Door STAN DE SPIEGELAERE – Gastprofessor aan de UGent, kernlid van Denktank Minerva en werkt bij UNI Europa. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam, in SAMPOL

“Automatische loonindexering bestaat alleen in België”, horen we vaak.

  • Maar dat klopt niet.

In vele andere, Europese landen bestaan er ook systemen van indexeringen.   

Zo uniek is België dan toch niet.

Het bestaat alleen in België‘. In ongeveer elke discussie over de automatische indexering van de lonen in België wordt dit argument aangehaald. De consequentie is duidelijk: dit moet wel een zot idee zijn, als geen enkel ander land het doet.

Meestal wordt er nog snel aan toegevoegd dat ook in Luxemburg, Malta en Cyprus er soorten van indexeringen bestaan, maar geen enkel mens die deze kleine landen serieus neemt, toch?

Maar klopt dat wel, dat de automatische loonindexering enkel bestaat in België?

De vraag stellen is ze beantwoorden: nee, dat klopt niet.

In vele landen bestaan er vormen van loonindexering die, net als in België, vastgelegd worden in sector- en/of bedrijfscao’s.

Wat wél klopt is dat het systeem in België uniek is (naast Luxemburg, Malta en Cyprus) in de breedte van het systeem. In België hebben (bijna) alle werknemers recht op een soort van automatische indexering van hun lonen. In andere de meeste andere landen zijn er indexeringen, maar die zijn beperkt tot een aantal sectoren of bedrijven.

  • HET BELGISCH SYSTEEM
  • Voor we kijken naar het buitenland, even focussen op het binnenland. ‘De’ indexering bestaat namelijk niet. De loonindexering wordt beslist in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) gesloten op sector- en soms op bedrijfsniveau. Er is dus geen wet die zegt dat lonen geïndexeerd moeten worden. Het zijn vakbonden en werkgevers die, in onderhandeling, beslissen om een indexering toe te passen.

Een indexering, niet ‘de’ indexering, want werkgevers en vakbonden zijn vrij om zelf te beslissen hoe die indexering er moet uitzien. Sommige kiezen voor een indexering op vaste tijdstippen, één, twee of meerdere malen per jaar. Andere sectoren kiezen om de lonen aan te passen eens de inflatie (afgevlakte gezondheidsindex) met 1 of 2% gestegen is.

Zoals de discussie rond AXA ons ook leerde, sommige sectoren en bedrijven indexeren de reële lonen, andere enkel de barema’s en dus de minimumlonen.

Het unieke aan België is dat vakbonden en werkgevers erin geslaagd zijn om in bijna alle sectoren een indexering te onderhandelen. Volgens De Morgen zou zo’n 2% van de werknemers geen (sectoraal) recht hebben op een indexering van hun loon. Maar het kan zijn dat enkele onder hen toch een indexering hebben op basis van een bedrijfsakkoord.

  • HET BUITENLAND
  • De vrijheid die het Belgisch sociaal overleg heeft om soorten van indexeringen te onderhandelen, die bestaat in de meeste andere landen ook. Sociale partners zijn vrij om samen te onderhandelen over hoe het loon in een sector of bedrijf bepaald wordt, en dus kunnen ook in het buitenland vormen van indexering onderhandeld worden.

Uit een interne bevraging van UNI Europa (de Europese vakbondsfederatie van de dienstensectoren) blijkt dat er vormen van sector- en bedrijfsindexeringen bestaan in (minstens) Spanje, Nederland, Roemenië, Turkije, Ierland en Frankrijk, Slowakije en Italië.

In Spanje zou ongeveer 14% van de cao’s die momenteel ondertekend worden ‘wage guarantee’ clausules zitten die automatische verhogingen voorzien indien inflatie boven een bepaalde grens uitvalt.

In Nederland probeert de FNV in zoveel mogelijk cao’s een ‘algemene prijs compensatie’ clausule te onderhandelen die een indexering van de lonen voorziet. Ze zijn er reeds in geslaagd om zo’n clausule te onderhandelen in verschillende sectoren (zoals schilderwerkenhavenprocesindustrieindustriële reiniging ) en bedrijven (onder andere Vopak en Chemours) en pleiten voor een veralgemening van het systeem. In sommige sectoren (onder andere nationale spoorwegen) werd een alternatief systeem voorzien.

In Turkije , Roemenië , Ierland, Slowakije en Italië zijn er voorbeelden van bedrijfs- en sectorcao’s die naast loonsverhogingen, ook een (semi-) automatische aanpassing aan de inflatie voorzien. In sommige gevallen is de link niet automatisch en wordt er bij een overschrijding van de inflatie automatisch een nieuwe onderhandeling opgestart. In andere akkoorden is de link wel automatisch en is er een loonsverhoging bovenop de indexaanpassingen.

  • AUTONOMIE VAN DE SOCIALE PARTNERS
  • Werkgevers en vakbonden zijn, in principe, vrij om te onderhandelen over loon- en arbeidsvoorwaarden. Dat kunnen ze doen door een akkoord te sluiten over vaste loonsverhogingen, maar niets staat sociale partners in de weg om een meer flexibel systeem te onderhandelen dat lonen linkt aan de evolutie van de prijzen in een land.

In België hebben bijna alle sectoren dat gedaan en is er dus een uniek breed systeem van automatische loonindexeringen. Maar vakbonden en werkgevers in andere landen genieten dezelfde autonomie en ook daar wordt er, zeker met de huidige hoge inflatie, gekeken naar (semi-) automatische systemen van loonadaptaties.

Zoals blijkt uit een bevraging van Europese vakbonden bestaan er systemen van indexeringen in vele Europese landen. In sommige ervan zijn ze even breed als in België (zoals in Luxemburg, Malta en Cyprus), in andere is er een duidelijke uitbreiding van het systeem (zoals in Spanje en Nederland), terwijl in nog andere de indexeringen beperkt blijven tot een aantal sectoren of bedrijven. Zo uniek is België dan toch niet.