pandemie hadden we moeten gebruiken om te mobiliseren. De energie is echter verkocht voor de schijn van een loonsverhoging, die zeker nodig was, maar die de echte problemen uit de weg ging en de laagste lonen in de sector niet daadwerkelijk deed stijgen. De belangrijkste eis van het personeel op de werkvloer is dat er voldoende collega’s zijn om patiënten kwaliteitsvolle zorg te verlenen. België is op dat vlak een van de slechtste landen van Europa. De management-retoriek over ‘care together’ of ‘de patiënt die centraal staat’ is onzin. Iedereen moet weten dat we elke dag werken met een minimale dienstverlening.”

Hoe groot is de uitstroom uit de sector? 

“Het is vrij moeilijk om daarop te antwoorden omdat we geen exacte cijfers hebben. Maar het fenomeen is heel duidelijk bij het verplegend personeel. Er is een context van tekorten. Dat tekort is natuurlijk relatief: er zijn voldoende opgeleide verpleegkundigen. Maar er zijn niet genoeg verpleegkundigen bereid om met deze werkomstandigheden in de zorginstellingen door te gaan. De manier waarop ze moesten werken was in strijd met de waarden van het verplegend personeel: patiënten op een menselijke manier verzorgen.”

“In mijn ziekenhuis is het verloop enorm. Veel collega’s vertrekken. Ze worden vervangen door jongere collega’s. Dat maakt het voor de vakbond ook moeilijker om terug te vechten, we moeten telkens opnieuw opbouwen.”

“De mobilisatie van het gemeenschappelijk vakbondsfront in zowel de publieke als de private ziekenhuizen en rusthuizen op 13 juni is dan ook een zeer goede zaak. Dit is wat ‘De Zorg in Actie’ al sinds 2019 vraagt: een eensgezinde reactie van de hele sector. De officiële eisen blijven wel erg vaag. “F*k de werkdruk” is goed. Maar concreet: waarvoor mobiliseren we en met welke strategie op langere termijn willen we dat bereiken?”

“Met ACOD Brussel eisen we een opwaartse herziening van de toezichtsnormen, dat wil zeggen het aantal verpleegkundigen aan het bed van de patiënt. Daarnaast eisen we een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Dit wordt als essentieel gezien in de sector, net zoals het dat in de hele samenleving is. Om burn-outs te voorkomen en een kwalitatief goede zorg te verlenen, is het cruciaal. We krijgen te horen dat er al een tekort aan verpleegkundigen is en arbeidsduurvermindering hierdoor niet kan. We antwoorden dat arbeidsduurvermindering zonder loonverlies personeel kan aantrekken dat het beroep heeft verlaten. Door de arbeidsomstandigheden te verbeteren kunnen we mensen weer aantrekken voor de zorg.”

“De huidige logica in de sector gaat de andere kant op: besparingen en de verplichting om meer te doen met minder personeel. De werkgevers worden zeker geconfronteerd met budgettaire moeilijkheden, maar hun ambitie is om alles op het personeel af te schuiven. Budgettaire moeilijkheden worden systematisch gebruikt als excuus voor nieuwe aanvallen op de arbeidsvoorwaarden. Alles wat ten tijde van de pandemie in de media werd gezegd, is overboord gegooid. De beloften en het applaus zijn snel vergeten. We vermoedden het al, maar vandaag is het heel duidelijk. Achteraf bekeken werden we eigenlijk gewoon uitgelachen!”

Je komt net terug van een algemene personeelsvergadering in het Brugmann ziekenhuis. Waar ging het over? 

