Als de btw op energie op 6 procent blijft, dan wil de federale regering accijnzen invoeren om uit de kosten te geraken. Terwijl energiebedrijven superwinsten blijven maken draait de gewone man of vrouw er weer voor op. Voor de regering is dat een gemakkelijkheidsoplossing, maar ze is zeer onrechtvaardig.

Waarom accijnzen?

Alhoewel er nog geen definitieve beslissing is gevallen om accijnzen te heffen op energie, zijn alle partijen van de Vivaldi-regering het over het principe eens: als de btw op energie definitief naar 6 procent gaat, worden hogere accijnzen geheven op stroom en gas.

De redenen? De operatie moet het verlies van de hogere btw-inkomsten compenseren. Via accijnzen zou het veel makkelijker zijn om in te spelen op prijsschommelingen en kan er een onderscheid gemaakt worden tussen soorten verbruik en energiebronnen.

Het moet de regering nu en in de toekomst ook meer mogelijkheden bieden om het energieverbruik en de energietransitie in ons land te sturen.

Laat ons beginnen met het voorstel van bevoegd minister Vincent Van Peteghem (CD&V). In het nieuwe systeem zal een onderscheid gemaakt worden tussen een basisverbruik en een meerverbruik. Wanneer de prijzen voor aardgas boven 100 euro per MWh en voor stroom boven 250 euro per MWh stijgen, zullen de accijnzen voor het basisvolume dalen.

Al het verbruik boven op het basisvolume wordt wél aan het volledige accijnstarief belast. Voor elektriciteit stelt de minister een basisvolume voor van 3.000 kWh (3 MWh), voor aardgas 12.000 kWh (12 MWh). Bovendien geldt voor aardgas ook een ondergrens. Als de prijs onder de 45 euro per MWH gaat, zullen de accijnzen op het meerverbruik toenemen.

Zijn uitleg? Dat is om te vermijden dat mensen méér gaan verbruiken wanneer de prijzen heel laag zijn. Op die manier wordt de energietransitie ondersteund.

Wat volgt zijn bedenkingen op de volgende vragen:

Zijn accijnzen rechtvaardig?

Accijnzen zijn net als btw indirecte belastingen. Het zijn belastingen op consumptie of verbruik. De btw is een percentage van de kostprijs, terwijl een accijns een vast bedrag is dat je moet betalen aan de overheid.

Stel bijvoorbeeld dat je maandelijkse energiefactuur 400 euro bedraagt. Bij 6 procent btw betaal je dan 24 euro extra. Als de tarief van de accijnzen op 20 euro ligt, dan betaalt elk gezin bovenop de btw dan nog eens 20 euro per maand.[1] Een accijns op energie kan je best vergelijken met de Turteltaks uit het verleden.

In het voorstel van Van Peteghem zal het tarief van de accijnzen afhangen van de hoogte van de energieprijzen en van het verbruik van het gezin. Hoe dan ook, indirecte belastingen zijn onrechtvaardig want iedereen, ongeacht het inkomen, betaalt hetzelfde tarief of hetzelfde bedrag.

De econoom Thomas Piketty schrijft: “Een belasting op de consumptie is een belasting uit de 19e eeuw, niet uit de 21e. Indirecte belastingen zoals de btw, wegen meer op de lage inkomens. Hoge inkomens consumeren immers niet alles wat ze verdienen.”

Houdt het voorstel van minister Van Peteghem voldoende rekening met het realistische verbruik?

Van Peteghem maakt een onderscheid tussen een basisverbruik en een meerverbruik. Wanneer de prijzen voor aardgas en voor stroom boven een bepaalde grens stijgen, zullen de accijnzen alleen voor het basisvolume dalen. Al het verbruik bovenop het basisvolume wordt wél aan het volledige accijnstarief belast.

Bij hoge prijzen zullen kleine verbruikers dus minder accijnzen betalen dan grote verbruikers. Voor de minister is een basisverbruik: 3.000 kWh (3 MWh) voor elektriciteit en 12.000 kWh (12 MWh) voor aardgas. Ter vergelijking: een gemiddeld gezin dat op aardgas verwarmt in België, verbruikt op jaarbasis 3.500 kWh stroom en 17.000 kWh aardgas.

