Bij gebrek aan antwoord op het toenemend aantal mensen dat uitvalt wegens ziekte, is de jacht op de zieken geopend. Die jacht wordt uitgebreid tot al wie verdacht wordt van medeplichtigheid, van dokters tot ziekenfondsen. De nota van De Wever voorzag in een heel arsenaal aan maatregelen daartoe. 

Door Geert Cool

Niet beperkt tot langdurig zieken, iedereen wordt geraakt

De aanvallen zouden zo goed als iedereen treffen. Zo wil De Wever de carensdag terug invoeren. Die maatregel houdt in dat een eerste dag ziekte bij een korte arbeidsongeschiktheid niet uitbetaald wordt. Tien jaar na de afschaffing ervan – in het kader van de eenmaking van het statuut van arbeiders en bedienden – wil de N-VA het voor iedereen terug invoeren. De nota van De Wever stelt dat dit nodig is om “oneigenlijk gebruik van korte periodes van arbeidsongeschiktheid zonder medisch attest tegen te gaan.” Tegelijk wordt korte afwezigheid zonder doktersbriefje (wat mogelijk is in grote bedrijven) op de helling gezet: werkgevers kunnen van deze maatregel afwijken “voor het geheel of een deel van de werknemers.” De onderliggende boodschap is duidelijk: wie ziek thuis zit, is een profiteur en “oneigenlijk” afwezig. 

Net zoals er na de afschaffing van de carensdag op 1 januari 2014 geen toename was van het aantal ziektedagen, was dit ook na de afschaffing van de verplichting van een doktersbriefje niet het geval. De werkgevers klaagden dat meer werknemers zich één dag ziek melden. Bij de federale ambtenaren werd eveneens vastgesteld dat meer ambtenaren zich voor één dag ziek melden, maar tegelijk komen die sneller opnieuw werken en is het totaal aantal dagen ziekte van korte duur licht gedaald. Hetzelfde blijkt in de privé: volgens onderzoek van Attentia nam het kort ziekteverzuim in 2023 af tegenover 2022. Ook Acerta kwam tot de vaststelling dat het kort ziekteverzuim niet stijgt als gevolg van de afschaffing van het ziektebriefje voor 1 dag. (zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/01/05/ziekteverzuim-klimt-naar-recordhoogtes-werknemers-10-procent-va/

Anders geformuleerd: als de nota De Wever het geeft over oneigenlijk gebruik van korte periodes van arbeidsongeschiktheid zonder medisch attest, is dat niets anders dan stemmingmakerij en het verdacht maken van wie een dag ziek thuis blijft. 

Geen diagnose van waarom er toename is van aantal langdurig zieken

De strafste aanval in de nota van De Wever is die op de langdurig zieken. Zij moeten zo snel mogelijk terug aan het werk. Ongetwijfeld zijn er veel langdurig zieken die niet liever zouden willen dan een mogelijkheid om aan de samenleving bij te dragen. Het probleem zit echter meestal bij de kwestie van aangepast en haalbaar werk. Als werkenden uitvallen, komt dit doorgaans ofwel door fysieke gezondheidsproblemen ofwel door mentale overbelasting. Hierover zegt de nota van De Wever echter niets.

Van de bazen vraagt hij enkel in bijzonder vage termen dat ze een “werkomgeving” creëren “waar langdurig ziekteverzuim zo veel als mogelijk wordt vermeden.” Het blijft bij vriendelijk vragen en een tijdelijke niet nader bepaalde bijdrage aan het bedrag van de ziekte-uitkering die na de maand gewaarborgd loon wordt betaald. Die algemene regel zou meteen de sanctie vervangen die recent ingevoerd werd voor bedrijven met een groot aantal langdurig zieken. De verantwoordelijkheid van de bazen wordt dus veralgemeend en afgebouwd. 

Wel dreigt een sanctie voor werkgevers die niet snel genoeg een re-integratietraject opstarten om hun zieke personeel “met een arbeidspotentieel” terug aan de slag te krijgen. Niet dat de bazen zich daar echt zorgen over hoeven te maken: er wordt voorzien in een grotere rol voor de regionale bemiddelingsdiensten en er kan voor tewerkstelling naar andere bedrijven gekeken worden. Oh ja, de baas kan vanaf de eerste dag ziekte een re-integratietraject opstarten. 

