Het is exact een jaar geleden dat de nieuwe regeling rond de vierdaagse werkweek werd ingevoerd. Uit onderzoek van UGent@Work blijkt dat dit wel heeft geleid tot een betere werk-privébalans, maar het burn-outrisico blijft bestaan.
“Het is een poging van mezelf om de balans tussen hard werken en korte weekends te verbeteren. Ik voel me er evenwichtiger door. Vroeger moest ik alles in twee dagen proppen en nu heb ik meer ruimte om alles voor elkaar te krijgen.” Het is een reactie van één werknemer die meewerkte aan een kleinschalig kwalitatief onderzoek van UGent@Work. Elf van de vijftien respondenten gaven aan dat hun werk-privébalans is verbeterd door voltijds te werken in een vierdaagse werkweek. Het ging vooral om medewerkers die regelmatig overwerkten of na de werkuren bijstudeerden, of over mannelijke werknemers met jonge kinderen.
Wat wel opvalt, is dat drie vrouwelijke werknemers die de regeling zagen als alternatief voor een deeltijds werkregime een minder goede werk-privébalans ervaarden. “Een mogelijke verklaring is de sterkere gerichtheid van mannen op vrije tijd, terwijl vrouwen gecomprimeerde roosters eerder zien in termen van het effect op het gezin”, zegt Kristen du Bois, doctoraal onderzoeker bedrijfseconomie en psychologie, die het onderzoek voerde.
Er is in de nieuwe regeling dan ook zeer weinig flexibiliteit: er moet gekozen worden voor een vast werkrooster en voor één vaste vrije dag per week. “Je wil flexibel zijn, maar misschien is het toch niet zo flexibel, hè. Het is flexibel in een strak jasje dat er al is”, reageerde een van de leiddinggeven – een HR-directeur – bij de onderzoekers van de UGent.
Verplaatsen van vrije dag
Ondanks het feit dat het tegen de wet is, maakten 6 van de 15 geïnterviewde werknemers uit de studie toch informele afspraken om de flexibiliteit van hun werkrooster te waarborgen. Zo werkten ze nog altijd flexibele uren om de nodige pauzes te kunnen nemen of verplaatsten ze soms hun vrije dag omwille van privéomstandigheden.
Dit onderzoek lijkt dan ook een pleidooi voor meer flexibiliteit van de vierdaagse werkweek. “Op basis van de bestaande wetenschappelijke studies is het verwonderlijk dat de federale regering werknemers in gecomprimeerde werkschema’s wettelijk verplicht om een vast uurrooster vast te leggen”, zegt du Bois. “Eerder onderzoek wees uit dat flexibiliteit in uurroosters een cruciale buffer vormt tegen de negatieve effecten van atypische uurroosters op hun gezins- en privéleven. Dat lijkt in het bijzonder het geval voor vrouwen, die een belangrijke doelgroep zijn van de arbeidsdeal.”
“De strakkere werkroosters binnen gecomprimeerde werkweken herbekijken moet een prioriteit zijn”, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert, die het onderzoek mee begeleidde.
Op fysiek vlak blijkt dat de vierdaagse werkweek weinig veranderingen teweeggebracht heeft. Maar dat heeft veel te maken met de korte tijdsspanne waarin het onderzoek gevoerd werd. 12 van de 15 werknemers rapporteerden geen veranderingen. De werknemers die wel met fysieke klachten geconfronteerd werden, hadden het over een kortere slaapduur en toegenomen rug- en nekklachten. Wat het burn-outrisico betreft, zien we dat er voor negen van de werknemers helemaal geen verschil was, bij vier van hen was het risico wel verlaagd. Maar om de fysieke gevolgen echt te kennen, is er langdurig vervolgonderzoek nodig.
Bron: De Morgen