Volgens berekeningen zal de energiefactuur voor een gemiddeld gezin vanaf 1 april zo’n 20 euro per maand duurder worden.

Dwingen accijnzen en btw op energie tot spaarzaamheid?

Btw en accijnzen op energie worden ook verdedigd om mensen aan te zetten duurzaam om te gaan met energie. Men gaat er vanuit dat burgers individueel hun gedrag gaan veranderen omwille van de dure prijs.

Dat is voor een deel juist voor mensen die de financiële middelen hebben om hun huis te isoleren, zonnepanelen te plaatsen en een warmtepomp te instaleren. Maar dat is lang niet voor het grootste deel van de bevolking.

De visie om via belastingen op energie de mensen aan te zetten tot spaarzaamheid, gaat volledig voorbij aan de politieke verantwoordelijkheid om de samenleving te organiseren op een rechtvaardige, duurzame en klimaatvriendelijke manier.

Wat ze in ons land niet doen, doen ze bijvoorbeeld wel in Berlijn, Hamburg en München. In deze drie grootste steden van Duitsland is er een gemeentelijk nutsbedrijf voor de productie en distributie van energie. Deze investeren in hernieuwbare energie, maar ook in collectieve verwarming.

Ze worden niet gedreven door onmiddellijke winstgevendheid. Daarom kunnen ze doeltreffender investeren in hernieuwbare energie. Het gemeentebedrijf van München streeft bijvoorbeeld naar 100 procent elektriciteitsproductie, waarmee in 2025 in het verbruik van de hele stad kan worden voorzien.

In Berlijn installeert het gemeentelijk bedrijf zonnepanelen en gemeenschappelijke verwarmingssystemen in gebouwen om de energiefactuur van de huurders te doen dalen. De publieke bedrijven kunnen de opgewekte energie ook goedkoper verkopen, aangezien ze niet afhankelijk zijn van de logica van de markt.

Ontspoort de begroting als de btw-verlaging op energie niet wordt gecompenseerd door accijnzen?

Zonder bijkomende accijnzen, en aan de huidige prijsniveaus, zal een definitieve verlaagde btw aan 6 procent dit jaar de begroting 1,3 miljard euro kosten. De oplossing die de regering voorstelt voor dit begrotingsverlies? Accijnzen invoeren die op termijn zorgen dat de gederfde inkomsten door de btw-verlaging worden gecompenseerd.

1,3 miljard is veel geld, maar de vraag is of het geld moet gezocht worden bij de burgers met een onrechtvaardige belasting. Neen, het kan anders. Te beginnen bij diegenen die vandaag door de crisis enorme winsten boeken.

De Europese Commissie stelde vorig jaar op 8 maart, “dat voor de financiering van de door de hoge energieprijzen te nemen noodmaatregelen, de lidstaten een tijdelijke belasting op overwinsten kunnen invoeren”. Volgens het Internationaal Energieagentschap zou door dergelijke fiscale maatregelen ten aanzien van hoge meeropbrengsten in 2022 tot 200 miljard euro beschikbaar kunnen komen om de hogere energierekeningen gedeeltelijk te compenseren.

Voor ons land berekende de studiedienst van de PVDA in september 2022 dat Engie-Electrabel in de periode 2021-2024 in totaal 9 miljard euro overwinst zal boeken met de Belgische kerncentrales. Dat is extra winst bovenop de winst die ze normaal boekt.

En wat doet onze regering hieraan? Van de 9 miljard euro overwinsten die Engie-Electrabel zal boeken, wordt slechts 2,2 miljard euro afgeroomd. Van de regering mag Engie-Electrabel zich dus nog altijd verrijken met 6,8 miljard euro op kap van de gezinnen, de kleine zelfstandigen en de KMO’s.

