Prof. dr. Ingrid Robeyns

De filosofe en econome Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht) pleit voor een bovengrens op individuele vermogens. ‘Extreme rijkdom veroorzaakt extreme schade’, stelt ze.

“Extreme rijkdom ondermijnt de democratie, het is niet verenigbaar met ecologische noodwendigheden, is bijna altijd onverdiend en schaadt de belangen van iedereen, superrijken incluis.” Zo vatte De Wereld van Morgen (22 februari 2021) de onderzoeksresultaten van Robeyns samen. Het verheldert in één klap waarom zij pleit voor limitarisme, het begrenzen van rijkdom met een vermogensgrens: “Net zoals er ook een armoedegrens bestaat.”

Limitarisme is niet hetzelfde als socialisme of communisme, benadrukt Robeyns. “Het betekent dat je een bepaalde mate van ongelijkheid kunt accepteren”, legt ze uit in de podcast Goede gesprekken (10 april 2023). In de Volkskrant (1 december 2023) noemt ze inspanning en het nemen van risico’s als legitieme gronden voor beloningsverschillen. “Iemand die 40 uur werkt, krijgt meer dan iemand die 20 uur werkt. Een bepaalde mate van risico nemen mag ook beloond worden, daar heb ik geen problemen mee. Het is prima dat mensen ambities hebben, dat ze betaald worden voor wat ze doen, maar er moet een grens aan zitten.”

Morele vermogensgrens van het limitarisme

Waar deze grens moet worden getrokken is nog onderwerp van gesprek. Volgens Robeyns is dat een politiek en moreel vraagstuk, en zijn er verschillende redeneringen mogelijk om die grens te bepalen. Een van de mogelijkheden is om de grens daar te trekken waar vermogen niets meer toevoegt aan de kwaliteit van leven.

In de Volkskrant (1 december 2023) noemt ze een bovengrens van 10 miljoen euro. “Dat is de politieke grens, het rijkdomsmaximum waar het systeem op gericht zou moeten zijn”, legt ze uit. “Ik zeg met nadruk dat het een inschatting is. Een bijdrage aan de discussie. Dit zou het kunnen zijn. En het is voor de Nederlandse situatie. Ik kan me voorstellen dat het als je in New York woont en geen pensioen hebt, dan meer moet zijn.”

Limitarisme betekent dat je ongelijkheid inperkt, terwijl je ook een bepaalde mate van ongelijkheid accepteert.

“Ik noem ook nog een persoonlijke, ethische grens. Die ligt op 1 miljoen euro. Voor een gezin is het dan 2 of 4 miljoen euro. Dat is ruim zat om een goed leven te leiden. Waarom zou een mens meer moeten hebben? De wereld staat in brand en heeft veel geld nodig om het vuur te blussen. De rijksten bezitten veel geld dat ze helemaal niet nodig hebben. We moeten ons bluswater dus gaan halen bij de superrijken. Pas daarna bij de middenklasse, en zeker niet bij de armen.”

Uit haar onderzoek blijkt dat de Nederlandse bevolking ook wel een idee heeft waar de grens zou moeten liggen. “Een grote meerderheid van de Nederlanders (tegen prijsniveaus van 2018) vindt dat men bij een vermogen van 2,2 miljoen meer dan genoeg heeft”, schrijft ze in Vrij Nederland (13 maart 2023).

Ongelijkheid verkleinen

De grens zou bovendien niet alleen ‘top down’ moeten worden ingesteld. Superrijken zouden ook deels zelf de morele beslissing moeten maken om een deel van hun vermogen weg te geven, vindt Robeyns. “Limitarisme is simpelweg een woord voor de opvatting dat er een morele grens zou moeten zitten aan hoeveel rijkdom je kunt vergaren” (CBS News, 23 januari 2022). “Het is prima is om welgesteld te zijn, maar op een gegeven moment heb je te veel.”

Extreme rijkdom verbeeld door o.a. een privévliegtuig, helikopter en dure sieraden

In de Volkskrant (1 december 2023) vertelt Robeyns dat extreme rijkdom bijna altijd onverdiend is. “Bij grote vermogens speelt geluk vaak ook een rol, waardoor het maar de vraag is in hoeverre je moreel recht hebt op al die miljoenen. Bovendien: niemand wordt superrijk in zijn eentje, zonder de steun van de samenleving.” Ze vervolgt: “Het idee van een rijkdomsgrens is eigenlijk dat je het hele economische systeem zo probeert te hervormen dat het de ongelijkheid vermindert.”

