Hoe bouwen we aan een samenleving die vastberaden en verenigd is in haar streven naar rechtvaardigheid en gelijkheid?
De recente verkiezingsuitslag, waarbij Vlaams Belang met 1 miljoen stemmen de grootste partij werd in drie van de vijf Vlaamse provincies, klinkt als een dreigende stormklok door onze samenleving. De opmars van extreemrechts in Vlaanderen en Europa is een indringende oproep tot reflectie en actie: hoe kunnen we deze verontrustende trend keren, onze democratische fundamenten versterken en weerstand bieden tegen deze gevaarlijke ontwikkeling? Hoe bouwen we aan een samenleving die vastberaden en verenigd is in haar streven naar rechtvaardigheid en gelijkheid?
UNIVERSELE MENSENRECHTEN
In het hart van deze strijd ligt de onmiskenbare kracht van universele mensenrechten. Deze rechten zijn geen abstracte idealen, maar vormen het morele fundament waarop een rechtvaardige samenleving is gebouwd – aangezien iedereen, ongeacht afkomst, geslacht, religie of seksuele geaardheid, gelijke kansen en bescherming verdient. Extreemrechts verwerpt deze essentiële principes en kiest voor een politiek van uitsluiting en discriminatie. Het verdedigen van mensenrechten is dan ook geen vrijblijvende keuze, maar een dringende noodzaak. Onze strijd tegen onrecht, zoals racisme en discriminatie, moet niet enkel voortkomen uit persoonlijke ervaringen, maar vooral uit een diepgeworteld moreel besef dat deze vormen van onrecht intrinsiek verkeerd zijn. Dit morele fundament bindt ons en stelt ons in staat om gezamenlijk op te staan tegen elke vorm van uitsluiting en onderdrukking.
Racisme is niet verwerpelijk omdat iemand er slachtoffer van is; het is verwerpelijk omdat het moreel onaanvaardbaar is. Het is daarom van belang te benadrukken dat het verzet tegen racisme niet enkel een zaak is van de specifieke groepen die er direct door getroffen worden. Iedereen, ongeacht afkomst, draagt de verantwoordelijkheid om racisme te bestrijden vanuit een principiële overtuiging van universele rechtvaardigheid. Een witte persoon hoeft geen ‘bondgenoot’ te zijn van de zwarte gemeenschap in de strijd tegen racisme, want bondgenootschap impliceert een tijdelijke samenwerking om tactische redenen. Principiële tegenstanders van racisme zijn echter gedreven door een fundamenteel geloof in rechtvaardigheid dat verder reikt dan een tijdelijk tactisch voordeel.
Bovendien mag racisme – zeker niet in deze ‘age of feelings’ – afgemeten worden aan persoonlijke ervaringen of emoties. Zo lopen we het gevaar dat de definitie ervan zo rekbaar wordt dat iedereen zich overal en altijd racistisch bejegend kan voelen. Racisme moet echter voldoen aan een scherpe, objectieve definitie en rationeel getoetst worden. Zonder dit fundament vervaagt het begrip, en verliest het aan kracht en betekenis.
Dit sluit aan bij een breder fenomeen waarin ‘de waarheid’ steeds minder via de rede wordt bereikt en steeds meer gebaseerd is op persoonlijke ervaringen. Deze verschuiving heeft de deur geopend naar ‘alternative facts’ en een post-truth tijdperk, waar meningen feiten zijn geworden en feiten slechts meningen. In een dergelijke wereld dreigt racisme, evenals andere cruciale begrippen, te worden gerelativeerd tot een willekeurige interpretatie, waardoor de strijd tegen werkelijk onrecht aan slagkracht inboet.
VERBONDENHEID
Onze reactie op de opkomst van extreemrechts moet verder reiken dan de bescherming van individuele rechten. We moeten ook aandacht hebben voor de bredere maatschappelijke context waarin deze rechten moeten worden gewaarborgd.
Onderwijs speelt hierbij een cruciale rol. Zoals Martha Nussbaum in Niet voor de winst (2013) onderstreept, heeft de verwaarlozing van de geesteswetenschappen in zowel de VS als Europa geleid tot een verschuiving in het onderwijs, waarbij succes voornamelijk wordt gemeten aan economische prestaties. Dit neoliberaal denken draagt bij aan de uitholling van ons democratisch weefsel, omdat het burgers vormt die vooral worden beoordeeld op hun economische waarde, in plaats van hun vermogen om kritisch te denken, ethisch te handelen en solidair te zijn met anderen. Onderwijs moet jongeren niet alleen toerusten met kennis en vaardigheden, maar hen ook een moreel kompas meegeven waarmee ze zich kunnen verzetten tegen onrechtvaardigheid en kunnen bijdragen aan een inclusieve samenleving.
Een bloeiende democratie vereist meer dan goed onderwijs; het vraagt om een diep gevoel van verbondenheid binnen de samenleving. Democratie gedijt namelijk pas echt wanneer er een cohesie bestaat die verder reikt dan economische en politieke belangen, een gedeeld gevoel van identiteit dat de samenleving als geheel omarmt.
De term democratie, afgeleid van het Griekse demos (volk), duidt erop dat democratie niet slechts draait om procedures en instituties. Het gaat om een dieperliggende sociale samenhang. Zonder gedeelde waarden en verantwoordelijkheden verliest democratie haar ziel en haar slagkracht.