Een hogere overwinstbelasting had hier meer op zijn plaats geweest. Daarnaast moet er ook een prijsverlaging en een prijsblokkering komen. Engie produceert zijn elektriciteit in zijn kerncentrales tegen een kostprijs van 35 euro euro/MWh, maar verkoopt het aan een veelvoud ervan. In de voorbije maanden ging het soms om het tienvoudige van de productiekost. Dat zijn echte woekerprijzen.

Deze onrechtvaardigheid kan rechtgezet worden door de elektriciteitsprijs te berekenen op basis van de werkelijke productiekost, vermeerderd met een vaste marge.

De oplossing nu en daarna

Het is nu dat vele mensen met hoge energieprijzen worden geconfronteerd en het is nu dat de energiebedrijven profiteren van extreem hoge winsten. In eerste instantie moet hiervoor een rechtvaardige oplossing komen.

Het gat in de begroting vul je met eerlijke fiscaliteit, niet met een indirecte belasting op energie die het echte profitariaat ongemoeid laat. Want let op, het zijn niet alleen de energiesectoren die overwinsten boeken, het aantal bedrijven en sectoren dat profijt haalt uit deze situatie is groter.

Met overwinst bedoelen we de bijkomende winst in vergelijking met wat werd gerealiseerd eind 2019, dat voor de ondernemingen een zeer goed jaar kan genoemd worden. In de meeste sectoren van ons land zijn begin 2021 en medio 2022 in vergelijking met 2019 de winsten gestegen. In totaal bedraagt de overwinst in vergelijking met 2019, hou je vast: 25 miljard euro!

Waar komen die winsten vandaan? In de meeste sectoren is de winsttoename te wijten aan een verhoging van de verkoopprijzen. Toen de prijzen zowat overal de hoogte ingingen hebben veel ondernemingen dat aangegrepen om hun eigen prijzen aanzienlijk op te drijven, in veel grotere mate dan de toename van hun onkosten. Van de 25 miljard euro overwinst tussen begin 2021 en medio 2022 is 18 miljard euro het resultaat van prijsverhogingen.

Deze enorme winsten zorgden voor hoge dividenden. Dat is de winst die een vennootschap uitkeert aan haar aandeelhouders. Alleen al Belgische bedrijven lieten vorig jaar samen 10 miljard euro dividenden naar de aandeelhouders vloeien. Dat is 56 procent meer dan in 2021, toen de coronacrisis veel bedrijven deed knippen in de dividenden.

In tweede instantie moet er een einde worden gemaakt aan de liberalisering van de energiemarkt. Energie is te belangrijk om het over te laten aan de grillen van enkele CEO’s en de graaizucht van aandeelhouders.

Energie is een basisbehoefte. Licht, een fornuis, een chauffage of een warme douche zijn geen luxeproducten. Daarom moet het openbaar zijn, moet het in handen zijn van de gemeenschap en onder controle staan van diezelfde gemeenschap, van productie tot distributie en opslag, van lokaal tot internationaal.

De energiesector moet in publieke handen komen. Dat is een onmisbare oplossing als we twee essentiële doelen willen bereiken: goedkopere energie en groene energie.

Niet mogelijk? Denemarken is het land dat wereldwijd erkend wordt als leider op het gebied van hernieuwbare energie. De snelle groei van windenergie heeft de sluiting van de steenkoolcentrales en de ontwikkeling van een nieuwe industriële sector mogelijk gemaakt. De meeste gezinnen profiteren er nu van collectieve verwarmingssystemen die hun verbruik en hun rekeningen verlagen.

En weet je waar dat aan te danken is? De overheden gingen onder druk van de bevolking niet mee in het verhaaltje van de liberalisering en hebben de controle over de productie en distributie van energie behouden. Zo kunnen ze beslissen waar, wanneer en hoe ze investeren in de energie van de toekomst en ervoor zorgen dat de mensen daar de vruchten van plukken.

Note:

[1] De btw wordt berekend op het eindbedrag, dus met inbegrip van de accijnzen. Dus ook op de accijnzen betaal je nog eens btw, dat is dus een soort belasting in het kwadraat.

Bron: DeWereldMorgen