Zieken die onvoldoende meewerken aan dit traject kunnen meteen gedurende zes maanden een deel van hun uitkering verliezen en nadien een nog groter deel indien geoordeeld wordt dat ze onvoldoende actief zijn inzake hun terugkeer naar de werkvloer. Kortom, als ze niet aan de slag gaan, komt dat omdat ze niet genoeg hun best doen. Zou de stress die dit alles met zich meebrengt een positief of een negatief medisch effect hebben op mensen met een burn-out of psychische problemen? 

Financiering van dokters en ziekenfondsen afhankelijk van hoeveel zieken ze arbeidsgeschikt verklaren

Om de druk nog verder op te voeren, komen de dokters in het vizier. Een ziekte-attest moet volgens De Wever vervangen worden door een “geschiktheidsattest” waarin een dokter aangeeft waartoe de patiënt wel geschikt is. Wat dit concreet inhoudt, is onduidelijk. Moet een behandelde arts een overzicht geven van mogelijke jobs of handelingen die iemand wel kan uitvoeren? Om te vermijden dat artsen niet meestappen in dit beleid, voorziet de nota van De Wever in de mogelijkheid om wie “significant meer en/of langere periodes van arbeidsongeschiktheid voorschrijft” aan te spreken en “financieel te responsabiliseren” (lees: te sanctioneren). De gegevens daartoe moeten op basis van datamining verzameld worden. Bescherming van privacy en van de relatie tussen dokter en patiënt? Daar doen we niet aan mee onder N-VA-bewind! 

Behalve de artsen worden ook de ziekenfondsen aangepakt. De Wever ziet een belangenconflict omdat adviserende geneesheren van de ziekenfondsen oordelen over de arbeidsongeschiktheid van leden van diezelfde ziekenfondsen. Het wil daarom de verantwoordelijkheid overdragen naar een nog nader te bepalen overheidsinstantie. In afwachting daarvan zou de financiering van de werkingskosten van de ziekenfondsen “meer afhankelijk” worden “van de mate waarin zij er effectief in slagen om langdurige zieken te re-integreren op de arbeidsmarkt.” Hiermee worden de adviserend artsen een kanjer van een belangenconflict opgelegd: de financiering van hun werking wordt afhankelijk van het aantal beslissingen die langdurig zieken arbeidsgeschikt verklaren. Een langdurig zieke arbeidsongeschikt verklaren, betekent snijden in de eigen werkingsmiddelen. Over de redenen waarom iemand arbeidsongeschikt is, wordt ondertussen uiteraard niet gesproken.  

De ziekenfondsen hebben vandaag nog een zekere onafhankelijke positie tegenover de overheid. Dat is verdacht en onaanvaardbaar voor de N-VA. Niet dat er cijfers kunnen voorgelegd worden van vermeende laksheid bij adviezen over arbeidsongeschiktheid. Het is het principe dat telt: de controle moet gebeuren door een instantie die veel directer de bevelen van de overheden, in het bijzonder van de N-VA, uitvoert. In dat kader moet de “focus verschuiven van een grotendeels medische benadering naar een multidisciplinaire en meer arbeidsmarktgerichte benadering.” Mensen die ziek zijn medisch benaderen, getuigt voor de N-VA van een verkeerde focus. Het gaat niet om het wegnemen van redenen waarom mensen ziek worden of om een genezingsproces. Neen, zieken zo snel mogelijk terug aan het werk krijgen is de enige doelstelling. Ook de financiering van de bemiddelingsdiensten zou daarop afgestemd worden: de nota heeft het over samenwerkingsakkoorden met een “ambitieuze doelstelling en groeipad” in het “actieve bereik van re-integratie naar werk” waarbij er ook sprake is van “resultaatgerichte financiering.”

Waarom stijgt het aantal langdurig zieken?

Volgens een studie van de Nationale Bank van België is de demografische evolutie van de werkenden een belangrijke factor. In 1999 was een kwart van de werkenden ouder dan 45 jaar, in 2019 ging het om 42%. (https://www.nbb.be/doc/ts/publications/economicreview/2024/ecorevi2024_h03.pdf

Hoe ouder de werkenden, hoe meer risico op uitval wegens ziekte. Meer dan driekwart van de langdurig zieken is 45 jaar of ouder. De sterkste toename van het aantal langdurig zieken is onder werkenden van 55 jaar en ouder. De belangrijkste redenen zijn psychische stoornissen (37,54%) en ziekten van het bewegingsapparaat en bindweefsel (31,88%). (https://www.vbo-feb.be/nl/nieuws/meer-dan-500-000-langdurig-zieken/)

Het pensioenbeleid van de opeenvolgende regeringen doet ons steeds langer werken. Dit leidt onvermijdelijk tot meer uitval wegens ziekte. Het komt er eigenlijk op neer dat ze ons doen werken tot we letterlijk niet meer kunnen. Om vervolgens wie uitvalt af te doen als luie profiteurs…