Politieke filosofen als Will Kymlicka en David Miller hebben overtuigend aangetoond dat bepaalde vormen van ‘liberaal nationalisme’ hand in hand kunnen gaan met de waarden van de Verlichting. Een gemeenschappelijke taal en een gedeelde, maar dunne nationale identiteit – gescheiden van religie en etniciteit – zijn zelfs noodzakelijk om een politiek van vrijheid, gelijkheid en solidariteit te realiseren. Zoals John Stuart Mill al in 1861 waarschuwde: “Free institutions are next to impossible in a country made up of different nationalities.” Zonder een gedeeld gevoel van identiteit en verbondenheid wordt het vormen van een verenigde publieke opinie, de kern van een representatieve democratie, haast onmogelijk.
Maar deze verbondenheid mag nooit ontaarden in een bekrompen, exclusieve identiteitspolitiek. Een gezonde democratie omarmt diversiteit en zoekt actief naar manieren om verschillen te overbruggen, niet om ze te verankeren in gescheiden identiteiten. Het concept van ‘grondwetspatriottisme’, zoals voorgesteld door Jürgen Habermas, biedt hier een inspirerend perspectief: een gedeelde identiteit gebaseerd op de gemeenschappelijke toe-eigening van constitutionele principes, in plaats van op etnische of religieuze banden. Dit idee kan zelfs op grotere schaal toegepast worden, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie. Martha Nussbaum benadrukt ook het belang van een patriottisme dat fungeert als politieke emotie, die mensen aanmoedigt om samen te leven en voor elkaar te zorgen. Maar, waarschuwt zij, dit patriottisme moet nooit leiden tot uitsluiting of het verdraaien van de geschiedenis; het moet juist een kracht zijn die samenleven in diversiteit bevordert.
MEDIA
De rol van de media in dit alles kan niet worden onderschat. Ze spelen een cruciale rol in het vormgeven van de publieke opinie en het ondersteunen van onze democratische processen. Verantwoordelijke journalistiek zou moeten streven naar eerlijke, feitelijke en evenwichtige verslaggeving, en weerstand moeten bieden aan de verleiding van sensatiezucht en polarisatie. Helaas zien we dat deze principes in het huidige medialandschap steeds vaker worden ondermijnd door een marktgerichte logica die clickbait en sensatie boven waarheidsvinding stelt. Deze ontwikkeling is bijzonder gevaarlijk.
In een samenleving waar oppervlakkige berichtgeving de norm wordt, raken fundamentele waarden zoals het vermoeden van onschuld bedreigd. Onder het motto ‘waar rook is, is vuur’ worden individuen zonder eerlijk proces publiekelijk veroordeeld, wat niet alleen de betrokkenen schaadt, maar ook het vertrouwen in de rechtstaat uitholt. De rechtstaat, ondanks zijn tekortkomingen, is vaak het laatste bastion dat waarheidsvinding nastreeft. Wanneer de media, gedreven door sensatiezucht, voortijdige oordelen vellen die later door de rechterlijke macht worden gecorrigeerd, ontstaat volkswoede en een diepgeworteld wantrouwen jegens de rechtstaat.
Het is daarom van vitaal belang dat de media niet alleen ruimte bieden aan diverse stemmen en perspectieven, maar ook hun verantwoordelijkheid nemen om een geïnformeerde en betrokken samenleving te ondersteunen. Een weerbare samenleving, bestand tegen de verleidingen van populisme en extremisme, kan alleen bestaan als de media hun rol als waakhond van de democratie serieus nemen en verslaggeving bieden die de waarheid, hoe complex ook, centraal stelt. Alleen dan kan journalistiek bijdragen aan een constructief maatschappelijk debat en helpen om de fundamenten van onze democratie te versterken, in plaats van ze te ondermijnen.
VERLICHTINGSIDEALEN
Tot slot is het belangrijk in onze strijd tegen extreemrechts dat we de kracht en relevantie van de Verlichtingsidealen herwaarderen: universaliteit van de rede, vrijheid van onderzoek, democratie, rechtstaat, enzovoort. Deze principes vormen de fundamenten van onze moderne samenleving en zijn meer dan historische overblijfselen; ze zijn de ruggengraat van een rechtvaardige en vrije wereldorde. Het is daarom gevaarlijk en kortzichtig om deze idealen enkel te reduceren tot instrumenten van kolonialisme of om ze af te schilderen als inherent patriarchaal, heteronormatief of cisgendernormatief.
Verlichtingsdenkers zoals Immanuel Kant en Denis Diderot hadden juist de ambitie om universele waarden te formuleren die de grenzen van het Europese continent zouden overstijgen. Zij probeerden de wereld te begrijpen door de ogen van anderen, inclusief niet-Europeanen, en hun werk legde de basis voor de mondiale ethiek waar we vandaag nog steeds naar streven. Uiteraard is geen enkel project perfect, en de Verlichting – en haar denkers – ontsnappen niet aan kritische reflectie. Verbeteringen zijn noodzakelijk om deze idealen te actualiseren en inclusiever te maken. Maar de groeiende argwaan jegens deze idealen ondermijnt vandaag onze gezamenlijke strijd tegen de opmars van extreemrechts.
Deze argwaan is niet zonder gevaar. Ze voedt een destructief wantrouwen in de instellingen die gebouwd zijn op de fundamenten van de Verlichting: onze democratische processen, de rechtstaat, en de vrijheid van meningsuiting. Als we deze principes verzwakken of verwerpen, openen we de deur voor extremistische krachten die deze fundamentele waarden willen ondermijnen en vervangen door hun eigen, uitsluitende ideologieën. Het is daarom van cruciaal belang dat we de Verlichtingsidealen niet alleen verdedigen, maar ook actief promoten als de beste waarborgen voor een rechtvaardige en inclusieve samenleving.
Bron: SAMPOL.BE