“In de openbare ziekenhuizen in Brussel zijn de vakbonden en hun meest actieve leden vastbesloten om in het offensief te gaan. We hebben op 15 maart een lijst met eisen ingediend bij de IRIS-koepel van de Brusselse openbare ziekenhuizen. Dit alles gebeurde met een dynamiek van algemene vergaderingen en bekrachtiging van de eisenlijst in die algemene vergaderingen. We hadden twee onderhandelingen waar de toon snel werd gezet. Nauwelijks hadden we onze eisen op tafel gelegd of we kregen een ‘eisenplatform van de werkgevers.’ Dat is hun term: werkgevers. Wij hebben het over de overheid die tewerkstelt…”

“De prioriteiten van de bazen (we gebruiken hun term) omvatten allereerst de beperking van het vakbondsstatuut, een nieuwe golf van aanvallen op het stakingsrecht en het recht op collectieve actie, geheel in lijn met wat er in andere sectoren in België gebeurt. Vervolgens de versnelling en vergemakkelijking van het ontslag van statutair personeel en tenslotte de afschaffing van het in- en uitklokken, waardoor de bazen de uitbetaling van overloon kunnen afschaffen terwijl overuren schering en inslag zijn in de sector. Dit zijn de prioriteiten van de werkgevers. Geen enkel voorstel over arbeidsomstandigheden of welzijn. Iedereen heeft zijn eigen prioriteiten!”

“We hebben onze weigering duidelijk gemaakt. Vervolgens stelden ze een protocoltekst op waarin bijna geen enkele van onze tien prioritaire eisen aan bod kwam. Ze maakten een ‘opvulprotocol’, d.w.z. ze namen de sociale wetgeving en de welzijnscode en vulden pagina’s in. Er staat dat ze van plan zijn om misschien de welzijnscode te respecteren, terwijl die al jaren verplicht is. Het is een grap! Aan de andere kant zijn al hun eisen opgenomen. En de kers op de taart is de slotbepaling: de vakbonden zouden tot 31 december 2025 niets mogen eisen omdat de kilometervergoeding voor fietsen is verhoogd. Zo zie je maar, ze zijn al gul geweest… “

“Op 30 mei gaan alle IRIS-ziekenhuizen in staking, wat als springplank dient naar de betoging op 13 juni. Het is te hopen dat de volgende mobilisatiedata op die dag bekend worden gemaakt. Met een betoging om de zes maanden krijgen we niet wat we nodig hebben.”

“We hebben op deze personeelsvergadering een kameraad uit de handel uitgenodigd om de situatie bij Delhaize en in de sector te bespreken. Die ervaring was succesvol. De collega’s waren erg blij om de situatie elders te bespreken. Dit versterkte de bereidheid om deel te nemen aan de betoging van het personeel uit de distributiesector voor hun arbeidsvoorwaarden en voor het stakingsrecht op 22 mei. Het verduidelijkte de zaken voor veel mensen. De aanvallen op het stakingsrecht in de private sector zullen morgen plaatsvinden, ze worden al voorbereid. Op 22 mei zullen we aanwezig zijn, met een staking van brancardiers en schoonmakers bij Brugmann, met stakersposten in de ochtend en daarna gezamenlijk vertrek naar de betoging.” 

Nog een laatste woord?

“De pandemie heeft aangetoond dat we een publieke gezondheidsdienst nodig hebben die gefinancierd wordt volgens de noden, wat vandaag duidelijk niet het geval is. Een deel van de middelen kan gevonden worden in een genationaliseerde farmaceutische sector die onderdeel wordt van een nationale gezondheidsdienst.” 

“Maar er is ook de kwestie van de controle op de genomen beslissingen. Persoonlijk denk ik dat de gebruikers en het personeel het best in staat zijn om de beslissingen te nemen. In de openbare sector hebben we een Mexicaans leger van managers uit de private sector die totaal niet op de hoogte zijn van de realiteit op de werkvloer. Er loopt veel verkeerd en hun antwoord is om te zeggen dat we moeten functioneren zoals in de privésector. In feite denk ik dat zij de inefficiëntie van de openbare dienst organiseren om de privatisering voor te bereiden. Het is een strijd van de hele bevolking om een democratisch beheerde en gecontroleerde nationale gezondheidsdienst te bekomen.”

Bron: LSP