De zorgsector belandt na de corona­schok opnieuw in financiële problemen door de ongezien snel stijgende inflatie. Volgens ramingen van de zorgkoepel Zorgnet-Icuro slaan de stijgende prijzen een gat van minstens 250 miljoen euro in de rekeningen van de Belgische ziekenhuizen. Voor de Vlaamse woonzorgcentra gaat het om een klap van minstens 100 miljoen euro. Dat schrijft De Tijd en wordt bevestigd door de zorgkoepel in een persbericht.

De inflatieschok komt hard aan omdat de inkomsten het groeitempo van de uitgaven niet kunnen volgen. De loonkosten stijgen mogelijk met 8 procent, terwijl de inkomsten uit overheidsbudgetten en afdrachten van artsen­honoraria veel trager groeien.

En ook de zorgsector ontsnapt niet aan de sterk gestegen energieprijzen. Zorgnet-Icuro raamt de meeruitgaven voor energie voor de algemene en psychiatrische ziekenhuizen in België voor 2022 op ruim 220 miljoen euro. Voor de woonzorgcentra schat Zorgnet-Icuro dat de energiekost in de dagprijs zal verdubbelen, met name van 3 euro per dag per bewoner naar 6 euro per dag per bewoner.

De klap duwt de zorgsector weer in het rood. Vorig jaar realiseerden de algemene ziekenhuizen zelfs na de ongeziene corona­steun samen een bedrijfswinst van 111 miljoen euro. Het toont dat er nauwelijks buffers zijn.

Zorgnet-Icuro waarschuwt voor ‘dubbel effect’

Zorgnet-Icuro vreest dat zonder extra overheidssteun ziekenhuizen mensen zullen moeten ontslaan, net op een moment dat de bedden nog vol coronapatiënten liggen. ‘Dit ‘dubbele’ effect, enerzijds de onvoldoende of te trage indexeringsmechanismen en anderzijds de gestegen energieprijzen, stelt de zorgsector voor zware uitdagingen’, klinkt het.

‘In tijden van dergelijke inflatiecijfers moeten alle indexmechanismen sneller de gestegen loonkosten van het personeel volgen. We vragen zowel de federale als de Vlaamse overheid om hier structureel in te grijpen. Wat betreft de energiekosten moeten de overheden een gemeenschappelijk plan uitwerken. De meerinkomsten voor de overheid uit heffingen en accijnzen moeten kunnen terugvloeien naar de sector.’