Limitarisme zou de ongelijkheid in de samenleving dus verkleinen. Argumenten voor het belang hiervan heeft Robeyns genoeg. Zo wijst ze erop dat de alsmaar groeiende ongelijkheid een bedreiging vormt voor de samenleving.

“De maatschappelijke onvrede over de grote vermogensongelijkheid en de toename van de kloof tussen de rijksten en de achterblijvers wordt steeds heftiger”, schrijft ze in  Vrij Nederland (13 maart 2023).

Macht en invloed

Robeyns noemt ook de bedreiging van de democratie als argument voor limitarisme. Ze ziet dat de superrijken in de Verenigde Staten hun financiële rijkdom bijvoorbeeld relatief eenvoudig omzetten in politieke macht. “Dat kan door een universitair instituut te kopen of zwaar te financieren, en zo het maatschappelijke debat vorm te geven”, vertelt ze bij CBS News (23 januari 2022). “Of doordat rijken iemand financieren die zich kandidaat stelt en vervolgens president of congreslid wordt.”

In Nederland loopt dit minder vaart, al moeten we wel degelijk waken voor Amerikaanse toestanden, waarschuwt Robeyns. “Er ontstaat een machtsconcentratie”, licht ze toe in Het Parool (23 januari 2023). “Je kunt Mark Rutte bellen op zijn 06-nummer of grote donaties doen aan politieke partijen. Dat komt bovenop overheidsbeleid dat doorgaans al goed uitpakt voor mensen met veel vermogen.”

Limitarisme en de klimaatcrisis

Extreme rijkdom is niet alleen funest voor de saamhorigheid en democratie, maar ook voor het klimaat. Een recent onderzoek van Oxfam liet bijvoorbeeld zien dat de rijkste 1 procent mondiaal meer uitstoot dan de armste 66 procent. Kijkend naar de geschiedenis heeft het Westen de plicht als eerste stappen te zetten om de klimaatcrisis te beteugelen, zegt Robeyns bij Goede gesprekken (10 april 2023). “Nu zie je dat landen als India en China steeds meer uitstoten, maar historisch is dat nog steeds een kleine component. Al helemaal als je gaat kijken naar per hoofd van de bevolking.”

Het limitarisme is volgens Robeyns een goed begin. “Het is absurd dat er mensen op miljoenen en miljarden zitten die alleen dienen ter verdere accumulatie van die miljoenen of miljarden. Al het geld dat mensen niet nodig hebben voor hun eigen welzijn zouden we kunnen gebruiken om de klimaattransitie aan te jagen.”

De filosofe en econome Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht) pleit voor een bovengrens op individuele vermogens. ‘Extreme rijkdom veroorzaakt extreme schade’, stelt ze.

Over welke schade hebt u het dan?

Robeyns: Extreme rijkdom ontwricht de democratie. Superrijken kunnen hun belangen zomaar doordrijven door lobbygroepen te financieren. Ze kunnen debatten sturen omdat ze betrokken zijn bij mediabedrijven en de politiek beïnvloeden met hun donaties.

Het is een fabeltje dat superrijken hun geld in hun eentje verwerven.

En superrijken tasten niet alleen de economie aan, maar ook de planeet. Met hun buitensporige levensstijl veroorzaken ze een jaarlijkse CO2-uitstoot van meer dan 100 ton per persoon. Bij de gemiddelde inwoner is dat ongeveer 10 ton.

Ik wil geen volledige gelijkheid nastreven, wel een grens op rijkdom.

Ook in een ‘limitaristische’ wereld zouden er nog inkomensverschillen bestaan, maar ze zouden niet meer zo groot zijn als nu. Ik wil geen volledige gelijkheid nastreven, wel een grens op rijkdom. Zo’n grens kan zelfs economisch gestaafd worden.

Wat is te veel geld voor u?

Robeyns: We hebben daarover een representatief onderzoek verricht in Nederland. De bevraagden gaven grotendeels aan dat een vermogen van hoogstens 1 miljoen euro per persoon genoeg is om een goed leven te leiden. Voor mij is dat in landen met een functionerend sociaal systeem de ethische grens. Daarboven kan rijkdom bijna niet gerechtvaardigd worden.

Een woning met goede ligging kost in sommige steden al een miljoen.