De steeds verder opgedreven productiviteit verhoogt de werkdruk, wat leidt tot meer burn-outs en depressies. Bijna een kwart van wie langdurig arbeidsongeschikt is, kampt met een burn-out of depressie. Tussen 2016 en 2021 was er een toename met 46% van de langdurige burn-outs en depressies. (https://www.riziv.fgov.be/nl/statistieken/statistieken-uitkeringen/langdurige-arbeidsongeschiktheid-hoeveel-langdurige-burn-outs-en-depressies-hoeveel-kost-dat-aan-uitkeringen

Hierover zwijgt de rechterzijde in alle talen. Het lot van wie ziek is, interesseert hen immers niet. De medische focus moet weg, de enige vraag is hoe die zieken terug aan de slag kunnen. Het probleem is overigens nog groter. Verschillende Arizona-voorstellen zullen het aantal burn-outs verder opdrijven. Op de gezondheidszorg wil De Wever bijvoorbeeld 300 miljoen euro besparen. Hoeveel extra zorgwerkers willen ze in een burn-out storten door onvoldoende middelen uit te trekken voor een degelijke zorgsector? 

Geen individuele kwestie, maar een maatschappelijk probleem

De bedrijven willen zo productief mogelijk personeel. Langdurig zieken horen daar niet bij, er is immers het risico op herval en mogelijk is er nood aan een overgangsperiode waarin de werknemer minder productief is. Het is ook die drang naar steeds meer productiviteit die de werkdruk verhoogt en aanleiding geeft tot een toename van het aantal burn-outs en andere mentale problemen. 

Dat de bazen niet staan te springen om zieken in dienst te nemen, blijkt onder meer uit het gebrek aan succes voor de maatregel van Vandenbroucke om hen een premie van 1000 euro te geven. Na zes maanden werden slechts 408 premies aangevraagd. (https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/algemeen/werkhervattingspremie-langdurig-zieken-werkt-niet/10555929.html)

De nota De Wever speelt in op en versterkt onbegrip over langdurig zieken. Van verwijten dat het ‘hun eigen schuld’ is tot beschuldigingen van luiheid. Dit onbegrip wordt in stand gehouden door de dominante visie die burn-out beperkt tot een louter individueel probleem. Voor de bazen en politieke verantwoordelijken is dat een interessante visie, zo blijft hun verantwoordelijkheid buiten schot. Het antwoord kan eveneens beperkt worden tot het individuele terrein, inclusief een steeds grotere nadruk op sancties. Op die manier wordt sociale bescherming omgevormd van iets algemeen geldend tot een individueel ‘privilege’. 

Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe merkte jaren geleden al op: “De stoflong en de loodvergiftiging hebben plaats gemaakt voor stress gerelateerde aandoeningen die zowel het gezond zijn als het welzijn betreffen.” (https://m.standaard.be/cnt/dmf20131220_00897586) Daarmee legt hij terecht het verband tussen ziektes en de sociaaleconomische omgeving waarin ze voorkomen. Een dergelijk verband is voor De Wever en co taboe. Het resultaat is dat er geen correcte diagnose kan gesteld worden van het probleem en dat bijgevolg ook het antwoord niet kan werken. 

Een antwoord door de arbeidersbeweging

Het kapitalistische systeem maakt ons letterlijk ziek. De druk van de winstmachines levert hen fenomenale winsten op, voor ons houdt het werkomstandigheden in die niet vol te houden zijn. De Arizona-onderhandelaars leggen de verantwoordelijkheid bij wie uit de boot valt omdat zelfs over het zieke systeem spreken taboe is.

Bescherming van de gezondheid van werkenden is steeds een belangrijk strijdpunt van de arbeidersbeweging geweest. Opkomen voor een gezonde werk- en leefomgeving en voor degelijke lonen, lag zelfs aan de basis van de organisatie van de werkende klasse. 

Vandaag is er nood aan offensieve eisen voor betere arbeidsomstandigheden (zoals arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen), toegang tot rustmomenten, verlaging van de werkdruk en strikte medische opvolging van problematische werksituaties. Daarnaast is er nood aan voldoende personeel en middelen in sectoren die vandaag een grote uitval kennen, zoals zorg, onderwijs en de welzijnssector. Een collectieve kwestie zoals de toename van het aantal burn-outs en langdurig zieken vraagt collectieve antwoorden waarvoor de arbeidersbeweging moet strijden. 

Bron: socialisme.be