Robeyns: Ik ben me ervan bewust dat het afhangt van de context. Er is ook nog een tweede grens, die hoger ligt. We moeten streven naar een samenleving waarin niemand meer dan 10 miljoen euro bezit. Vanaf die grens brengt vermogen ook politieke schade toe. Zo’n vermogen kan worden omgezet in extreme invloed op de politiek en de media.

Die grens lijkt willekeurig.

Robeyns: Het precieze getal maakt uiteindelijk niet echt uit. Het gaat erom dat geld boven een bepaalde drempel schadelijke effecten heeft. In de VS zal die grens wellicht iets hoger liggen, omdat daar minder sociale zekerheid is dan in België. Bovendien is de schade niet alleen maatschappelijk. Zelfs de superrijken halen geen voordeel uit extreme rijkdom.

Dat zien zij misschien anders.

Robeyns: Er zijn veel rijken die niet geloven dat onze maatschappij het nog lang zal volhouden met de groeiende kloof tussen arm en rijk. De multimiljardair Nick Hanauer waarschuwt dat ‘de hooivorken eraan komen’. Volgens hem is het maar een kwestie van tijd voor er een opstand uitbreekt. Dat rechts-populistische partijen steeds populairder worden, hoeft niet te verbazen, gezien de groeiende kloof.

Ik heb voor mijn onderzoek met verschillende rijke mensen gesproken, en enkelen hebben ook persoonlijke redenen om een bovengrens op te leggen. Velen voelen zich eenzaam of zijn omringd door vrienden met slechte bedoelingen. Abigail Disney, bijvoorbeeld, de achternicht van Walt Disney, noemt haar rijkdom een enorme last.

Waar moet hun geld naartoe gaan? Belastingen?

Robeyns: Volgens Thomas Piketty en andere economen is de staat de afgelopen decennia systematisch verzwakt. Door het limitarisme kunnen we hem weer versterken.

Promoot u hiermee het socialisme?

Robeyns: (lacht) Nee. Sommige mensen maken me uit voor socialist of communist, maar zie ik mezelf eerder als groene sociaaldemocraat. Ik vind privébezit positief. Bovendien geloof ik dat de markt een belangrijke rol kan spelen, ze is alleen te dominant geworden.

Hoe zou een limitaristische wereld eruitzien?

Robeyns: In zo’n wereld zou er niet alleen een armoedegrens zijn, maar ook een grens op extreme rijkdom. De overheid zou weer beter functioneren dankzij hogere belastinginkomsten. Daarnaast zouden de lonen van managers worden begrensd en erfenissen beperkt. De wereld zou eerlijker zijn.

Zelfs de superrijken handelen niet altijd in hun eigen belang. Bill Gates en Warren Buffett hebben aangekondigd dat ze een groot deel van hun vermogen zullen wegschenken. Is dat geen goed begin?

Robeyns: Het is belangrijk om ons af te vragen hoe ze hun vermogen zullen schenken en aan wie. Dat soort grootschalige filantropie is zeer twijfelachtig. Hoe mooi de doelen ook zijn, uiteindelijk bepalen de miljardairs waar het geld voor gebruikt wordt, en daarmee beïnvloeden ze de politiek. Bovendien gaat het maar om een handvol superrijken. De meesten willen hun geld aan hun familie nalaten, het liefst zonder daar belastingen op te betalen.

Erfenissen vallen moreel niet te rechtvaardigen.

Verschillende filosofen pleiten er zelfs voor om het erfrecht volledig af te schaffen. Ik vind alleen die bovengrens belangrijk. Iedereen zou maar een bepaald bedrag mogen erven, de rest zou door de staat verdeeld kunnen worden onder jongere burgers. Zo erft iedereen een deel van het vermogen van eerdere generaties.

Hoe reageren de superrijken op uw voorstellen?

Robeyns: Ik word vaak uitgenodigd door rijke mensen die geïnteresseerd zijn in mijn ideeën. Ik was onlangs op een evenement in Londen, waar ik werd aangesproken door een zakenman. Eerst vond hij mijn suggesties te radicaal, maar nu stelt hij zelf het systeem ter discussie en raadt hij mijn boek aan bij anderen. Neutr-On is het eens met bovenstaande visie: op 9 juni krijgt iedereen de kans om voor een vermogensbelasting de stemmen. Dan hebt u goed gekozen.